Jongeren zijn gevoeliger voor likes op sociale media dan volwassenen. Dat heeft directe impact op hun humeur en de manier waarop ze reageren op de apps. Dat heeft een onderzoek van de UvA duidelijk gemaakt. De onderzoekers publiceerden de resultaten daarvan deze week in Science Advances.
Social media en technologie spelen een centrale rol in het leven en de ervaringen van jongeren. De snelle opkomst ervan en de impact op de mentale gezondheid van jongeren leidt tot zorg, onder ouders en maatschappelijk. Voor de eerste keer is nu op basis van gebruikersdata aangetoond dat social media meer invloed hebben op de stemming van jongeren dan van ouderen.
Gevoelig voor beloning en afwijzing
Welke gevolgen hebben likes, of social-mediafeedback zoals de onderzoekers ze noemen, op jongeren en is die bij hen van grotere invloed dan op volwassenen? Die vraag stond centraal in het onderzoek. Onderzoeker Wouter van den Bos: ‘Jongeren maken een ontwikkelingsperiode door waarin ze erg gevoelig zijn voor zowel beloning als afwijzing, gevoelens die vaak gelinkt worden aan impulsief gedrag of symptomen van depressie.’
De onderzoekers vlogen het vraagstuk op drie manieren aan. Ten eerste bestudeerden ze een grote dataset van Instagram-berichten, waarbij een rekenmodel de gevoeligheid voor likes vastlegde. Ten tweede voerden ze een experimentele studie uit, die de kenmerken van sociale mediaplatforms nabootste en kon worden gebruikt om stemmingsveranderingen te volgen.
Tot slot toonde een verkennende neuroimaging-studie aan dat de gevoeligheid voor likes verband houdt met individuele verschillen in de grootte van de amygdala, het stuk van onze hersenen dat medeverantwoordelijk is voor het verwerken van emotionele herinnering.
Gezamenlijk toonden de studies bewijs dat jongeren inderdaad gevoeliger kunnen zijn voor sociale media-feedback dan volwassenen. Dit past bij het beeld dat we tijdens de adolescentie in hoge mate gevoelig zijn voor de goedkeuring van leeftijdsgenoten én voor afwijzing.
Voor dit onderzoek levert dat een interessante paradox op: het krijgen van een like levert een vergroot gevoel van verbondenheid op en een lift voor het humeur van jongeren, maar dat kan de aantrekkingskracht tot de platformen dusdanig groot maken dat het leidt tot problematisch gebruik ervan. Aan de andere kant leggen jongeren de apps sneller weg dan volwassenen als ze geen likes krijgen, maar dat kan dan weer tot een dip in het humeur lijden.
Anders dan verslaving
Volgens Wouter van den Bos relativeert het onderzoek daarmee het beeld dat jongeren verslaafd zijn aan hun telefoon en social media.
Van den Bos: ‘Bij verslaafd gedrag zien we dat de gevoeligheid afneemt voor beloning of straf, mensen gaan gewoon door. Inderdaad, zoals iemand die gokverslaafd is ook na verlies van veel geld gewoon blijft gokken. Dat effect is anders bij de feedback op social media. Jongeren verminderen het gebruik als ze geen beloning meer krijgen.’
Van den Bos vindt het onderzoek juist van waarde omdat ze de realiteit van het gedrag op social media konden bestuderen. De onderzoekers hadden de beschikking over de data van Instagram-accounts van een groot aantal jongeren. Ze konden terugkijken en zien hoe het gedrag er van de jongeren in het dagelijkse leven was, en welke invloed dat op hun stemming had.
Van den Bos: ‘Er zijn in het verleden de nodige experimenten gehouden, maar die waren toch altijd een beetje kunstmatig. We hebben een inkijkje gekregen in het echte leven van jongeren die niet wisten dat ze werden geobserveerd of aan studie meededen.’
Interventies negatieve bijwerkingen
De resultaten van het onderzoek van de UvA bieden ook perspectief op de aanpak van negatieve gevolgen van sociale media voor jongeren. Dat zou enerzijds via de socialemediaplatforms kunnen, die jongeren tot ander gebruik moeten verleiden, aldus de onderzoekers. De nadruk op likes zou moeten verdwijnen en plaatsmaken voor ‘een meer betekenisvolle manier van gebruik’.
Daarnaast is de klassieke strategie om jongeren voor te lichten over de werking van sociale media niet alleen de oplossing. Jongeren zijn zelf beter dan andere generaties thuis op social media en begrijpen goed wat ze kunnen doen. Wat meer zin heeft is werken aan het vermogen van jongeren om hun emoties te reguleren in een online omgeving.
Van den Bos: ‘Het is goed om bewust te zijn dat jongeren ook op sociale media gaan omdat het er fijn is en ze zich er even beter voelen. Het is ook een goede manier van positieve emotieregulatie voor ze. Net zoals je even je lievelingsserie gaat kijken. Het verschil is dat je daarvan weet dat het leuk blijft. Het kan niet ineens ook heel negatief worden.’
Dat is volgens Van den Bos bij online wel het geval. Iemand kan social media bezoeken omdat die leuke feedback verwacht van je vrienden. ‘Ja, en dan kan dat zomaar ineens tegenvallen. Het is ook goed om te realiseren dat het niet altijd leuk is en mensen niet altijd positief reageren. Het is goed om strategieën aan te leren om daarmee om te gaan.’