Zeven weken lang heb ik me laten meeslepen door al het nieuws over het smaadproces van Johnny Depp en Amber Heard. Er is een vreselijke oorlog gaande, een inflatie die wereldwijd wild om zich heen slaat, een belastingontduikende multimiljardair die Twitter naar zijn hand wil zetten, worldproblems genoeg zou je zeggen. En toch liet ik me steeds weer dankbaar afleiden door #DeppvsHeard. Mijn persoonlijke algoritme had mijn, aanvankelijk, onderdrukte interesse al snel in de smiezen, Johnny en Amber doken overal op. Zelfs de hijgerige krantenkoppen van de tabloids keken me in de supermarkt aan alsof ze wilden zeggen: “I’ve got your back”.
Zeven weken lang speelde Law & Crime Network nog net hoorbaar op de achtergrond tijdens het schrijven. En tussendoor liet ik me verleiden op de aanhoudende stroom aan memes, vluchtig aan elkaar geplakte rechtbankvideo’s en ‘analyses’ van veelal Depp-sympathisanten te klikken: Amber die zogenaamd een flesje drank wegmoffelt. Amber die niet opstaat voor de rechter. Amber die haar getuigenis oplepelt alsof ze een script uit haar hoofd heeft geleerd. Amber’s geacteerde verdriet. Amber die nep-aantekeningen maakt. Amber die een reprimande krijgt omdat ze haar antwoord tot de jury richt en niet tot Camilla Vasquez, de advocate uit Depp’s team, die door haar optreden en verschijning nu waarschijnlijk tot aan haar pensioen is volgeboekt.
Tijdens de afgelopen weken hield ik, in tegenstelling tot Vrouwe Justitia, niet altijd mijn neutrale blinddoek voor. Mijn zoete herinneringen aan een zorgeloze jeugd met Edward Scissorhands, Blow, Don Juan de Marco, Donnie Brasco en Cry Baby waren daar deels debet aan. Al die tijd praatte ik mijn tijdelijke verslaving goed, omdat ik wist dat met mij, miljoenen andere gluurders langs dezelfde kanalen van schuldgevoel, nieuwsgierigheid en partijdigheid bij die vermakelijke video’s belandden. Ook wist ik dat die ongekend grote belangstelling, algoritmes, mierzoete tienerherinneringen en partijdigheid het vonnis voor Amber Heard allang bepaald hadden. En juist daarom heb ik me vaak afgevraagd of het de nostalgie, of mijn objectiviteit was die de overhand nam in mijn oordeel. Stond mijn feministische radar, die het serieus nemen van vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld altijd voorop stelt, wel scherp genoeg afgesteld? Of had ik mezelf iets te makkelijk overgegeven aan de populaire publieke opinie? De stemmen die het opnamen voor Amber waren immers schaars en naarmate de zaak vorderde en het optreden van Heard steeds meer geridiculisseerd werd, bleef er niets meer over dan bijna onhoorbaar gefluister.
Inmiddels zijn de camera’s uit de rechtszaal verdwenen. TikTokkers die hun volgers dankzij dit cameragenieke vertoon in aantallen zagen vertienvoudigen, zijn naarstig op zoek naar verse clickbaits. Zelfbenoemde feministen haasten zich te melden dat Amber Heard geen rolmodel is voor andere slachtoffers van huiselijk geweld en dat de uitkomst van deze zaak, slachtoffers er in de toekomst zeker niet van zal weerhouden zich uit te spreken tegen hun agressors. Ik hoop dat ze gelijk hebben. Maar ik hoop vooral dat al die moedige vrouwen tegen die tijd op net zoveel ludieke media-aandacht mogen rekenen als Johnny Depp de afgelopen maanden.