Amerikaanse bedrijven als Johnson & Johnson, Pepsico, AT&T, Verizon Communications, General Motors, Walmart, Pepsico and FX Network en McDonald's, maar ook bureaus als Havas UK Group willen niet langer dat hun advertenties (of die van hun klanten) bij 'schokkende' content te zien zijn, zoals video's van terroristische organisaties.
Twijfelachtige en onveilige content
Havas meldde half maart dat het vanwege 'twijfelachtige en onveilige content' voorlopig geen advertenties van hun cliënten op YouTube en Google Display Network wil hebben.
In Het Financieele Dagblad zegt Bert van Grieken, inkoopdirecteur bij mediabureau M2Media.nl: 'Dit soort mismatches gebeurt al jaren en is het gevolg van het automatiseren van de media-inzet. Nederlandse adverteerders hebben hier ook last van.' Volgens Van Grieken zal dit alleen maar erger worden.
In dezelfde krant geeft Remon Buter van mediabureau GroupM aan kritisch te zijn over het advertentiebeleid van Google. ‘Alles is meetbaar, maar niet alles is transparant. We weten gewoon niet waar advertenties terechtkomen. Wij willen metingen door een onafhankelijke partij, maar dat laten bedrijven als Google en Facebook niet toe. Ik denk dat iedere grote adverteerder in Nederland ons daarin steunt.’
Onder vuur
Online adverteren ligt al een tijdje onder vuur. Uit de ANA Papers bleek dat er op grote schaal wordt gefraudeerd met mediatarieven en daarnaast is er twijfel aan de betrouwbaarheid van online bereik, zoals Procter & Gamble’s chief brand officer Marc Pritchard eind januari aangaf.
10 procent van de totale omzet
Niet iedereen is ervan overtuigd dat de advertentieboycot blijvende schade voor Google zal opleveren. Fortune schrijft dat de boycot Google zo'n 750 miljoen dollar in omzet kan kosten. Volgens een door Fortune geciteerd onderzoek van RBC Capital Markets is dat bedrag slechts 10 procent van Google's totale advertentieomzet.
Google heeft beloofd het probleem aan te pakken.
Foto: 123RF