Door: Jaap Toorenaar
Het is 1975 en in Rotterdam richten vier jonge kerels een reclamebureau op. Theo van den Broek, Fred Kolsteeg, Hans Kramers en Louk Varossieau. En ze noemen hun bureau ARA. Het groeit hard en bloeit uitbundig, misschien ook door het imago van de vestigingsplaats. ARA is niet het zoveelste bureau uit Amsterdam.
Met zijn maat Hans Kramers, artdirector, is Louk er verantwoordelijk voor de destijds bekende campagne met de Moulinex-man. Hij heeft ook veel met muziek. ‘Zo in mijn sas met Badedas’ staat op zijn naam, later volgt ‘Poets je tanden sterk met Prodent’. Na ruim tien jaar verlaat hij het bureau. Hij werkt kort bij Saatchi & Saatchi en staat in 1987 aan de wieg van zijn tweede bureau, VW&A, Varossieau, Wielaard en van Asperen. In 1993 zal hij terugkeren naar de moederschoot. Zijn nieuwe bureau gaat samen met zijn oude bureau en Louk werkt weer bij ARA.
Misschien is zijn bekendste werk geen reclamewerk. Met collega Peter Nuyten schrijft hij ‘Het leven is goed in het Brabantse Land’, wat zal uitgroeien tot het officieuze Brabantse volkslied. Hun carnavalslied ‘Neem nooit je hondje mee naar de Chinees’, gooit minder hoge ogen. Louk schrijft later ook liedteksten voor een show van Willeke Alberti. Voor zijn jarenlange werk voor het Rode Kruis ontvangt hij ‘Het Kruis van Verdienste’
Zelf zal ik me Louk herinneren als een grote, kleine man. Eén van mijn leermeesters, kleurrijk, energiek en altijd in voor absurde grappen. ARA, ooit Louks bureau, staat 45 jaar na de oprichting nog rechtovereind. En zijn vriendschap met de drie andere oprichters is in zijn leven nooit uitgedoofd. In een soms luchtige en vluchtige reclamewereld mag je dat opmerkelijk noemen.
Jaap Toorenaar is publicist en tekstschrijver bij het Rotterdamse reclamebureau ARA.
Reacties:
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!