Toen creatieven David de Winter en Rogier Cornelisse elkaar 20 jaar geleden leerden kennen, werkten ze met regelmaat op het terras van P.King, op de hoek van de Vijzelstraat en Herengracht in Amsterdam. De basis voor een inmiddels langdurige vriendschap werd gelegd. En het leidde tot een side-project waarin terrassen centraal staan. Een jaar lang portretteerden zij Amsterdam en Amsterdammers in beeld en woord, iedere keer vanaf een ander terras. De Winter met zijn penseel, Cornelisse met zijn pen. De 52 (woord)beelden verschenen in het Parool en worden samengebracht in het boek ‘Toen We Daar Zo Zaten’, mogelijk gemaakt via Voordekunst.
Louterend
Voor Cornelisse is schrijven een uitlaadklep. Hij schrijft gedichten die hij ook voordraagt op poëzieavonden (of spoken word-avonden, zo u wilt). Volgers op Instagram kunnen zijn ‘dagvogels’ bewonderen; tekeningen van vogels voorzien van een kleine quote. ‘Ik schrijf vooral om mijzelf beter te begrijpen. Als ik dicht, dan komen de woorden vanzelf. Het heeft mij een betere copywriter gemaakt denk ik, omdat poëzie ook technisch is. Je experimenteert met verschillende stijlmiddelen. Alliteratie is in reclamecopy bijvoorbeeld ook heel bruikbaar. Dan schrijf ik met als doel te overtuigen, binnen de kaders. Taal is bij beiden de basis.’
Bij de serie die hij met De Winter maakte, legde hij zichzelf de kaders op. ‘Naast de frequentie en lengte moest ieder stukje met een andere letter uit het alfabet beginnen.’ Het project had voor Cornelisse – die alcohol een aantal jaar geleden definitief afzwoor - een louterende werking. ‘Toen wij als team samenwerkten hebben we veel kroegen en terrassen gezien samen. Nu zat ik er volledig nuchter, met dezelfde vriend. Ik was toen ik vijf jaar geleden stopte met drinken wel eens bang dat ik zonder alcohol niet meer creatief kon zijn, maar dat blijkt niet zo te zijn.’
Tweede natuur
Voor De Winter is tekenen een tweede natuur. Hij groeide in het reclamevak als assistent van Krijn van Noordwijk al snel door tot art director. ‘Dan maak je eigenlijk vrij weinig meer zelf, dat miste ik. Eerst ben ik met een aantal reclamevrienden samen gaan schilderen. Later ben ik het zelf gaan doen in mijn eigen atelier en galerie, onder de naam Staaf.’
Tegenwoordig is De Winter vooral regisseur en animator. En op dagen dat hij niet op de set staat of achter de computer zit, trekt hij zich graag terug in zijn atelier. ‘Ik denk dat ik beiden nodig heb. Ik kan op de set ook helemaal in mijn element zijn. Het blijft bijzonder om met verschillende mensen aan iets te werken en dat alle kleine stukjes die je vooraf hebt bedacht op zijn plek vallen. Deze zomer liepen er meerdere commercial producties tegelijkertijd waardoor er even weinig tijd over was om te schilderen. Dan begint het op een gegeven moment wel weer te jeuken.’
Het kersverse boek 'Toen we daar zo zaten', mogelijk gemaakt via Voordekunst, is verkrijgbaar op: toenwedaarzozaten.amsterdam