Laten we beginnen met het uiteenzetten van wat de begrippen welvaartsgeoriënteerde en welzijnsgeoriënteerde bedrijfsvoering nou precies behelst.
Welvaartsgeoriënteerde bedrijven zijn per definitie alleen kostengericht. De missie bij alle bedrijfsactiviteiten is simpel: winstmaximalisatie. Door de kosten zo laag mogelijk te houden en de opbrengsten zo hoog mogelijk te maken. Het resultaat staat centraal. Welzijnsgeoriënteerde bedrijven streven niet naar winstmaximalisatie maar wederkerigheidmaximalisatie. Alle aspecten van de bedrijfsvoering zijn gericht op het manifesteren van het motto ‘wie goed doet, goed ontmoet’. Het rendement staat centraal.
Driehoek
Wat betekent dit verschil concreet? Laten we om de boel te verduidelijken een bedrijf versimpelen tot een samenspel van een drietal stakeholders: medewerkers, leveranciers en klanten. Ik ben me er terdege van bewust dat deze driehoek niet het hele bedrijfsleven representeert, maar het vertegenwoordigt wel de essentie.
We beginnen met de welvaartgeoriënteerde bedrijven en hun medewerkers. Winstmaximalisatie betekent zo laag mogelijke lonen voor medewerkers en zo laag mogelijk lasten wat betreft het creëren van arbeidsomstandigheden. Dan leveranciers. Winstmaximalisatie vereist dat leveranciers een zo laag mogelijke prijs wordt betaald voor hun bestanddeel in het uiteindelijke eindproduct. Doel is immers om de marge tussen inkoop en verkoop zo groot mogelijk te maken. Hoe meer marge, hoe meer winst, hoe meer succes. En dan zijn er tenslotte nog de consumenten. Afhankelijk van de concurrentie en conventie binnen de markt waarin het bedrijf zich bevindt, vraagt winstmaximalisatie om de hoogst mogelijke verkoopprijs; dat is de maximale prijs die consumenten bereid zijn te betalen voor een product zónder over te stappen naar een andere aanbieder. Een bedrijf die deze drie criteria controleert, zo goedkoop mogelijke arbeid, zo laag mogelijk inkopen en zo hoog mogelijk verkopen, maakt maximale winst.
En dan nu dezelfde situatie voor welzijnsgeoriënteerde bedrijven. Dit betekent voor diezelfde medewerkers dat er niet per definitie zo laag mogelijke lonen worden uitbetaald, maar dat dit afhankelijk is van de gewetensvraag die het bedrijf zich stelt: waar worden mijn medewerkers gelukkig van? De kans is groot dat de beantwoording van deze vraag resulteert in hogere lonen en hogere lasten voor de arbeidsomstandigheden. Dan de leveranciers. Ook hier voor geldt dat alles begint met de basisvraag: hoe maak ik mijn leveranciers gelukkig? Wederom is de kans groot dat de inkoopkosten stijgen. En tenslotte zijn er de consumenten. Op de vraag ‘wat maakt mijn consumenten gelukkig?’ is de kans groot dat de consument een lagere verkoopprijs ambiëren of een hogere productkwaliteit. Beiden hebben een negatief effect op de conventionele winstmarge.
Ik zie de lezer al denken. Dit is toch allesbehalve een pleidooi voor geluk als centraal businessbeginsel? Dit levert toch een buitengewoon ongunstige rekensom op voor het bedrijf? Het geluk van medewerker, leverancier en consument is dan toch hartstikke slecht voor de bottomline van de zaak?
Actie = reactie
Wie dieper naar bedrijfsvoering schouwt zal ontdekken dat schijn bedriegt. Wederkerige bedrijfsvoering is wel degelijk goed voor de bottomline. Medewerkers die zich gelukkig voelen, omdat ze zich door hun werkgever respectvol behandeld voelen en de liefdevolle vriendelijkheid van hun werkgever (h)erkennen in een goed salaris en goede werkomstandigheden, hebben namelijk meer hart voor de zaak. En medewerkers met hart voor een zaak werken harder en zijn loyaler. Heel simpel. Actie = reactie. Het resultaat is een hogere arbeidsproductiviteit en een lager werknemersverloop. Dit levert het bedrijf dus een hogere productie output en lagere werving en selectie investeringen op. Want waarom zou je niet je best doen en/of bij een ander bedrijf gaan werken als je het écht goed hebt bij je huidige werkgever? Beide effecten, hogere/betere productiviteit en lagere investeringen, zijn gunstig voor de bottomline van het bedrijf.
Dan leveranciers. Leveranciers die zich gelukkig voelen, omdat ze de liefdevolle vriendelijkheid van hun opdrachtgever (h)erkennen in goede, eerlijke leveringsvoorwaarden, zullen altijd maximale kwaliteit leveren en zich maximaal inzetten voor het reilen en zeilen van het bedrijf waaraan geleverd wordt. Daarnaast zullen deze leveranciers niet 1, 2, 3 in zee gaan met een concurrent als die mogelijkheid zich voordoet. Dit levert het bedrijf een solide basis op voor een zo goed mogelijk eindproduct. Hetgeen gunstig is voor de concurrentiepositie van het bedrijf. Wederom iets wat rechtstreekse invloed uitoefent op de financiële prestatie van het bedrijf. En dan is er tenslotte nog de consument. Gelukkige consumenten, die de liefdevolle vriendelijkheid van het bedrijf (h)erkennen in een kwalitatief maximaal product voor een minimale prijs, zijn trouwe consumenten en sociale consumenten. Trouwe consumenten hoef je als bedrijf niet steeds opnieuw te werven en sociale consumenten vertellen hun goede ervaringen over je product tegen andere consumenten. Zodat jij dit niet steeds hoeft te doen. Het product verkoopt zichzelf. Gevolg is dat het bedrijf haar marketingactiviteiten kan minimaliseren. Hetgeen een enorme kostenbesparing oplevert en daarmee een positieve invloed op de bottomline heeft.
Kortom: bedrijven waarin wederkerigheid in plaats van winstgerichtheid, verdiensten in plaats van verdienen, waarde in plaats van geld, immateriële assets (bieden) in plaats van materiële assets (bezitten), de lange termijn in plaats van de korte termijn en kwaliteit in plaats van kwantiteit centraal staan, zijn gezondere bedrijven. Oók financieel. Geluksgerichte bedrijfsvoering is daarmee geen hypothetische of idealistschee prietpraat, maar gewoon goed voor business. Geluk is het nieuwe geld!
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!