Door Willem-Albert Bol
Het zal niemand ontgaan dat de toon van het maatschappelijk debat steeds scherper wordt. Onderwerpen worden feller besproken, voor- en tegenstanders gaan er met geslepen messen in. Thema’s als duurzaamheid en inclusiviteit roepen heftige emotionele reacties op: van groot applaus tot stevig boe-geroep.
Ook merken en hun medewerkers en fans worden steeds harder aangepakt. Dat begon in het publieke debat, maar dat trekt nu ook langzaam onze vakken in. Wij kunnen ons niet afsluiten van de wereld. Het vakgebied marketing en communicatie staat midden in de maatschappij. Wij moeten de voelhorens hebben wat er speelt bij onze klanten. Maar moet alles één op één terugkomen in onze gesprekken met elkaar?
Hypocrieten
Laat ik een paar voorbeelden geven. Ik las laatst een stuk over zin en onzin van Cannes als festival. Voordat je het wist, gingen de reacties niet over de aanpak van het event maar over hoe belachelijk en hypocriet het was dat vakgenoten al vliegend naar Zuid-Frankrijk gingen en daar de natuur verpestten. Poeh, ok.
Een ander voorbeeld is een jury-bijeenkomst voor een vakprijs. Een automerk scoorde hoge ogen, maar de jury twijfelde of zij nog wel een prijs konden geven aan een partij die onderdeel is van de fossiele-brandstoffenindustrie. Moet deze jury nu gaan bepalen wat wel en niet mag qua sectoren?
Nog zo'n heet hangijzer: het gebrek aan diversiteit en inclusiviteit, zowel in de maatschappij, ons werk en organisaties. Naar mijn mening is die zorg terecht worden er weliswaar stappen gezet, maar is er ook nog veel te doen is.
Wederkerig onverdraagzaam
Ook bedrijven die van goede wil zijn, maar daarbij een steekje laten vallen of het in eigen tempo doen, worden met erg weinig begrip de maat genomen. Zie het recente debat over Linda en hun themanummer over borsten waar de kritiek op het ontbreken van diversiteit soms erg hard was.
De onverdraagzaamheid geldt ook de andere kant op. Wij als branche willen zo graag verandering dat wij niet altijd openstaan voor het tegengeluid van mensen die vinden dat er te veel aandacht uitgaat naar duurzaamheid en inclusiviteit. Als iemand niet meegaat met de stroom wordt die weggezet als conservatief, populist of racist.
Wij ontberen soms de open blik naar de brede ‘bevolking', de mensen buiten onze eigen bubbel. Zit die groep en masse te wachten op verandering? Zeker met meer onzekere economisch tijden op komst, neemt de hang naar stabiliteit toe. Ons vak vindt dat verandering moet, maar vinden de klanten van onze opdrachtgevers dat ook?
Deugdzaam langs de zijlijn
Dat cancellen van categorieën reizen, auto’s, gokken, alcohol, suiker, zout, etc. Waar houdt het op? Veel van de vakgenoten die bij deze zogenaamde foute bedrijven werken, ken ik en respecteer ik. En kijk vooral ook naar jezelf, welke producten en diensten neem jij af? Wij nemen elkaar erg makkelijk de maat. Dat lijkt heel eerlijk, maar is weinig waarheidsgetrouw. Als je lang genoeg doorgraaft heeft elk bedrijf ook schaduwkanten.
Het is onverstandig als wij het vak zijn dat vanaf de zijlijn van alles vindt en onder druk deugdzame dingen moeten vinden. Waren wij niet het vak dat de opinie leidt, dat de status quo doorbreekt, dat een mening durfde te poneren en onze klanten en consumenten wisten uit te dagen?
Ik heb liefde voor het open debat maar ook het plezier van een geanimeerde discussies op social media. Dat discussies fel kunnen worden, mag ik soms aan den lijve ondervinden. Regelmatig post ik tweets en artikelen met enige politieke lading en tracht die vaak met een vakmatige twist te duiden. In dat spanningsveld zie ik boeiende thema’s en ik hoop daar oprecht verschillende meningen over te horen.
Zonder schaamte en remming
Zo ook deze week, toen ik las dat de gemeente Haarlem in hun outdoor beleid onder andere vlees wilde gaan verbieden als reclamecategorie. Ik had dit nog niet gepost op Linkedin of er stroomden veel binnen. Die reacties gingen alle kanten op, van ‘wat een gedram’ en ‘oh ja hoor woke drukt hun mening door’ tot ‘aanpakken die schoften die onze wereld vervuilen.’
Dat zijn dan nog de keurige reacties, ik zie echter dat mensen vrijelijk reageren en schelden: op Twitter vaak nog anoniem, op LinkedIn met naam en toenaam. Dat gebeurt zonder schaamte en remming. Ik ben dan benieuwd wat de collega’s of bazen van die personen vinden als ze lezen welke extreme meningen hun medewerker plaatst. Het zal bij de tijdgeest horen.
Misschien is mijn voornaamste punt wel in dit opiniestuk dat we moeten vaststellen dat de toon soms zo bitter is geworden. Mensen nemen gelijk posities in en er is steeds meer sprake van een tribale patstelling.
Gekaapt door fanatici
Dat is niet zonder consequenties. Doordat de nuance en het bestuderen van argumenten steeds meer worden ingewisseld voor het ‘op de man spelen’, verdwijnt de kunst van het overtuigen. De maatschappelijke gevolgen zijn dat coalities steeds lastiger worden gesmeed en de momenten waarop tegenstanders een dialoog voeren en van elkaar leren worden gekaapt door fanatici.
Ik vraag me af of wij die verharding in ons vak moeten accepteren en of er nog remedies voor zijn. Mijn hoop is dat wij ondanks onze verschillen toch met elkaar in gesprek kunnen blijven. Dat wij weliswaar wakker zijn voor complexe uitdagingen, maar zoekende partijen niet uitsluiten. Dat wij de waarde inzien van de mening van de ander. Dat wij geïnteresseerd zijn in politieke thema’s, maar dat dit niet ons als mensen definieert. Dat wij in staat zijn om beter te worden, maar snappen dat dit tijd en rust verdient om te laten slagen.
Ruimte voor nuance
Hopelijk krijgt de bekende Sire-campagne #doeeenslief een vervolg: #doeeensinhoudelijk. Dat helpt de debatten naar een hoger niveau. Begin met respect en accepteer dat en laat het dan vervolgens op inhoud scherp zijn.
Marco Derksen begon recent een sympathieke actie om dialoog op Twitter te bevorderen. Misschien moeten wij dat goede initiatief breder trekken. Het begint met elkaar spreken. Open staan voor andere meningen. Nieuwsgierig naar argumenten van de andere kant. En het uitstellen van je oordeel.
De wereld is vol nuances. Geef ruimte aan bedrijven om beter te worden en te werken aan hun negatieve (bij)effecten. Willen wij echt duurzamer en inclusiever worden (en wij als branche daaraan kunnen bijdragen), dan werkt verbinden beter dan polariseren.
Willem-Albert Bol is ceo van Abovo Media & Maxlead
Reacties:
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!
Ik deel je zorgen. Alleen vrees ik dat ze ons mooie vak ontstijgen. We zien brede wereldwijde trend waarin mensen zich terugtrekken in hun eigen bubbel en interactie met alles daarbuiten vermijden.. Een zorgwekkende ontwikkeling want bij gebrek aan dialoog wordt het kweken van begrip voor andersmans standpunt wel erg moeilijk. In dit licht zou er juist een mooie rol kunnen liggen voor ons, ‘verbinders’. Want dat is toch wat we doen (en goed in zijn ;-)).. mensen (en merken) met elkaar verbinden? Zorgen dat obstakels in het communicatie-proces worden weggenomen en men elkaar weet te vinden in wat men deelt (en niet waarin men verschilt)? Als we dat als uitganspunt nemen in hoe we buitenwereld tegemoet treden dan verandert het perspectief van buitensluiten naar omarmen.. van exclusief recht denken te hebben op de waarheid naar inclusiviteit van meerdere invalshoeken.. een enorme rijkdom die je als mens, vak en samenleving vooruithelpt.. dus blijf vooral de dialoog aangaan, op het moment dat stemmen verstommen, staat alles stil
Dus ik zou de nuance offline zoeken. Kun je er nog een biertje bij drinken; alleen maar positieve kanten👌