Belgen en Nederlanders last van informatie overload

Het media-aanbod van traditionele media (magazines, radio, tv, en kranten) wordt steeds groter, maar ook via nieuwe en mobiele kanalen, zoals de mobiele telefoon en de PDA (Personal Digital Assistant), thuis, op kantoor, onderweg in de trein of in de auto, in de supermarkt en op straat. In het onderzoek werd zowel naar de informatiebehoefte bij consumenten gepeild als de manier waarop zij met persoonlijke en gepersonaliseerde informatie wensen om te gaan.

Uit onderzoek blijkt dat de Nederlander het meest geïnteresseerd is in informatie over de gezondheid, gevolgd door verkeer, economie en werk. Voor de Belgen staat verkeersinformatie op de eerste plaats, gevolgd door milieu en gezondheid. Herkomst van voedingswaarden blijkt in beide landen ook een belangrijk onderwerp te zijn.

Betrouwbaarheidsindicator
Verder blijkt dat zowel de Belg als de Nederlander internet als eerste informatiebron gebruikt. Meer dan 80 procent zou een betrouwbaarheidsindicator over de informatiebron bij zoekresultaten van zoekmachines op internet echter wel op prijs stellen.

De krant is de tweede informatiebron.

Ongeveer 30 procent van de Nederlanders en de Belgen kan zich ook vinden in een digitale krant die enkel die nieuwsfeiten geeft die hen persoonlijk interesseert. Als een dergelijke krant zou bestaan, zou een kwart van de Belgische consumenten en bijna een vijfde van de consumenten in Nederland de traditionele krant links laten liggen. De meeste van deze consumenten geven ook aan bereid te zijn meer te betalen voor een gepersonaliseerde krant.

De nummer drie wijkt af tussen beide landen. Waar 27 procent in Nederland de mobiele telefoon aangeeft als informatierelevant medium, komt die bij slechts 22 procent Belgen naar voor. Voor Belgen is de radio dan weer een belangrijker informatief medium. De televisie is wel nummer vier in beide landen al geven toch 13 procent minder Nederlanders aan dat ze de tv beschouwen als een relevant medium voor informatievergaring (24 procent tegenover 37 procent Belgen). Het medium dat in beide landen als minst relevant beschouwd wordt om zich te informeren zijn folders. Slechts 13 procent vindt folders bruikbaar in hun zoektocht naar relevante informatie.

De mobiele telefoon wordt in beide landen gezien als een nieuw informatiekanaal met potentieel. Wel noemt de helft van de ondervraagden informatie die via hun mobiele telefoon wordt aangereikt een inbreuk op de privacy.

Micro-payments, betalingen via de gsm in winkels, automaten, parkeergarages, kunnen op een grotere potentiële interesse rekenen in beide landen: 29 procent van de Nederlanders en 32 procent van de Belgen is te vinden voor deze nieuwe mobiele toepassing.

Gepersonaliseerde reclameaanbiedingen
Gepersonaliseerde reclameaanbiedingen hebben de interesse van meer Belgen (76 procent) dan Nederlanders (60 procent). Hetzelfde geldt voor op maat gemaakte kortingsbonnen: 72 procent Belgen en 55 procent Nederlanders zijn hierin meer geïnteresseerd dan in ongepersonaliseerde algemene reclamebrochures. Een derde zou zich eerder door op maat gemaakte reclame laten adviseren dan door gewone reclame.

De beste kanalen om een dergelijk commercieel aanbod bij de consument te brengen zijn: e-mail, schermpjes op de winkelkar en de mobiele telefoon. Maar ook schermpjes op de koelkast van de consument thuis kunnen nog bij een groot deel van de consumenten een geschikt informatiekanaal zijn voor commerciële maar op maat gemaakte boodschappen; 36 procent onder de Nederlanders en 32 procent van de Belgen vindt dergelijke tv-schermen een geschikt kanaal.

Dit resultaat is vrijwel te vergelijken met de evaluatie van de schermen in een thuisbankieromgeving. Daar is 39 procent van de Belgen en 32 procent van de Nederlanders te vinden voor gepersonaliseerde bancaire en zelfs niet-bancaire informatie. Op het computerscherm thuis staat 52 procent van de Belgen en 46 procent van de Nederlanders open voor gepersonaliseerde informatie over bepaalde bankdiensten. Zes op de tien Belgen zou sneller naar een gespecialiseerder vertrouwenspersoon stappen binnen de bank als die op voorhand al ingelicht werd over wat hij wou. In Nederland ligt dat aandeel op 47 procent.

Uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat de consument zich tegenwoordig maar een vraag stelt bij het lezen van informatie: ‘What's in it for me?’.