Rechter verklaart internetovereenkomsten ongeldig

Om de maand schrijft Theo Bosboom een column in onze nieuwsbrief. Hoewel het een beetje lang is vor een blog, wil ik jullie deze eigenlijk niet onthouden: Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat veel ondernemingen op internet nog niet voldoen aan alle regels die gelden op het gebied van e-commerce. Het gaat dan met name om de Wet elektronische handel en de Wet koop of afstand, die inmiddels al enkele jaren van kracht zijn.

Enkele recente rechterlijke uitspraken tonen aan dat de gevolgen van het niet voldoen aan de regels van elektronisch bestellen ingrijpend kunnen zijn. Het gaat om een drietal zaken tussen het internetbedrijf Lis BV en (vermeende) klanten. LIS exploiteert verschillende erotische websites.

Klanten kunnen via een abonnement toegang krijgen tot de content daarop. Om klanten hiervoor te interesseren, biedt LIS gratis proefabonnementen aan. In de zaak die diende bij de kantonrechter te Rotterdam, stelde Lis dat het proefabonnement dat een (vermeende) klant had afgesloten, automatisch was overgegaan in een betaald gold membership. Dit zou volgen uit haar algemene voorwaarden. De klant weigerde echter te betalen, omdat er volgens hem geen geldige overeenkomst tot stand was gekomen.

De kantonrechter te Rotterdam stelt in zijn uitspraak van 19 januari 2006 de gedaagde volledig in het gelijk. Hij accepteert het verweer van gedaagde dat - als er al sprake zou zijn van een overeenkomst - Lis niet heeft voldaan aan de informatieplichten van de wet elektronische handel. In deze wet staat onder meer dat de aanbieder vóórdat de overeenkomst langs elektronische weg tot stand komt op duidelijke, begrijpelijke en ondubbelzinnige wijze informatie moet verstrekken over onder meer:

1. De wijze waarop de overeenkomst tot stand komt en in het bijzonder welke handelingen daarvoor nodig zijn.
2. Het al dan niet archiveren van de overeenkomst nadat deze tot stand gekomen is.
3. De wijze waarop de wederpartij van door hem niet gewilde handelingen op de hoogte kan raken, alsmede de wijze waarop hij deze kan herstellen voordat de overeenkomst tot stand komt.

Deze informatieverplichtingen strekken ertoe de consument te beschermen en zijn dan ook dwingend voorgeschreven voor de diensten zoals Lis die aanbiedt. De vorderingen van Lis worden dan ook afgewezen. De overeenkomst - als die al bestaat - is vernietigbaar op grond van de wet.

Ook in de twee andere juridische procedures zijn de vorderingen van Lis tegen vermeende klanten afgewezen. Weliswaar ging het steeds om relatief kleine bedragen (vorderingen van enkele honderden euro's), maar indien een onderneming bij geen van de door haar afgesloten abonnementen betaling kan afdwingen, kan zij uiteraard in grote problemen komen. Al met al vormen de uitspraken een duidelijke waarschuwing dat de regelgeving op het gebied van e-commerce serieus moet worden genomen en dat webondernemers ervoor moeten zorgen dat hun internetovereenkomsten op rechtsgeldige wijze tot stand komen.