Met mijn dochter (21, kunstopleiding, betrokken bij de wereld) heb ik het regelmatig over eten. Zij eet geen vlees (prima), wil van de vis af (hmm) en loopt met een grote boog om alles heen waarbij een dier in de buurt is geweest. Onlangs wees ze mijn zelfgemaakte en niet te versmaden pesto af vanwege de Parmezaanse kaas. Om kaas te maken wordt iets uit de maag van een kalf gebruikt, had ze nota bene van haar vader gehoord. Een week eerder was het huis te klein omdat ik per ongeluk een kippenbouillonblokje had laten rondslingeren bij mijn Mulligatawny.
Onvergeeflijk.
Gelukkig had ik de pot met gevogeltefond (braak!) nog net voor haar komst in de vuilnisbak gemieterd. In de vuilnisbak, ja. U moet zich mijn tweestrijd voorstellen. Had ik de schoongespoelde pot op het glasbakkenplankje gezet, was dit zeker aanleiding tot ruzie over mijn planeetverkwistende gedrag. Ik zwijg nog over het dierenleed.
Schroom
Mijn dochter behoort, beken ik met enige schroom, tot de brigade twintigers die het heel erg goed voor hebben met de wereld, met de dieren die erin leven en minder met de mensen die er de dienst uitmaken. Of met de groenten, want die eet ze veel en graag. Het is een wereld waarin meningen worden gevormd door andere twintigers die zeker weten dat je geen eieren van ongestelde kippen mag eten, waar je niet bij hoort als je brood eet, en waar je kind autist wordt als je een prikje tegen de mazelen haalt.
Het moderne Staphorst. Genieten is verboden. Gezond is verplicht. Want anders ga je dood.
En dan behoort zij nog tot de kritisch-rekkelijken.
Uitgeperste biet
Het is de wereld van de soja- en amandelmelk. De kokosolie en de havermout. Van de gember met uitgeperste biet. De wereld van de duurzame marketing. Want met een groene glans valt geld te verdienen. Maar dat weet mijn dochter nog niet.
‘Je moet gewoon een beetje gevarieerd eten’, zeg ik. Vezels. Vitaminen. Vetten. Koolhydraten. Al die mensen die ineens niet tegen brood kunnen – ingebeelde aanstellerij. Al die sapjes, allemaal suiker. Dovemansoren kijken me aan.
Waar baseer jij dat op?
Ik lees veel over voedsel, zeg ik. Ik ook, zegt ze. Dat is 1-0 voor haar.
Verkeerde goeroe
Wat ik lees ik wetenschappelijk. Wat jij leest is van de dochter van Matthijs van Nieuwkerk, al geloof ik dat ik hier even de verkeerde goeroe aanhaal.
Ze heeft niet veel op met de wetenschap. Vroeger mocht je geen ei eten. Of roomboter. Nu wel. Dus wat praat je met je wetenschap.
Ik zie een kloofje steeds groter worden. Terwijl ze toch twintig jaar bij me in huis heeft gewoond en veel van haar vader houdt. En andersom natuurlijk.
Mazelende kinderen
Met Reint Jan Renes sprak ik over overheidscommunicatie. En wat te doen als een groep onbereikbaar is. Zoals bij de niet-vaccineerders die met hun mazelende kinderen zoetjesaan het pokkenvirus weer tot leven brengen. Naast ze gaan staan, zegt hij. Je verplaatsen in hun wereld. Empathie. Begrip voor hun argumenten. En niet je eigen gelijk toeteren met een makkelijke campagne. Dat werkt averechts.
Een beetje zoals het kopje thee van Cohen, zegt Reint Jan.
Wil je thee?, vraag ik aan mijn dochter.
Alleen als je die groene hebt. Met gember.
Ja, schat.
Foto: 123rf/Brent Hofacker
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!