Vraag het niet aan de burger

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Eerder berichttten we al over Yfke Ongena die vaststelt dat . Nu blijkt ook de neutraliteit ernstig in twijfel te moeten worden getrokken. Een vraag is nooit waardenvrij, een serie vragen al helemaal niet.

Een Tilburgse promovendus stelt nu vast dat peilingen zelfs de kloof met de burger, die ze soms moeten dichten, juist eerder vergroten. Dit wisten de Maurices van deze wereld natuurlijk al lang, maar toch. Leest u even mee.

De dat W. Tiemeijer op 7 juni 2006 promoveert bij de professoren Frissen en Ankersmit met het toenemende enquêteren van burgers door de overheid. Die overheid wil immers 'naar burgers luisteren' en 'de kloof dichten'.

Echter, dit soort wanhopige fratsen van 's lands leiding zal de kloof tussen politiek en eerder vergroten dan verkleinen. Tiemeijer kreeg voor zijn onderzoek, dat inspeelde op de verwarring na Pim Fortuyn die tot het veelvuldig bevragen van 'de burger leidde'.

Hij begon met de , waarmee het kabinet-Balkenende in februari 2003 begon. Voor zijn onderzoek sprak Tiemeijer met de ministers Verdonk, Donner en Van der Hoeven en met tientallen ambtenaren.

Tiemeijer laat zien dat de vragenlijst van de Belevingsmonitor welhaast moest leiden tot slechte rapportcijfers. Media namen die resultaten weer - zoals gebruikelijk als het woordje 'onderzoek' in het spel is - klakkeloos over. En dit beïnvloedde de burger weer negatief.

De opinieonderzoeken bij de Justitie en Onderwijs pakken beter uit. Bij beide departementen blijkt opinieonderzoek van invloed op de communicatie ('beter uitleggen') maar niet of hooguit zeer indirect op de beleidsvorming.

Tiemeijer concludeert dat er een helder onderscheid gemaakt moet worden tussen twee soorten vragen:
1. Opinievragen naar wat burgers aan problemen in hun eigen leefomgeving ervaren en naar hun waarden en drijfveren.

Dit zijn onderwerpen waarover burgers bij uitstek deskundig zijn. Vragen hiernaar levert belangrijke en zinvolle beleidsinformatie op, die de staat kan helpen zijn werk beter te doen. De staat zou zulk onderzoek standaard moeten uitvoeren in beleidsvorming.

2. Opinievragen naar wat de staat moet doen om de problemen van burgers op te lossen. Dergelijke vragen leveren voor de beleidsvorming doorgaans non-informatie op. Als men desondanks toch opinieonderzoek over 'wat Den Haag moet doen' blijft verrichten en publiceren, kan dat gemakkelijk leiden tot teleurstelling over de feitelijke prestaties van de overheid.

"Zo wordt de kloof juist vergroot. In het ergste geval leidt dergelijk onderzoek alleen maar tot een nodeloze polarisatie tussen staat en burgers", aldus Tiemeijer.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie