[door Ron Jacobs]
‘Dan is er blijkbaar niet één waarheid,’ is het enige wat Thomas Erdbrink kan uitbrengen. Voor de zoveelste keer die avond is de omstreden activist Abou Jahjah hem de baas. Hoofdschuddend kijk ik toe. Erdbrink heeft blijkbaar zijn verbale plafond bereikt. De argumenten zijn op. En dan resteert enkel nog de postmoderne dooddoener ‘dan is er blijkbaar niet één waarheid’.
Dooddoeners. In bijna elke organisatie kom ik ze tegen:
● Zo, wat ben je weer elitair.
● Dat is weer zo politiek correct van jou.
● Kom op, dat is enkel maar theorie.
● Jij bent altijd dwars, hè. Zeg ik a, zeg jij b.
Verdraaiing
Alle bovenstaande dooddoeners zijn per definitie vals te noemen. Waarom? Vanwege het gebrek aan nuance. Elke dooddoener is een zwart-wit-uitvergroting van een kenmerk van de opponent (elitair type, theoreticus) of een verdraaiing van zijn gedrag (altijd dwars). Toch missen dooddoeners hun uitwerking niet. De ander is meestal onmachtig er iets productiefs mee te doen. De definitieve nekslag voor elke discussie.
Argumentatieve onmacht
En dat terwijl de dooddoener zelf het product van onmacht is. Argumentatieve onmacht, verpakt in verbaal geweld (‘jij bent politiek correct’). Een valse terugtrekking waar je alert op moet zijn.
Ik ken bedrijfsculturen waar men elkaar om de oren slaat met dooddoeners. Het resultaat? Lege discussies en bovenal: frustratie. Wie keer op keer een dooddoener naar het hoofd geslingerd krijgt, denkt wel twee keer na voordat hij met kritiek op het communicatiebeleid of een nieuw idee over duurzaamheid op de proppen komt. Logisch, want voor je het weet, word je weggezet als politiek correct, elitair of een theoreticus die niets van de praktijk heeft begrepen.
Wat kun je doen?
Er zijn twee methoden om de dooddoener onschadelijk te maken.
1: Benoem de discussie-killer expliciet als dooddoener. En dat deze riekt naar onmacht.
2: Overdrijf! Ga in de suggestie mee. Maar dan over the top, in de vergrotende trap. Reageer met een: ‘Enkel theorie? Fijn dat je het opmerkt. Ik ben zo dol op theorie! De praktijk kan me geen moer schelen, het gaat mij om de modellen. Als die lekker klinken, ben ik tevreden!’ Of: ‘Ik elitair? Kèrel! Nou, reken maar. Ik ben net lid geworden van de Rotary én de Lions Club.’
Enfin, daarom vond ik het bijzonder jammer dat The Big Lebowsky niet de keuzefilm van Abou Jahjah was. Want Erdbrink had die eerste zondag, qua argumentatie, behoorlijk veel weg van The Dude: ‘Yeah, well, that’s just, like, your opinion, man!’