Vorige week werd bekend dat je per 1 november voor twee dagen in de week op de TU Delft te vinden bent. Je wordt praktijkhoogleraar Concept Design aan de faculteit Industrieel Ontwerpen. Wat ga je precies doen?
‘Ik ga me voornamelijk bezig houden met het bachelor-onderwijs en vooral het ontwikkelen daarvan. Het bepalen van een curriculum duurt vaak lang in de universitaire wereld. In mijn visie te lang. Het moet mogelijk zijn een methode te bedenken waardoor veel sneller geschakeld kan worden met de veranderende wereld. We moeten een goede balans krijgen in aansluiting vinden bij de buitenwereld en tegelijkertijd een gezonde afstand houden. We willen niet bezig zijn met het leren van het kunstje van de dag. Ik zie dat als een grote uitdaging.’
En kom je ook ‘voor de klas’ te staan?
‘Ja, ik begin 1 november met het meedraaien met het onderwijs. Ik ga zo snel mogelijk met studenten in gesprek.’
Daarnaast ben je onder meer creatief directeur van Fabrique, bestuurslid van BNO en maak je deel uit van het Topteam Creatieve Industrie. Hoe ga je het allemaal combineren?
‘Het klinkt inderdaad als veel, maar binnen Fabrique heb ik de managementtaken al een tijdje geleden overgedragen om mezelf voor andere dingen vrij te maken. Ook mijn aandeel in het Topteam en een aantal andere rollen zal ik de komende maanden afbouwen en waar nodig is overdragen. Daardoor komt er ruimte voor mijn nieuwe rol. Ik denk dat het in januari voor mij weer overzichtelijk wordt.’
Want het Topteam Creatieve Industrie is wellicht ook wel eindig…
‘Nou ja, dat is nog open. Het is een black box hoe een volgend kabinet met topsectorenbeleid omgaat. Ik denk dat het wel wordt doorgezet, maar op een andere manier. Maar daar is nu nog geen sprake van.’
Jij gaat je nu met onderwijs bezighouden en de verbetering ervan. Wat valt je op aan de afgestudeerden die bij Fabrique rondlopen?
‘Ik zie studenten van allerlei opleidingen langskomen. Het niveau van de opleidingen is wisselend, al kiezen wij wel de krenten uit de pap natuurlijk. Ik ben enthousiast over hoe Industrieel Ontwerpen zich heeft ontwikkeld. Het is een brede studie geworden, waarin het gaat over ontwerpen van diensten, fysiek producten, apps of systemen. De opleiding is kennisgedreven, er worden veel tools en methodes beschikbaar gesteld waarmee de studenten aan de slag kunnen. Er is een goede mentaliteit, maar ik zou er nog wel wat meer lef in willen stoppen. Een beetje van het "ik verover de wereld"-gevoel dat de Design Academy ook heeft.’
Je bent vorige week ongetwijfeld ook naar de Dutch Design Week in Eindhoven geweest. Wat heb je daarvan meegenomen?
‘Ja vier dagen. Wat ik heel positief vind, is dat de beweging van "design voor de wereld" naar "designing the world" wordt gemaakt. Van mooie ontwerpen naar innovatie en relevantie, dat is in Eindhoven erg voelbaar. Het kwam ook goed tot uiting op de "Mind the step"-tentoonstelling van de drie TU’s. Verder was er voor het eerst het DDW-muziek-festival en dat was een groot succes. Inderdaad een beetje de beweging naar SxSW, maar dan met een eigen signatuur. Wat mij betreft mogen ze zo doorgaan.’
Over Jeroen van Erp
Jeroen van Erp studeerde in 1988 af aan de faculteit Industrieel Ontwerp aan de TU Delft. In 1992 was hij medeoprichter van Fabrique, een multidisciplinair designbureau. In 1994 ging hij daar aan de slag met de interactieve media-afdeling en sindsdien is Fabrique niet weg te denken uit het digitale designlandschap. Het bureau heeft inmiddels vestigingen in Delft, Amsterdam en Rotterdam en er werken ruim 100 mensen.
Van Erp is er nog altijd creative director, maar heeft ook ruimte gemaakt voor nevenfuncties. Hij is bestuurslid van de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers (BNO), het Lab Vlieland en de Design & Emotion Society. Ook maakt hij deel uit van het Topteam Creatieve Industrie. Van Erp gaat zijn aanstelling als hoogleraar voor twee dagen in de week combineren met zijn directeurschap bij Fabrique.
