The Warhol Economy: waarom Amsterdam geen New York is

Afgelopen maandag was Elizabeth Currid in Amsterdam om een lezing te geven en de discussie aan te gaan over haar boek ‘The Warhol Economy’. Waarom is mode, kunst en muziek zo belangrijk geweest voor de unieke positie van New York op de creatieve kaart van de Verenigde Staten? En wordt het nog wat met ons eigen Amsterdam?

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Het is verschrikkelijk dat we kunst en cultuur niet als significant en betekenisvol onderdeel van en stedelijke, regionale of landelijke economie zien, aldus Currid in de introductie van haar boek. Men ziet het als fun en te weinig als business.

Dat New York zo hip is komt mede door het feit dat we als mensen zo graag bij elkaar zijn. Ondanks de drukte van de stad, de kleine leefruimtes en het lawaai. New York heeft naast haar omvang ook een geografische aantrekkingskracht. De culturele cluster ligt samengeklit in een gebiedje van 25 vierkante mijlen rond Manhattan en delen van Brooklyn, Queens en de Bronx. Het geheim van de downtown scene: alles ligt op loopafstand. New York is een wandelstad, aldus Elizabeth, net als Amsterdam.

Is er dan hoop dat Amsterdam de Europese culturele hoofdstad wordt? Voorlopig niet. Rotterdam heeft architectuur, Eindhoven design en Arnhem een vleugje mode. Maar Amsterdam heeft kunst, nachtleven en natuurlijk de reclame-industrie. En dát trekt de Europese hoofdkantoren van de multinationals aan.

Terug naar Currid. Ze vraagt het publiek of de politiek de creatieve industrie moet helpen. En waar zijn de gatekeepers, experts die een jurk, liedje of schilderij de moeite waard maken om met veel moeite in je bezit te krijgen. Het publiek vindt dat de gatekeepers niet gemakkelijk te vinden zijn. Currid beaamt dat de creatieve doelgroep bijna ongrijpbaar is. Maar Amsterdam wil er zo graag grip op krijgen. Hoe moet dat dan? Hoe maken we van Amsterdam het nieuwe New York?

Zoals altijd gaan dat soort dingen vanzelf. We hebben het klimaat enorm mee. Denk maar aan de East Village kunststroming begin jaren tachtig toen iedereen in vieze goedkope appartementen woonde en galleries en het nachtleven naadloos in elkaar overgingen. En de tijd dat Bob Dylan in kleine zaaltjes stond en men geld op de vloer in de Village Vanguard gooide om de jazz artiesten te betalen.

Je helpt de creatieven het beste door ze te inspireren. En dan moet je ze niet vertroetelen maar de huren lekker hoog houden zodat ze hun creativiteit moeten aanwenden om te overleven. En dan volgt de kunst en het succes vanzelf. Daar zijn voorbeelden genoeg van.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie