[Door Jan Vincent Meertens]
Demissionair minister Jeroen Dijsselbloem suggereerde maandag in de Frankfurter Allgemeine Zeitung dat de zuidelijke landen hun geld aan ‘drank en vrouwen’ opmaken en daarna bij het Europees noodfonds om financiële hulp aankloppen. Later zei hij: ‘Ik betreur dat aanstoot is genomen aan mijn opmerking die voortkomt uit een streng Calvinistische cultuur en Nederlandse directheid.’
De context
Dijsselbloem is, zeker na het grote verlies van de PvdA, aangeschoten wild en tegenstanders in binnen- en buitenland zullen alles aangrijpen hem verder te verzwakken. Dijsselbloem’s uitspraak is een klassiek voorbeeld van verkeerd taalgebruik. Niet alleen de woorden tellen bij interculturele communicatie maar de hele context. En die context kan dan in Nederland klein zijn, in veel andere landen, waaronder de Zuid-Europese, is die hoog.
Moedertaal
In het recent verschenen boek Do we have a deal? besteed ik uitgebreid aandacht aan communicatie tussen Nederlanders en mensen uit een andere cultuur. Onze culturele wortels liggen in de taal die we spreken. In onze moedertaal dromen we. We beschikken over een ruime woordenschat waarmee we onze gedachten en gevoelens kunnen uiten. Het Nederlands draagt onze nationale geschiedenis en ervaring.
Taal beperkt
Nederlanders communiceren direct en vaak met weinig woorden. Wat je hoort, is wat je krijgt. De context speelt geen hoofdrol. Toch lopen we zelfs als we onderling Nederlands spreken tegen misverstanden aan. Alfred Korzybski is een Poolse filosoof die vond dat de mens in twee werelden leeft: de wereld van de spraak en de werkelijke wereld. Percepties en taal leiden ons soms af van de feiten, van wat de waarheid zou kunnen zijn. Wij zitten gevangen in onze eigen taal, zo zei Korzybski. Hoe moeilijk is het dan om de werkelijkheid te onderscheiden in een taal die niet eens de onze is? Taal verbindt en taal beperkt.
Schijn bedriegt
Zodra we een taal spreken die niet onze moedertaal is, is er meer context nodig om duidelijk te maken wat we bedoelen. We spreken over het algemeen een aardig mondje Engels of Duits. Maar schijn kan bedriegen.
Ook Dijsselbloem is zich bewust van taalverschillen en is altijd alert geweest op misverstanden. Behalve deze ene keer. Zich beroepen op het Nederlandse Calvinisme doet geen goed, daarmee beaamt hij dat hij het wel vindt maar dat hij het niet (zo) had moeten zeggen. Maar Zuid-Europeanen horen de dingen niet zoals ze zijn, … ze horen de dingen zoals zij zijn.
Direct
De Zuid- Europeanen zijn oprecht verontwaardigd, in hun eer aangetast. Drank en vrouwen is één ding, maar dat koppelen aan hun financiële handel en wandel gaat te ver. Zoiets zeg je niet, ook al ben je Calvinist en direct.
Zie ook It’s more woe for Joost en Reading the Air.
FOTO: EPA
Jan Vincent Meertens is partner van cultureel instituut Itim International, gastdocent bij Nyenrode Business University en NHTV/Penn State University en trainer en adviseur voor onder meer de Europese Unie.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!