Met verbazing las ik de recensie van Max Kohnstamm in Adformatie over het boek Een smerige waarheid, waarin New York Times-journalisten Sheera Frenkel en Cecilia Kang het tech-bedrijf af zouden serveren. Kohnstamm gaat er aan voorbij dat Facebook nieuwe innovaties in de weg zit en niet vrij te pleiten is voor verantwoordelijkheid van de content die het verspreidt. Een smerige waarheid behoeft weinig nuance, in elk geval geen onjuiste nuances.
Businessmodel geen leidraad voor ethiek
'Een smerige waarheid’ is een scherp geschreven en lekker leesbaar boek. Maar het Facebook-concern wordt door de auteurs wel (heel) eenzijdig afgeserveerd', vat Kohnstamm zijn eigen recensie samen.
Deze nuanceringen zijn niet alleen onterecht maar zelfs gevaarlijk. Allereerst werpt Kohnstamm de vraag op of het concern verantwoordelijk is voor de inhoud die wij via haar platforms produceren en verspreiden. 'Het feit dat het platformmodel een totaal ander businessmodel vormt dan het klassieke pipeline-model lijkt de auteurs geheel te zijn ontgaan.'
Het is vrij schieten op deze redenering. Ten eerste neemt Facebook al enige verantwoordelijkheid voor de content op het platform, zo is er geen porno of geweld zichtbaar. Welke gruwelijkheden content-moderatoren filteren beschreef Hanna Bervoets overigens treffend in het Boekenweekgeschenk Wat wij zagen en laat zien welk leed ons bespaard blijft.
De vraag is of Facebook wel genoeg verantwoordelijkheid neemt, gezien de snelle verspreiding van nepnieuws. De Amerikaanse regering tikte Facebook op de vingers omdat nepnieuws over het coronavaccin te lang online blijft staan en zich daardoor kan verspreiden. Met andere woorden: Facebook acht zichzelf wel verantwoordelijk voor de content op het platform, schiet hierin te kort en brengt mensen daardoor in levensgevaar (immers: corona kills).
Kohnstamm wijst ons daarbij op het (platform) businessmodel van Facebook, wat het vrij zou pleiten van verantwoordelijkheid voor de content op het platform. Tsja. Dat zou betekenen dat Tata, Shell en KLM niet verantwoordelijk zouden zijn voor het uitstoten van CO2 en je een biomassacentrale niet verantwoordelijk kan houden voor het kappen van bossen.
Het is deze neoliberale laissez faire-houding die een klimaat schept waarin marktpartijen niet terug gevloten hoeven te worden omdat hun businessmodel innovatief zou zijn, terwijl je het op hun output en impact moet beoordelen. Het is heel knap dat KLM naar Bali kan vliegen, maar dat daar een boel CO2-uitstoot bij komt kijken is een probleem. Die vlieger gaat natuurlijk ook op voor Facebook.
Facebook niet innovatief, maar drempel voor innovatie
Dat brengt ons op een ander probleem: er is veel af te dingen op het succes van Facebook, dat nieuwe innovaties blokkeert. Kohnstamm: 'Het Facebook-concern heeft naast de drie miljard maandelijkse Facebook-gebruikers ook nog eens zo’n twee miljard gebruikers van WhatsApp en één miljard van Instagram. Enige bewondering voor deze - vanuit commercieel oogpunt - briljante prestatie is op zijn plaats. De auteurs spreken slechts op badinerende toon over de ‘product-developers’ bij Facebook en zwijgen over de vraag hoe het concern zo extreem succesvol kan zijn.'
Een aantal feiten op een rij. Facebook-oprichter Zuckerberg had al meerdere sociale media-websites ontworpen voor zijn medestudenten, zoals facemash.com, wat de vraag legitiem maakt hoe knap het ‘bedenken’ van Facebook is.
Dat Instagram en WhatsApp zo populair zijn, is geen prestatie van de product-developers van Facebook, net zoals de voetbalclub Paris Saint Germain er niet voor zorgt dat Messi zo goed kan voetballen. Facebook kocht deze bedrijven namelijk voor miljarden en integreerde het in haar bestaande diensten. De toezichthouders vragen zich overigens af of deze bedrijven niet opgesplitst zouden moeten worden.
Facebook als de VOC
Eva Schram beschreef in het FD (‘Facebook: de ultieme copycat van SiliconValley’) hoe het bedrijf telkens successen van andere bedrijven kopieert. Het ‘oneerlijke voordeel’ van Facebook (een miljardenbereik) en het kopiëren van concurrenten maakt het lastiger voor nieuwe tech-bedrijven om schaal te maken en houdt innovatie dus tegen. Jubelen om het commercieel succes van Facebook is niet veel anders dan een lofzang op de handelsgeest van de VOC: met ethiek heeft het weinig te doen.
Het probleem is niet dat de recensent niet op de hoogte blijkt van bovenstaande ontwikkelingen. Het probleem is dat de lezer een goed onderbouwd en vlot leesbaar boek over Facebook kan lezen en toch nog kan concluderen: wat een gaaf bedrijf.
Aaron Mirck is pr-adviseur en oprichter van Presscloud. Hij heeft een bijzondere interesse in technologie, en schrijft op DitAlgoritmeDeugtNiet.nl gedichten over de invloed van tech op ons dagelijks leven.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!