Wat je mening over de Occupy beweging ook moge zijn; het feit dat er – internationaal – een groep mensen is opgestaan om hun onvrede over het huidige, turbokapitalistische systeem kenbaar en openbaar te maken, maakt 2011 sowieso tot een memorabel jaar. Wat mij betreft zal 2011 de boeken ingaan als het jaar waarin het prille begin van een fundamentele socio-economische omslag gestalte kreeg. Het vervolg van deze omslag zal niet de vorm van een korte-termijn collectieve revolutie aannemen, maar van een lange-termijn individuele transformatie. Naar mijn bescheiden mening heeft de Occupy-beweging slechts een symbolische functie. De wereld gaat écht niet ingrijpend veranderen of verbeteren door het protesteren en kamperen van de kleine groep activisten. Daar is veel meer voor nodig. Dat maakt Occupy echter niet minder relevant. De kritiek en de opstand van de Occupy beweging heeft de morele crisis - die de werkelijke veroorzaker is van zowel de economische als de ecologische crises – geagendeerd. Dit agenderen – het op de kaart zetten - is een essentieel onderdeel van systeemverandering; al is het slechts de basis en/of het begin. Een fundamentele systeemverandering vraagt niet alleen om bekendmaking bij een groot, breed publiek , maar bewustwording van een groot, breed publiek.
De volgende fase – en wat mij betreft gaan we in 2012 stevige stappen in de goede richting zetten - is de bewustwordingsfase. We worden ons de komende periode niet alleen steeds beter gewaar van wat socio-economisch onvaardig, destructief gedrag is en wat socio-economische vaardig, constructief gedrag is; ook worden we ons bewust
dat-en-hoe socio-economisch onvaardig destructief gedrag door onszelf veroorzaakt wordt. En dat is een pijnlijke les. 2012 wordt daarmee eerst en vooral een pijnlijk jaar. We gaan de gevolgen van ons socio-economisch onvaardige, destructieve gedrag steeds nadrukkelijker voelen. Maar die pijn – dat lijden – is een noodzakelijk kwaad. In het boeddhisme wordt gezegd: ‘de les dient zich aan zodra de leerling er klaar voor is’. Door schade en schande wijzer, worden wij in 2012 langzaam maar zeker klaargestoomd voor socio-economisch vaardig & constructief gedrag. Naarmate ons bewustzijn groeit, groeit ook de bereidwilligheid om het écht anders te gaan doen.
Om het lot een beetje te helpen, en de benodigde grote, brede bewustzijnsgroei te stimuleren, roep ik u bij deze op om in 2012 – tegelijkertijd - twee dingen plaats te laten vinden:
1) het stimuleren van socio-economisch vaardige, constructieve productie en consumptie
2) het de-stimuleren van socio-economisch onvaardige, destructieve productie en consumptie
Laat ik met deze blog alvast een begin maken.
1)
Socio-economisch vaardige, constructieve productie en consumptie is het domein van deugdzaam, duurzaam en dienstbaar ondernemerschap. Denk corporate social responsibility, social entrepreneurship, cause related companies, green, eco, bio, organic, cradle2cradle, stakeholder strategy, for benefit business, recycling, upcycling, business happiness, collaborative consumption & production, fair trade. Zoals de waslijst aan actuele buzzwords al doet vermoeden, barst, bruist en borrelt het in de (zaken)wereld van deugdzame, duurzame en dienstbare initiatieven en/of innovaties. En dat is goed nieuws, maar dat goede nieuws wordt wat mij betreft lang niet voldoende groot en breed uitgemeten. Het krijgt wel – zeker de laatste tijd – positieve aandacht in de business (dag)bladen, blogs, (hoge) schoolopleidingen, congressen en boeken maar lang niet genoeg wat mij betreft. Deugdzaam, dienstbaar, duurzaam ondernemerschap verdient nog veel-en-veel meer positieve aandacht. Het moet van de positieve uitzondering op de regel – en een periferie en/of de underground in business - die het nu is, verworden tot het nieuwe centrum en/of de mainstream in business. Niet meer en niet minder.
2)
Dat is een mooi bruggetje naar het 2e onderdeel van de bewustwordingsfase – het de-stimuleren van socio-economisch onvaardige, destructieve productie en consumptie – wat onlosmakelijk bij het stimuleren van vaardige, constructieve productie en consumptie hoort, zoals yin bij yang hoort.
De 5e mindfulness precept van Thich Nhat Hanh – één van de vijf trainingen om aandachtig en constructief leven – leert ons dat bewust produceren en bewust consumeren geen vrijblijvendheid is, maar een noodzakelijkheid. Omdat alles in relatie staat met al het andere, en het ene altijd het andere veroorzaakt, heeft alles wat we doen – en dus ook produceren en consumeren - gevolgen. Er bestaat geen eigenbelang. Er is louter algemeen belang. Het is daarmee ongelofelijk belangrijk om bewust te produceren of consumeren, omdat het mede-bepaalt of we iets constructiefs of iets destructiefs voor onszelf én anderen veroorzaken. We zijn allemaal, altijd persoonlijk aansprakelijk voor wat we produceren en consumeren. We zijn feitelijk gezien wat we produceren en consumeren. Wij zijn het systeem. Wij bepalen - door ons denken en doen, door de conditioneringen en overtuigingen en de daarbij horende spelregels en afspraken - hoe constructief of destructief ons maatschappelijke systeem is. Vanuit dit gegeven bezien, is het de hoogste tijd om dienstbaar en duurzaam ondernemen niet langer als een deugd te benaderen en benoemen, maar als de norm. Het is niet bijzonder en goed om vaardig, constructief te produceren of consumeren. Het is de normaalste zaak van de wereld. Het is veel eerder bijzonder en slecht om destructie en leed te veroorzaken.
Zo ben ik enorm vóór fair trade, maar ben ik nog veel meer tégen unfair trade. En eigenlijk is dat belangrijker. Het is goed om je te beseffen dat de schappen – zonder dat we ons dat bewust zijn - vol staan met producten van bedrijven die, omwille van winstbejag, actief meewerken aan de uitbuiting van de allerarmsten in ontwikkelingslanden. Het consumeren van hun producten maakt je daar feitelijk gezien medeplichtig aan.
Het is goed dat er steeds meer expliciet groene en/of eco producten in de schappen staan, maar wat minstens net zo belangrijk is, is te beseffen dat diezelfde schappen vol staan met producten van bedrijven die de, in miljarden jaren zorgvuldig opgebouwde, fossiele hulpbronnen van Moeder Aarde leegroven en/of die direct meewerken aan de bedreiging van de mensheid door de schadelijke CO2 uitstoot die ze met hun bedrijfsvoering veroorzaken. Feit: door deze producten te consumeren help je hier ook – direct - aan mee.
Het is geweldig dat er tegenwoordig lustig op los wordt gerecycled en/of geupcycled, en dat er steeds meer bedrijven zijn die overstappen op cradle2cradle. Maar minstens zo belangrijk is de constatering dat het overgrote deel van de bedrijven nog steeds werkt volgens het klassieke take-make-waste principe, en dat jij – als je voor zo’n bedrijf werkt of als je een product van deze bedrijven consumeert – persoonlijk meewerkt aan de vervuiling en de verdere bedreiging van het milieu. Zo liggen de feiten.
Ook bijvoorbeeld biologische en organische levensmiddelen vormen onmiskenbaar een steeds groter wordend deugdzaam alternatief binnen het totale segment van levensmiddelen. En ik juich die ontwikkeling natuurlijk van harte toe. Het is echter eigenlijk veel urgenter dat veel van de conventionele levensmiddelen met behulp van overdadige hoeveelheden bestrijdingsmiddelen, ten koste van de natuurlijke biodiversiteit of dierenwelzijn zijn geproduceerd en tjokvol dubieuze chemische troep zitten. Biologisch en organisch zijn daarmee niet zozeer gezond; veel van de producten waarvan wij denken dat ze ‘normaal’ zijn, zijn feitelijk gezien ongezond.
En tenslotte komt ook social entrepreneurship – ondernemen dat gericht is op het bewerkstelligen van zakelijke én maatschappelijke winst – in een ander daglicht, als je bedenkt dat veel van de conventionele bedrijven zich eigenlijk met a-sociaal ondernemerschap bezighouden. Ik ben een enorme voorstander en liefhebber van sociale ondernemingen, maar eigenlijk is het veel belangrijker om te benadrukken dat bedrijven waar alles gericht is op het maximaliseren van het belang van de shareholder, en alles geoorloofd is om zoveel mogelijk – louter zakelijke – winst te maken, feitelijk gezien a-sociaal zijn. Elk bedrijf is namelijk afhankelijk van de maatschappij of gemeenschap waarin zij geworteld is. Bedrijven interzijn met de gemeenschap. Zonder gemeenschap kunnen bedrijven niet bestaat. Ook dat is een feit. Bedrijven die alleen maar nemen van diezelfde gemeenschap, die niks delen, die alles en iedereen voor hun eigen gewin gebruiken, zijn eigenlijk egoïstisch en vreselijk armoedig; hoeveel winst of shareholder value ze ook mogen maken. Het is goed om je te beseffen dat het consumeren van de producten van deze bedrijven jou ook armoedig en a-sociaal maakt.
Ik wens u allen een bewust 2012. Ik beloof u dat het daarmee een ongemakkelijk jaar gaat worden. Kijkt u deze donkere eindejaardagen maar eens écht eerlijk, en dan bedoel ik ook écht eerlijk, naar wat u als professional produceert en privé consumeert. Ik heb dat gedaan en vond het buitengewoon confronterend om te constateren hoe vaak ik eigenlijk medeplichtig ben geweest – en ben - aan wat feitelijk gezien misdadig is. Ik heb geleerd dat ‘prijs bewust’ in ons huidige systeem vaak de equivalent is van ‘waarde onbewust’, en dat ‘concurrentie voordeel’ vaak de equivalent is van ‘civilisatie nadeel’. Ik ben verre van perfect, maar voel me door de confrontatie met de harde realiteit wel enorm gemotiveerd om me zo vaak en zo veel als mogelijk bewust te zijn van mijn productie- en consumptiegedrag. En dat maakt een wereld van verschil!
Moge 2012 het jaar worden waarin ook u de confrontatie met de realiteit aangaat en zich bewust wordt van wat u produceert en consumeert. Moge 2012 het jaar worden waarin u – daarom - de vrijblijvendheid van deugdzaam, dienstbaar, duurzaam ondernemen inwisselt voor noodzakelijkheid. Neem u verantwoordelijkheid. Wees aansprakelijk. Doe normaal! Zijn we nou helemaal gek geworden?!
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!