“...in dat aanstekelijke brabbeltaaltje. Nu pijn niet meer. Geen excoes. Bla-bla…” Een greep uit de actieve herinnering van een AD journalist na een historische dag, waarop een jonge atleet de hele wereld liet zien wat de uitdrukking never give up écht betekent.
Wat is dat toch met Nederlanders en hun obsessie met ‘vreemde’ accenten?
Leven zuur gemaakt
Ik ben geboren en getogen in Nederland, heb thuis nooit een andere taal gesproken dan Nederlands, maar toch menen sommige scherpe oren een klein accent bij mij te kunnen waarnemen. Een jongen met een dik Rotterdams accent heeft mij in de brugklas maandenlang het leven zuur gemaakt door alles wat ik zei te herhalen met een slechte imitatie van een Surinaams accent. Totdat ik hem adviseerde zichzelf ook zo’n accent aan te meten om net zulke goede cijfers voor Nederlands te halen als ik. Hij mopperde wat en heeft me dat jaar verder met rust gelaten.
Al sinds onze studententijd begeef ik met het liefst tussen een mengelmoes van Nederlanders, Amerikanen, Canadezen, Fransen en Italianen. Pogingen met iedereen te communiceren in hun moerstaal wordt altijd en zonder uitzondering aangemoedigd en enorm gewaardeerd. De inspanning ook nog zo authentiek mogelijk te klinken bracht sommige toehoorders ook wel eens in verwarring. Zo kwam het dat een wildvreemde Amerikaan die onze conversatie van een afstand had aangehoord voorzichtig op mijn schouder tikte en vroeg: “Are you guys from Chicago?” Uitgelachen werden we nooit.
Surinaams accent
Ik hoorde laatst het in de jaren tachtig grijsgedraaide nummer Don’t worry be happy weer eens op de radio. Het deed me denken aan een dj die een eigen versie op de melodie had gemaakt. “Don’t worry, je moet gewoon happy wezen” zong hij in zijn interpretatie van een Surinaams accent. Op school moest ik het wekenlang ontgelden. Van een provinciaals meisje met een licht Gooise tongval, was ik ineens veranderd in het zusje van Jeroen van Inkels alter ego.
Toen ik me ooit verontschuldigde voor het verkeer uitspreken van een Engels woord, zei een Amerikaanse vriendin dat ik me niet hoefde verontschuldigen aangezien ík degene was die haar taal perfect had leren spreken.
The Lion King
De uitdrukking en un momento dado van Johan Cruijff werd liefdevol in de Spaanse vocabulaire opgenomen. In de Verenigde Staten worden de niet authentieke accenten van Famke Janssen, Carice van Houten en Rutger Hauer dankbaar ingezet.
In Nederland werd een kennis na haar succesvolle auditie voor de musical The Lion King gevraagd of ze niet met een Surinaams accent kon praten. Ze was geboren en getogen in Amsterdam, niet in Suriname. Ze heeft voor de rol bedankt.
Je zou verwachten van een land met een geschiedenis die zich ver buiten de landsgrenzen heeft afgespeeld, dat ‘vreemde’ accenten inmiddels onderdeel van de gedeelde 21ste eeuwse cultuur zouden zijn.
Omarm accenten
Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat we accenten niet mogen negeren. We moeten ze omarmen. Achter elk accent schuilt een verhaal, mooi, intrigerend, treurig, inspirerend. Het is wat onze taal en onze cultuur verrijkt. Het bespotten van zoveel ondergewaardeerde rijkdom verarmt het juist.