[door Floor Bakhuys Roozeboom]
Van de bakker tot de makelaar en van de accountant tot de pr-prof: in vrijwel elke beroepsgroep staat creativiteit tegenwoordig op het lijstje van ‘onmisbare eigenschappen’. Zeker in het communicatievak kom je zonder deze competentie op je conto niet ver meer. Maar hoe word je eigenlijk creatief?
Carsten de Dreu, hoogleraar sociale en organisatiepsychologie, doet al tien jaar onderzoek naar de werking van creativiteit en schreef er een boek over: Creativiteit krijg je niet voor niets.
Drie inzichten om goed in de oren te knopen:
Les 1. Creativiteit is geen gave
‘Het is zo’n romantisch idee: de creatief met de magische gave die vanuit een soort goddelijke inspiratie het ene na het andere meesterwerk creëert. Maar van dat beeld klopt in de praktijk vrij weinig. Creativiteit is namelijk geen gave waarmee je geboren bent. Je kunt wel een persoonlijkheid ontwikkelen die meer of minder bevorderlijk is voor creativiteit. Zo zijn mensen die extravert zijn en meer openstaan voor nieuwe ervaringen over het algemeen iets creatiever. Depressief aangelegde mensen zijn weer wat minder creatief. Maar over het algemeen scheelt het niet veel. Creativiteit is vooral iets dat iedereen in zichzelf kan aanboren en zich via verschillende routes manifesteert. Je hebt de flexibele route, waarbij iemand heel vrij en al aanrommelend tot creativiteit komt. En je hebt de volhardende route: waarbij iemand door ploeteren, doorzetten en hard werken tot creativiteit komt. De ene route sluit misschien beter aan bij ons beeld van ‘magische creativiteit’, maar beide zijn uiteindelijk even effectief.’
Les 2. Creativiteit is maatwerk
‘Zoals er niet één route is die naar creativiteit leidt, is er ook niet één manier om creativiteit op te wekken of te stimuleren. Welke factoren bevorderlijk zijn voor creativiteit is erg persoonsafhankelijk. Mensen die veel behoefte hebben aan structuur en veel angst hebben om fouten te maken, slaan bijvoorbeeld dicht onder tijdsdruk, maar als je deze mensen rust en ruimte geeft, kunnen ze heel creatief zijn. Mensen die weinig behoefte hebben aan structuur en minder bang zijn om fouten te maken, gedijen juist weer prima onder een beetje druk. Zo’n ‘ultra-creatieve’ Google-omgeving, met statafels, zitzakken en ballenbakken is voor de een misschien heel bevorderlijk, maar voor de ander juist helemaal niet. Als je creativiteit wilt stimuleren, gaat het er dus om dat je de juiste match creëert tussen de persoonlijkheid en de omgevingsfactoren. Niet one size fits all, maar maatwerk dus.’
Les 3. Creativiteit krijg je niet voor niets
‘En maatwerk, dat kort nu eenmaal tijd en geld. De boodschap aan directeuren, leidinggevenden, managers en teamleiders is dan ook: als je creativiteit wilt, zul je erin moeten investeren. Je zult de mensen die het moeten doen de ruimte, kennis, kunde en materialen moeten geven die ze nodig hebben om tot creativiteit te komen. En creativiteit is heel persoonlijk, dus het heeft geen zin om er als bedrijf lukraak een paar miljoen tegenaan te gooien en dan wonderen te verwachten. Want wat voor de een werkt, werkt voor de ander niet. Je zult dus gericht moeten investeren. Pas dan kun je de creatieve potentie van iedereen ten volle benutten. Creativiteit kan je heel veel opleveren, maar je moet er wel iets voor willen doen.’
College Tour, deel 1, de 3 lessen van antropoloog Jitske Kramer, vind je hier.
College Tour, deel 2, de 3 lessen van primatoloog Liesbeth Sterck, vind je hier.
College Tour, deel 3, de 3 lessen van software engineer Rini van Solingen, vind je hier.
Dit is het laatste deel van de College Tour. Het complete artikel is tevens gepubliceerd in Communicatie Magazine, mei 2016, en vind je hier.
Foto: Milette Raats