Nima-directeur: 'Marketing is niet dood'

Gisteren hield het Nima in Utrecht zijn nieuwjaarsborrel. Voorzitter Alfred Levi was kort van stof, maar directeur Petra Claessen had een toespraak over de stand van zaken in marketing en vond in de media genoeg voorbeelden dat het de goede kant op gaat.

Zo bracht het FD dat Philips minder fabrieken heeft, maar meer marketing. En ook Rotterdam heeft tegenwoordig een CMO.

Claessen stelde dat Nederland marketeers nodig heeft:

'Marketeers die over de schutting kijken. En vooral de boer op gaan. Want daar zit vaak een pijnpunt. Weinig contact met de klant. Statistieken en modellen, ze zijn belangrijk. Maar, zonder te voelen, te beleven wat onder klanten leeft, wordt marketing een risicofactor. Of het nu gaat om consumenten, zoals u en ik, of om industriële afnemers, marketing is praktijk.'

Een praktijk die danig aan het veranderen is, vindt de directeur.

'Door nieuwe technologieën, inzichten, en markten. Het is voor de marketeer niet de kunst om het tempo bij te houden, maar om het vóór te zijn. Het aardige is, dat wij over nieuwe technologie spreken. Maar jongeren weten niet beter. Voor hen is het gewoon niet anders. Ze leven met andere waarheden. En dat verandert het wereldbeeld radicaal. Lag vroeger de focus op collectiviteit, nu ligt deze op individuele waarden.

'Onze maatschappij bestaat uit mondige mensen met een brede oriëntatie, en veel meer communicatiemogelijkheden. Steeds sneller, steeds transparanter. De enige constante factor lijkt, continue verandering te zijn. Dat is de huidige arena van de marketeer.'

'De moderne mens wil het gevoel van zelfbeschikking hebben. Het digitale tijdperk biedt daartoe meer mogelijkheden, dan ooit tevoren. Ons vak is niet dood, zoals sommigen wel eens suggereren. We moeten alleen een andere bril op. Het woord 'communicatie' krijgt eindelijk de inhoud en de lading, die het echt verdient. Einde aan het eenrichtingsverkeer. De tijd van de dialoog is begonnen.

'En dat is waar communicatie echt om draait. Het vereist marketeers die de klant omarmen. Blij zijn met zijn assertiviteit. En er wat mee doen. Het wordt bijna een persoonlijke ontmoeting. Marketing, quasi op de echte markt. Waar we de mensen echt bereiken, ráken in feite. Ze moeten ons aanbod beleven. De voordelen zien, maar ook kunnen kiezen.

'Herman Wijffels, nog net voorzitter van de SER, gaf als voorbeeld de metafoor van de rotonde. Moest de mens vroeger voorsorteren, en voor verkeerslichten wachten, nu rijdt men de rotonde op en bepaalt men zelf waar men wil afslaan.'

Voor de marketeer had ze een specifieke boodschap: 'Kom achter dat bureau vandaan. Het gebeurt in het veld. Hoor uit de monden van de mensen wat er in het veld leeft. Daar krijg je verdieping. En leer je de urgentie en de omstandigheid begrijpen. Doe er je voordeel mee.'