Een Mooij gesprek met... Charles Huijskens


- Lees ook: Charles is vrij
Rocco Mooij praat met bijzondere mensen uit de wereld van communicatie, marketing en reclame. Mensen die een andere wending aan hun leven geven. Als gevolg van een ingrijpende gebeurtenis, of gewoon omdat ze daar zelf aan toe waren. Welke inzichten levert dat op, hoe verandert het je kijk op werk. Deze keer, voormalig communicatieconsultant en oud-journalist Charles Huijskens
Twee Zielen
Er huizen twee zielen in Charles Huijskens, realiseer ik me als ik de laatste woorden van ons gesprek uittik. Er is de Charles van de sappige anekdotes en de vileine steekjes onder water. Het is Charles die we kennen als de Pietje Bell van de PR, hoofdpersoon in zijn eigen schelmenroman. Altijd bereid om bedrijven en vermogende particulieren uit de publicitaire brand te helpen. Maar er is ook een serieuze Charles. Charles de betrokken leraar Nederlands, Charles de literatuurliefhebber, die me de dagen na het gesprek veelvuldig wetenswaardigheden stuurt over zijn grote fascinatie: de lotgevallen van de grote schrijver Thomas Mann en zijn getroebleerde kinderen, Klaus Erika en Golo.
Vacatures
Senior Marketeer Partnerships
Nationale Postcode LoterijTeamleider Online
AVROTROSCommunications Director
World Press PhotoCharles de Serieuze
Daarom een verslag in twee delen. Te beginnen bij Charles, de Serieuze. Want dat was de aanleiding voor dit gesprek. Een kort bericht op LinkedIn, begin november waar mijn oog op bleef hangen. Zo’n stukje met van de vlaggetjes erbij waar je op ‘Gefeliciteerd met je nieuwe baan’ kon klikken. Las ik dat nou goed? Charles Huijskens docent Nederlands?
Gerelateerd
Ik las het goed. Drie dagdelen per week geeft hij les aan Havo5- en VWO6 leerlingen. Meester Charles heeft een duidelijk doel voor ogen: ‘alle leerlingen door dat eindexamen heen trekken’. Het is geen reguliere middelbare school, maar het Luzac. De klassen zijn luxueus klein – tien leerlingen – en zijn aanstelling duurt tot na het eindexamen. Heerlijk, zegt de kersverse docent. Dit kwam als een geschenk. ‘Ik was gestopt met werken, had weinig te doen. Dat is moeilijk hoor.’ Een jaar geleden trok hij de deur van Huijskens Sassen achter zich dicht na ruim dertig jaar. Hij verkocht zijn aandelen met de afspraak dat hij in een adviesfunctie op afstand betrokken blijft. ‘Maar: Ik ben er niet vaak, al vind ik het wel leuk om zo nu en dan op kantoor te zijn.’
De voor de hand liggende optie – af en toe nog een adviesklus: hij heeft er geen behoefte aan. ‘Nee, dat is klaar en dat is voor mij ook een ontdekking. Ik ben ooit Nederlands gaan studeren en dat was niet voor niets. Dat vak blijft op een of andere manier trekken, en nog meer als je ouder wordt. De cirkel is nu rond. Toen ik afstudeerde was het: je gaat toch niet voor de klas staan? Uiteindelijk wel dus, al is het misschien maar tijdelijk.’
Ik voel me nu vrijer
.
‘Een soort taalzwemmen’, noemt hij de lessen Nederlands. ‘Ik zoek nog naar een betere metafoor, dus als jij wat weet… Dat Nederlands is het zwemwater waar we in zwemmen. De les die ik geef is bedoeld om ze te leren niet te verzuipen. Het doel is om weerbare Nederlanders van ze maken die kunnen participeren in een volwassen democratie. Zijn ze in staat om kritisch teksten te beoordelen, dat is de hoofdmoot. Begrijp je wat er hier gebeurt? Zie je de drogredenen? Zoals zo’n actie van de Hema, daar heb ik me zo mateloos aan geërgerd. Hij trekt een cadeaubon uit zijn portefeuille. Dit is een actie die ze samen met de Vriendenloterij doen. Jongens, wie wil er 15 euro, vraag ik aan de klas. Nou dat willen ze wel. Moet je wel bij de Hema uitgeven. Maar je krijgt helemaal geen 15 euro. Je moet gewoon eerst betalen om lid te worden van die loterij. Ik vind dat oplichterij. Dat een fatsoenlijk bedrijf zich daarmee inlaat. Schandalig. Ik heb voor EasyJet gewerkt. Gevleugelde uitspraak van de topman: There is no such thing as a free lunch, so I won’t give you one. Als iemand zegt: gratis, moeten alle alarmbellen afgaan. Dat geef ik ze mee.
Dat geldt ook voor de politiek. Die uitspraak van Wilders tegen Timmermans: We kunnen debatteren tot we een ons wegen en in uw geval gaat dat nog een tijdje duren; dat vinden ze geweldig. Het gemene van zo’n Wilders, ik wil ze leren daar doorheen te prikken.'
Je lijkt een ander iemand geworden.
'Nou nee, dat kan toch niet?'
Losser
‘Ja, dat wel. Ik voel me nu vrijer. Laatst las ik een goed stuk in het FD. Ik heb die journalist een mail gestuurd. Vroeger was ik daar - om niet als een slijnbal van een PR-bureau over te komen - zeer terughoudend in. Maar nu kreeg ik een hele leuke mail terug.
Heel eerlijk, ik had het best wel wat eerder willen doen. Als je zo’n bureau hebt, ben je altijd klantgericht bezig. Dan is zo’n school een verademing. Niet commercieel, het gaat niet over omzet, er werken allemaal mensen die authentiek het belang van die kinderen voor ogen hebben. Er is veel negatieve publiciteit over het lerarentekort over de zogenaamde rampzalige staat van het onderwijs. Ik ben helemaal niet zo somber. Ze lezen niet, ja een enkeling. Maar ik heb ook niet de illusie dat ik er veertig enthousiaste lezers van kan maken. Er zijn thuis nul boeken en geen kranten, ze kijken niet naar het achtuurjournaal. Dus dat schiet lekker op. Maar ze weten alles. We beginnen elke week met wat mij is opgevallen in de media en wat hun is opgevallen. En daar leer ik ook van. Dan komen ze met Bender. Die jongen van 16 die verslag deed van de rellen na Ajax-Maccabi. De verslaggevers van het Parool waren om twaalf uur lekker naar bed gegaan. Maar hij dacht: nu gaat het beginnen. Die jongen heeft een geweldig journalistiek instinct en dat herkennen die leerlingen.’
Zelf ben ik ook niet zo literair
.
Acht boeken staan er op havo- leeslijst. Twaalf voor het vwo. Dat is niet niks, vindt hij. ‘Dat het literair moet zijn heb ik afgeschaft. Als ze maar lezen. Als ik met Max Havelaar aankom, kan ik het shaken. Bovendien, weet jij wat literatuur is? Als Marcus Aurelius zijn memoires opschrijft is het literatuur en bij Johan Cruyff niet. Zelf ben ik ook niet zo literair, niet zo NRC-deftig. Ik ben gewoon een Telegraafjongen. Daarom erger ik me ook dood aan het eindexamen. Alleen maar stukken uit NRC, Volkskrant, Trouw. Wat is dat voor poeha?’ Met gespeelde verontwaardiging: ‘Dat hele onderwijs is een broedplaats van voormalige krakers en communisten. Ik ben trouwens zeer van de dunne boekenclub. Ik heb een leestafel, daar liggen twintig tot dertig boeken op waar ze uit kunnen kiezen. Als ik dan een boek omhooghoud van duizend pagina’s, gaan niet meteen alle vingers omhoog. Alleen dat nakijken. Ik kan geen onvoldoendes geven. Dat ben ik niet gewend. Als je voor klanten werkt, is het altijd: kom op, we maken er wat van. Je gaat niet zeggen; het wordt nooit wat. Dus dat moet ik nog leren.’
Charles de Journalist
Vraag hem een moment te noemen uit zijn loopbaan, dan zegt hij: Ja, toch de journalistiek. Daar lag mijn roeping. Telegraaf, NOS Journaal. Mijn mooiste herinnering? Mandela, die heb ik een paar keer geïnterviewd. De eerste keer vlak na zijn vrijlating, toen was hij nog voorzitter van de ANC. President de Klerk was daar ook bij. We waren allemaal diep onder de indruk. NOS, RTL actualiteitenprogramma’s, de hele vaderlandse pers was er.. Alsof Jezus op aarde was teruggekeerd. Wel grappig om te vertellen: we hadden geloot wie de eerste vraag mocht stellen. Dat was een collega die nu in de communicatie zit. Ik zal zijn naam niet noemen. Dat is niet chic. Mister De Klerk, zei hij tegen Mandela. IJzige stilte. My name is Mandela. Daarna mocht hij nog een keer. En verdomd, doet-ie het weer Mister De Klerk
begon hij…My name is Mandela. Iedereen lag op de grond van het lachen. Dus als ik nu een boek van die man over zijn Gesprekken met Mandela voorbij zie komen, moet ik onwillekeurig toch aan dat interview denken.
Charles de Communicatieman
Over nu naar Charles de Communicatieman. De Charles van de smakelijke anekdotes. Dit valt op in het gesprek: die tijd lijkt ver weg. Meermalen vraag ik hem naar zijn geheim, een inzicht dat hij met lezers wil delen. Maar telkens meandert Huijskens dan weer een ander pad op, weg van zijn communicatiejaren. Alsof hij met de verkoop van zijn bureau, ook radicaal afscheid heeft genomen van dat deel van zijn verleden.
‘Is dat zo? Dat was mij nog niet opgevallen.’ Even blijft het stil, en dan: ‘Een leerling vroeg me: heeft u ook zo’n bullshitbaan gehad?’
En?
‘Nee, ik heb altijd heel leuk gevonden om met jonge mensen samen te werken. En ik heb ook wel voor hele mooie klanten gewerkt. Heb ik je nooit verteld over de ontvoering van Claudia Melchers in 2005?
Ik was erbij gehaald door haar vader Hans Melchers, industrieel en miljardair. Claudia had een cateringbedrijf, ik heb daar later nog eens gegeten. Verdomd lekker trouwens. De hele kwestie duurde twee of drie dagen. Toen werd ze vrijgelaten. De zaak trok enorm veel aandacht, echt een pandemonium. Die kerels waren zo geschrokken van de publiciteit, die hadden het een beetje benauwd gekregen. En Claudia had tegen ze gezegd, laat mij nou maar los. Dan regel ik dat losgeld wel met jullie. Tijdens de persconferentie, kwam ineens een vraag van het Parool of het waar was dat de ontvoerders 300 kilo cocaïne losgeld eisten. “Geen idee, zei de hoofdcommissaris. Ik vind het een hele rare eis.” Terwijl dat gewoon op een briefje van de ontvoerders stond dat in Claudia’s appartement lag. “Ze is vrij. Eind goed, al goed”, zei de commissaris om ervan af te zijn. Terug naar huis in de auto hoorde ik de eerste van een hele rij deskundigen op de radio. Allemaal vermoedden ze een interne afrekening in de drugsscene. Die Melchers is een drugshandelaar. Waarschijnlijk is Claudia ontvoerd omdat hij die drugs moet leveren. Of, wat ook kan, zijn dochter doet de catering op feestjes van drugscriminelen.’
Daar op dat moment zag Charles ineens hoe het werkte. Journalisten hebben een plot nodig. Het is het bekende Engelse voorbeeld: The king died and then the queen died. Dat zijn twee losse elementen die pas een verhaal worden als je er een betekenisvol verband tussen aanbrengt. And then the queen died of grieve. Dan kun je het onthouden en doorvertellen. Dat doen journalisten voortdurend. Verbanden aanbrengen die er niet zijn. Je kunt niet schrijven: vanochtend stegen de beurzen en ‘s middags daalden ze weer en niemand weet hoe dat komt. Vanaf dat moment heb ik dat inzicht altijd toegepast in mijn werk. Journalisten willen een plot. Geef ze dat.’
De zaak Melchers was een van de vele avonturen uit het professionele leven van Charles. Grote zaken die soms maanden de voorpagina’s beheersten, maar nu al bijna vergeten lijken. Zoals het debacle bij DSB, waar Charles namens de curatoren optrad. Of de fraudezaak bij Ahold, waar topman Cees van der Hoeven overname op overname stapelde in de VS, zonder afdoende financiële onderbouwing. De zaak leidde bijna tot de ondergang van het supermarktconcern. Charles vertegenwoordigde de RvC van Ahold. ‘Een geweldige tijd! Zes aandeelhoudersvergaderingen in één jaar. En ik maar speeches en presentaties schrijven. De leden van de Raad van Bestuur reden rond in gepantserde auto’s die met vliegende vaart een parkeergarage onder het pand in reden, waarna de RvB-leden met een speciale lift naar de hermetisch afgesloten bovenste verdieping werden gebracht.
Voorzitter van de RvC was Henny de Ruiter. Na het gedwongen vertrek van de ceo werd hij gedelegeerd commissaris in de rol van ceo. Hij betrok de kamer van Van der Hoeven en ik zat in de kamer naast hem. Kamer is een eufemisme. Dat waren zalen. Echt enorme vertrekken met eigen badkamer en wc.’ Want dat is hem ook bijgebleven: de afstand tot het gewone leven.
“Rij maar achter me aan”, 'zei een van de commissarissen op zeker moment tegen me. Onmogelijk. Die chauffeurs denderden overal doorheen. Ze kregen bekeuring op bekeuring, maar dat interesseerde ze geen reet. En de politie vond het ook geen probleem, kennelijk.’
Zijn afdronk van de omgang met topbestuurders is wat gemengd. ‘Het zijn sterke beentjes die de weelde kunnen dragen. Die weelde, die macht, die miljoenen waarmee mensen naar huis gaan, dat doet wat met je.’
Maar als je wel een goed persoonlijk contact of een klik hebt, dan is dat ‘een cadeautje’. ‘Dat moet je koesteren. Hoe dat ontstaat? Ik kwam bij een lid van de RvC thuis en zag een boek op tafel liggen dat ik net uit had. Een geweldige biografie van Albert Speer, de nazi-architect. Dat RvC-lid was net zo enthousiast over dat boek als ik. Een gelukstreffer, maar zoiets schept een band. Het klinkt wat pedant, maar het helpt wel als je een brede belangstelling hebt en goede boeken leest.’
Daarover gesproken: ‘Ik ben altijd gefascineerd geweest door de familie Mann. Klaus was de eerste die in de gaten had welke kant het met Duitsland in de jaren dertig opging. Op zeker moment belt hij zijn vader, de grote schrijver Thoman Mann. Die is dan in Zwitserland. Klaus is bang dat hij wordt afgeluisterd en zegt: blijf daar maar, want het is heel slecht weer hier. De vader begrijpt het niet en wil toch naar München komen. Nee, vader doe dat niet. Het is echt heel slecht weer hier.’
Zo’n gevoel heb ik wel eens als ik naar de politieke ontwikkelingen kijk. Ja ook hier in Nederland. Zo iemand als Peter van der Maat, een communicatieman die zich daar fel over uitspreekt: ik volg hem, maar ik voel me niet geroepen om dat ook te doen. Wat niet wegneemt dat ik me enorme zorgen maak. De PVV, dat is een fascistische partij. Je kunt geen lid worden! De NSB was fundamenteel democratischer. Die Agema: dat is de allerergste. Die kan niks. Als je iets wilt bereiken, moet je gewoon doen wat Wilders zegt. Als je je bek houdt en je doet mee, word je minister. Ik vind het onbestaanbaar dat zoiets op die positie zit.’
Onze MP? Geen idee wie die vent is
.
‘The lunatics are running the asylum’, zo vat Charles het huidige politieke klimaat samen. ‘Ik probeer mijn leerlingen uit te leggen wat de kerntaak van een politicus is. Met jou inhoudelijk debatteren op basis van argumenten: U hebt het gehoord, wilt u mijn standpunten steunen. Maar we hebben nu een gozer als MP maar ik heb nog nooit een standpunt van die vent gehoord. Geen idee wie die man is. Ik vind het een griezel. Is hij ziek? Rutte was ook een manager, maar die had wel kwaliteit. Al vind ik het wel een beetje een praatautomaat. Zeker in zijn huidige rol bij de Navo. Dat is gewoon een zetbaas van Trump. Ik heb in mijn tijd als parlementair journalist Lubbers en Kok meegemaakt. Die waren echt van een heel andere orde. Maar nu moeten we maar stoppen, anders wordt het oude mannenpraat.’
Rocco Mooij was jarenlang journalist en hoofdredacteur. Sinds een aantal jaar adviseert hij bedrijven en topbestuurders over hun communicatiebeleid en mediastrategie.
Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word lid