Zoals de lezers van mijn boek ‘Karmanomics, wat bedrijven van het boeddhisme kunnen leren’ en/of mijn blogs weten, ben ik een warm pleitbezorger van wat ik Maatschappelijk Meedogend Ondernemen of Corporate Compassion noem; een vorm van bedrijfsvoering waarin (boeddhistische) beginselen als liefdevolle vriendelijkheid, persoonlijke aansprakelijkheid, wederzijdse verbondenheid en afhankelijkheid, generositeit en meedogendheid actief worden gecentraliseerd in de bedrijfsvoering, en er daarmee - tegelijkertijd – wordt gewerkt aan persoonlijk geluk, zakelijk succes en maatschappelijke voorspoed.
Maatschappelijk Meedogend Ondernemen – deugdzaam, heilzaam ondernemerschap - valt of staat in eerste plaats bij bewustzijn en bevrijding. Maatschappelijk Meedogend Ondernemen is ondernemen voorbij de onwetendheid en onvaardigheid van het ego. Je zou daarom ook kunnen zeggen dat Maatschappelijk Meedogend Ondernemen het domein is van de bevrijde markteconomie in plaats van de vrije markteconomie. Het is kapitalistisch, maar dan wel bevrijdt van het egoïstische eigenbelang. De maatschappelijk meedogende ondernemer is zich bewust van het grotere geheel en zijn/haar rol daarin, en werkt daarom per definitie in dienst van het algemene belang..
Maatschappelijk Meedogend Ondernemen wordt vervolgens gekenmerkt door compassie en Constructief. De maatschappelijk meedogende ondernemer is niet profit maar benefit gericht. Het gaat hem of haar – anders gezegd - niet alleen om geld verdienen, het gaat om een positieve bijdrage te leveren aan een betere, eerlijkere, gelukkigere wereld. Het bedrijf richt zich niet slechts op de vermeerdering van de welvaart voor enkele shareholders maar om de vermeerdering van het welzijn van alle stakeholders.
Ik word nogal eens gevraagd om concrete voorbeelden te noemen van bedrijven die wat mij betreft goed – lees: bewust, bevrijd, compassievol en constructief – bezig zijn. In deze serie van vier posts zal ik een aantal prototypische voorbeelden de revue laten passeren. Het is daarbij noch mijn bedoeling om uitputtend te zijn, noch om het nieuwste van het nieuwste te presenteren. Ik wil bestaande en gaande initiatieven slechts duiden, en richting geven aan verschillende manieren – strategieën - om mededogen te manifesteren in de bedrijfsvoering. Dat doe ik aan de hand van een grid waarin de verschillende vormen van maatschappelijk meedogend ondernemen te zien zijn: de Maatschappelijk Meedogend Ondernemen of Corporate Compassion Matrix. Je mag deze wat mij betreft ook best de Constructive Capitalism Matrix of Conscious Capitalism Matrix noemen, omdat het geheel uiteindelijk een socio-economische systeembenadering vertegenwoordigt.
De Corporate Compassion Matrix kent 2 assen. Op de eerste, verticale as staan ‘social’ en ‘ecological’ als uiteinden. De insteek hiervan is om een onderscheid te maken tussen dienstbare initiatieven enerzijds en duurzame initiatieven anderzijds. Ik besef me terdege dat meedogende bedrijven tegelijkertijd én sociaal én ecologisch verantwoord ondernemen, maar – zoals de voorbeelden zullen tonen – laten veel bedrijven óf de sociale roeping – de maatschappij - óf de ecologische roeping – het milieu – domineren in hun positionering en profilering. Alhoewel beiden onmiskenbaar constructief zijn, is de dynamiek van sociaal mededogen fundamenteel anders dan die van ecologisch mededogen. Op de verticale as staan ‘internal’ en ‘external’ als uiteinden. De insteek hiervan is om een onderscheid te maken tussen constructieve initiatieven die expliciet binnen de ‘bedrijfsmuren’ bijdragen, en initiatieven die buiten de ‘bedrijfsmuren’ bijdragen. Alhoewel beiden wederom even constructief kunnen zijn, zijn ook hier de verschillen significant. De 2 assen leveren 4 dimensies op – internal/social, external social, internal/ecological, external/ecological – en daarmee 4 manieren om een meedogende bedrijfsvoering gestalte te geven, met elk zijn eigen merites.
In dit eerste deel wil ik stilstaan bij het internal/social segment, bestaande uit bedrijven en/of bedrijfsinitiatieven die expliciet dienstbaar zijn aan het welzijn van de medewerker – die daar actief aan bijdragen - en daarin verder gaan dan standaard goed werkgeverschap in de vorm van een goed salaris en goede werkomstandigheden. Dit is het domein van Empower Companies, oftewel geluk genererend werk.
Best Companies To Work For
Laten we voorzichtig – met beperkte maatschappelijke/sociale intenties – beginnen, met een aantal bedrijven die bekend staan om hun bovengemiddelde mate van employee engagement. Bekendste voorbeeld van een welzijnsgerichte werkgever is Semco, het bedrijf van Ricardo Semler. En terecht. Semco is een extreem democratisch bedrijf. Alle macht – en daarmee kracht – ligt bij de werknemers. Samengevat in de werkwijze The Semco Way hebben werknemers alle denkbare vrijheid; ze bepalen hun eigen werktijden en werkplek, ze bepalen hun eigen werkgever/manager en last but not least bepalen ze hun eigen vergoeding. Met álle positieve gevolgen van dien. Semco scoort namelijk niet alleen hoog op tevredenheid, maar ook op productiviteit.
Iets minder bekend maar minstens zo bijzonder is de Engelse warenhuis- en supermarktgigant John Lewis wat naar eigen zeggen geen 75.000+ medewerkers heeft, maar partners. Iedereen die bij John Lewis werkt is aandeelhouder, deelt in de winst, en heeft management medezeggenschap. John Lewis is een expliciet geluk gedreven bedrijf. Het partnership-principe, het daarbij horende egalitaire ethos en de gelukdoelstelling, wordt ook toegepast in het Nederlandse bedrijf RS Lifestyle Group, een bedrijf van de boeddhistische ondernemer Hans Kloosterman met een recruitment, coaching en corporate yoga divisie.
RS is niet het enige of eerste expliciet geluk georiënteerde Nederlandse bedrijf. Pentascope werd al in 2005 verkozen tot de beste werkplek van Nederland, en had deze eer vooral te danken aan de mensgerichte CEO – Chief Emotions Officer – Engbert Breuker, die het als zijn belangrijkste taak zag om leiding te geven aan het bouwen van een ‘schitterende’ – verlichte – organisatie waarin intra persoonlijke en interpersoonlijke positieve emoties en energieën maximaal vrijelijk konden stromen. Een prototypische meedogende onderneming!
Ook bij W.L. Gore, het bedrijf dat iedereen kent vanwege de Gore-Tex fabric, hebben ze het fenomeen workplace democracy tot in het extreme doorgevoerd. De filosofie ‘If you want to be a leader, you beter find some followers’ zoals deze ooit is verwoordt door oprichter Bill Gore, is leidend managementbeginsel, en resulteert er in dat de medewerkers hun managers kiezen. Dat dit werkt blijkt uit de feit dat Gore reeds vele malen tot ‘best company to work for’ is verkozen.
HCL Technologies is een van oorsprong Indiase IT reus. Met CEO Vineet Nayar als drijvende kracht heeft HCL employee centered management tot kunst verheven. Het motto van het bedrijf - en de titel van het gelijknamige boek van Nayar - is Employees First, Customers Second. Alle focus ligt op het benutten van het volste potentieel van de medewerkers, hetgeen gestalte heeft gekregen in een management methodologie die HCL The Fivefold Path to individual Enlightenment noemt; 5 stappen – kennis, erkenning, empowerment, transformatie en support – die medewerkers in hun eigen licht zet.
Zappos hanteert ‘Delivering Happiness’ als alomvattende ondernemingsbeginsel. CEO Charlie Hsieh schreef er een gelijknamige business bestseller over, waarin hij uiteenzet hoe hij – door expliciet te focussen op het faciliteren van geluk in plaats van het verdienen van geld - Zappos niet alleen tot ‘The Best Company To Work For’, maar ook tot een gigantisch zakelijk succes maakte. Zappos leert ons dat werken met passion & purpose een ijzersterke bedrijfscultuur creëert waarin medewerkers voor elkaar en voor de werkgever door het vuur gaan. Met alle positieve gevolgen voor alle stakeholders van dien.
Mindfulness
Google staat bekend als een bijzondere werkgever, waar mensen bovengemiddeld veel ruimte krijgen om zichzelf te ontplooien. Zo krijgt elke werknemer standaard een dag per week de vrijheid om te werken aan iets wat hem of haar inspireert. Dat blijkt niet alleen super bevorderlijk voor het functioneren van de medewerkers, maar ook een lucratieve en effectieve innovatiemotor. Veel van de nieuwe initiatieven die het levenslicht zien, zijn binnen deze vrije context gestart. Het ‘Search Inside Yourself’ initiatief van Googler (zoals medewerkers van Google liefkozend genoemd worden) Chade-Meng Tan is wat ik ‘deep ocean’ noem, en prototypisch corporate compassion. Door middel van mindfulness leert Google haar medewerkers het volste potentieel uit zichzelf te halen. Het is daarom ook geen verrassing dat Google één van de drijvende krachten achter Wisdom 2.0 ; een congres dat in het teken staat van de relatie tussen technologie, wijsheid en spiritualiteit
Een bedrijf dat nog veel verder gaat dan Google wat betreft de integratie van spirituele technieken zoals mindfulness is Sounds True. Sounds True – een multimediale uitgever van spirituele content - noemt zichzelf een ‘contemplative organization’. Dit betekent dat introspectie en reflectie centrale onderdelen van de bedrijfsvoering zijn, en meditatie, stilte en yoga geen bijzaken maar de belangrijkste onderdelen van de werkdag zijn.
Dienstbare werkplekken
Op het snijvlak van internal/social en external/social tenslotte liggen een aantal bedrijven, die – externe - maatschappelijke problematiek integreren in hun – interne - dagelijkse bedrijfsvoering. Het zijn bedrijven die op een expliciete, bijzondere wijze georganiseerd zijn. Concreet: hun medewerkers zijn bewust – maatschappelijk - kansarme mensen. De bedrijven maken gebruik van de commerciële kracht van de markt om een ideëel maatschappelijk probleem op te lossen. Een schoolvoorbeeld hiervan is Greystone Bakery. Greystone Bakery is een initiatief van de geëngageerde boeddhist Bernie Glassman. Greystone Bakery werkt louter met thuislozen. De doelstelling is om werkloze thuislozen door middel van een opleiding en baan als bakker een perspectiefrijke toekomst te bieden. Het credo wordt kort maar krachtig samengevat in hun meesterlijke slogan ‘We don’t hire people to bake brownies, We bake brownies to hire people’.
Een soortgelijk bedrijf – met een expliciet boeddhistische signatuur - is Karmabuilders, wat zichzelf een ‘low profit company’ noemt. Het bouwbedrijf - wat werkt met louter ex-gedetineerden - maakt wel winst, maar alleen om deze aan te wenden om meer ex-gedetineerden een opleiding en baan te bieden. Ook in Nederland kennen we dienstbare bouwbedrijven. Zo werkt bouwbedrijf PW Willems met ex-gedetineerden en pakt sloopbedrijf Oranje sociale noden aan door te werken met probleemjongeren uit probleemwijken.
50/50 is het winkelconcept van Leger des Heils dat verder bouwt op het legendarische 50/50 fashionmerk wat Leger des Heils jaren geleden in samenwerking met Bijenkorf lanceerde. In de winkels werken cliënten van Het Leger des Heils die er leren om terug te stromen in het arbeidsproces.
Bekendste voorbeeld van het snijvlak tussen internal en external/social is waarschijnlijk wel Fifteen , de restaurantformule van Jamie Oliver die werkt met jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Minder bekend, maar minstens zo bijzonder is de sociale restaurantformule The Colour Kitchen wat de arbeidsmarktproblematiek van Fifteen heeft verruimt met culturele en etnische diversiteit. Culture Kitchens doet hetzelfde in Amerika met kansarme immigrantes.
Ook de Amsterdamse Brouwerij De Prael heeft een expliciete sociale missie op het snijvlak tussen intern en extern. Het vele handwerk - malen, brouwen, afvullen, lageren, etiketteren en inpakken – dat bij bier brouwen komt kijken wordt door louter medewerkers met een psychiatrische achtergrond gedaan die geen kans op een reguliere arbeidsplaats maken. De supermarktketen Attent doet iets soortgelijks door qua winkelpersoneel expliciet te werken met mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
Een sociale onderneming die tenslotte niet mag ontbreken is FairMail; een Nederlands bedrijf dat aan armoedebestrijding doet door fair trade wenskaarten te produceren. FairMail heeft geen werknemers, maar werkt met kansarme en straatarme tieners uit India en Peru die tot fotografie ondernemers worden opgeleid. De tieners krijgen een fotografietraining en 50% van de opbrengst van elke verkochte kaart met hun opbrengst.
Dit waren ze dan; prototypische voorbeelden van bedrijven die met de expliciet meedogende invulling van hun werkgeverschap, bewijzen dat business – het kapitalistische systeem zo u wilt - in potentie een enorme constructieve kracht herbergt waarmee een belangrijke – positieve - maatschappelijke bijdrage kan worden geleverd. Mochten jullie andere, betere suggesties of voorbeelden hebben van bedrijven met een expliciet welzijnsgerichte interne bedrijfsvoering, dan hoor ik die graag!
Volgende keer deel 2: het external/social segment van de Corporate Compassion Matrix.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!