Door Harrie van Rooij
We leven in onze eigen verhalen. Verhalen helpen te begrijpen wat er gebeurt en wat we moeten doen. Zo was er een man op Twitter die vertelde dat ambtenaren een vergoeding vragen omdat ze geld kwijt zijn aan koffie nu ze moeten thuiswerken. Beschadigend nepnieuws, gebaseerd op een oud verhaal over ambtenaren dat nog altijd plakt als secondelijm.
Krachtige verhalen houden de wereld logisch. Ze voorzien een onduidelijke en weerbarstige werkelijkheid van zin en betekenis. Een verhaal onthult en bedekt. Het zet de schijnwerper op een paar aspecten van de werkelijkheid en onttrekt andere aan het zicht.
Verhalen hangen op complexe wijze samen met ons gedrag. We zijn geneigd te zeggen dat theorieën over de werkelijkheid voorafgaan aan onze beslissingen. Volgens de beroemde organisatiepsycholoog Karl Weick is echter vaak het omgekeerde het geval. Al pratend en schrijvend, onder invloed van veel factoren, nemen we de hele tijd beslissingen met elkaar.
Dat doen we meestal zonder dat we daar uitgesproken theorieën of ideeën bij hebben. Pas nadat de beslissingen genomen zijn, voorzien we ze van zin en betekenis. Kijk bijvoorbeeld naar de geschiedenis van je eigen duurzaamheidsgedrag. Geholpen door de aanwezigheid van steeds meer voorzieningen, begon je steeds vaker je afval te scheiden. En na verloop van tijd begon je het ook écht belangrijk te vinden.
Malaria door slechte lucht
In 1844 raakte dokter Ignac Semmelweis gefascineerd door het hoge sterftecijfer op de kraamafdeling van zijn ziekenhuis in Wenen (bron: OVT). Als eerste ontdekte hij hoe deze ziektes konden worden voorkomen: artsen moesten hun handen wassen. Hoewel zijn cijfers boekdelen spraken, werden de bevindingen door artsen lange tijd verworpen. Dat had twee redenen. Allereerst kwam het idee van ziekteverspreiding door bacteriën niet voor in de medische theorieën. Het verhaal ontbrak simpelweg. Ziektes ontstonden door verontreinigde lucht, zo was het idee. Het woord malaria (slechte lucht) laat dat nog zien.
De tweede verklaring heeft te maken met wat Karl Weick noemt enacted sensemaking. We begrijpen de wereld niet (alleen) uit wat we weten, maar ook uit wat we doen. De artsen konden simpelweg het idee niet accepteren dat zij zelf ziekten veroorzaakten. Zij die er alles voor deden om levens te redden? Lang nadat Semmelweis op tragische wijze was overleden vonden zijn ideeën over handen wassen alsnog hun ingang.
Betekenis en gedrag
Samenvattend: ideeën leiden tot doen, maar doen leidt dus ook tot ideeën. Betekenissen en gedrag brengen elkaar in een en dezelfde beweging tot stand. Zo ontstaan verhalen die wat we doen als logisch en consistent voorstellen. Juist daarom moet je ze af en toe debunken. Bij anderen maar vooral bij jezelf. Maak ik een keuze omdat mijn verhaal nou echt zo logisch en waar is? Of vind ik mijn verhaal logisch omdat ik deze keuzes nou eenmaal heb gemaakt?
Dat is ook belangrijk voor wie zich bezighoudt met gedragsveranderingen rond de corona-epidemie. Het is begrijpelijk dat in de eerste fase van de communicatie over de epidemie concrete handelingsinstructies de boventoon voerden. Handenwassen, anderhalve meter afstand, niet naar feestjes gaan: gedragsverandering begint inderdaad bij doen!
Tegelijk zitten handen schudden en tegen-elkaar-opbotsen-in-supermarkten diep verankerd in ons gedragsrepertoire. Hoewel bijna iedereen het ermee eens is, verzet het hele lichaam zich als het ware tegen de gedachte dat zulke handelingen ineens niet logisch en legitiem meer zijn. Ze voelen net zo gewoon en ‘waar’ als dat ambtenaren veel koffie drinken.
Hulp bij acceptatie
Naast herhaling van nieuw gedrag blijft het daarom belangrijk elkaar te ondersteunen bij het ontwikkelen en adopteren van krachtige verhalen die passen bij het nieuwe gedrag. In de afgelopen weken waren daarbij vooral verhalen over ziekenhuizen en zorgmedewerkers onmisbaar. De nijpende situaties op IC-afdelingen, de vlogs van frontwerkers, de lijdensweg van de patiënten. Ze vertellen tastbaar en indringend een verhaal over wat jouw gedrag betekent voor anderen. Dat helpt om nieuw gedrag te accepteren dat voor jezelf nog niet automatisch voelt als zinvol, redelijk en nuttig.
Het verloop van deze crisis zit vol onzekerheden, maar ik zou onszelf aanmoedigen om de combinatie van ‘doen en zin’ nog lang vol te houden.
Reacties:
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!
Er lijkt hier namelijk juist sprake van een verhaal dat in deze crisis, waar we scherp moeten blijven, weinig tastbare aanknopingspunten biedt voor kracht. De positieve correlatie tussen de "logica van het het gevoel" en onze zelfredzaamheid is in mijn ogen door Cornelis niet aangetoond. Hij heeft hooguit de noodzaak van zelfredzaamheid bevestigd, die toch al in ons DNA verankerd lag. De lezer wordt daarbij gedwongen de contradictoire titel zelf "hinein te interpreteren", en niets geeft ons hierbij het onomstotelijke bewijs dat hier sprake zou zijn van een in ons collectief onderbewustzijn te omarmen paradox. Als je het boek dichtklapt, moet je alsnog zelf dat bewijs gaan verzamelen buiten het tekstuele universumpje dat Cornelis schijnbaar zorgvuldig heeft opgetuigd. Het betreft meer een aansporing tot nadenken, of een indicatie voor filosofisch vervolgonderzoek. Ik weet dat hem destijds veel academische bijval ten deel viel, maar ik heb nooit begrepen waarom een boek met zoveel krakkemikkige grammaticale constructies zoveel wetenschappers heeft weten te overtuigen zonder dat zij van meet af aan de geponeerde paradox reeds voor waar hielden. De noodzaak van zelfredzaamheid (lees hier: communicatieve zelfsturing) is bovendien een open deur, dus in dat opzicht heeft Cornelis niet echt baanbrekend werk verricht. Alleen: niemand durfde vanwege de kracht van die noodzaak zijn thesis te verwerpen. Iedereen weet toch al eeuwen dat op een of andere manier onze traditionele, noem het Aristoteliaanse, logica tekortschiet? Het is in mijn ogen een aanmatigende dwaling dat Arnold Cornelis destijds het filofische, postsocratische schisma "Plato versus Aristoteles" met zijn schijnbaar achteloze doch in wezen storende grammaticale haperingen van tafel heeft geveegd. Of had ik dan toch een Engelstalige versie moeten lezen?