Samenwerking BVA, VEA en GVR

Daarmee is de eerste stap gezet naar een samenwerking die moet leiden tot het delen van de backoffice, een kenniscentrum en één locatie. Roland de Haas van de Vea verwacht dat begin 2004 de drie partijen op één plek zitten. Het Nima en de Moa staat vooralsnog buiten dit nieuwe samenwerkingsverband.

In de intentieverklaring is vastgelegd dat partijen in het voorjaar van 2003 het Centrum voor Commerciële Communicatie zullen oprichten. In het Centrum zullen gezamenlijke activiteiten op het gebied van kennismanagement en public affairs worden gebundeld. Daarnaast zal een speciale afdeling de organisatie van congressen en award uitreikingen op zich nemen.

Veranderende marktomstandigheden, waarbij de communicatiebranche zowel aan vraag- als aanbodzijde wordt geconfronteerd met schaalvergroting, concentratie en internationalisering, hebben geleid tot een kritisch oordeel over nut en noodzaak van de toegevoegde waarde van de programma’s.

De verenigingen hebben vastgesteld dat er drie doorslaggevende redenen zijn om tot samenwerking te komen:

1. Vakinhoudelijke verdieping: door samen te werken inspelen op de verdere professionalisering van het vak en meer toegevoegde waarde leveren door verdere optimalisatie van het kennis management.
2. Herkenbaarheid van de branche: het benutten van de gezamenlijke kracht om de vrijheid van commerciële communicatie te waarborgen. Dit belang behartigen bij politiek, overheid, consument en overige stakeholders. Daarnaast het creëren van een loket, waar belangenbehartiging en vakkennis integreren.
3. Efficiënter omgaan met kosten. Het wegnemen van programmatische doublures, het voorkomen van overbewinkeling en besparingen op management, staf en huisvesting.

De verenigingen behouden hun eigen posities ter behartiging van de individuele belangen van de achterban. De collectieve activiteiten zullen in het Centrum worden ondergebracht. Het Centrum krijgt daartoe een centrale functie en profileert de branche.
Het Centrum krijgt een zelfstandige positie met een eigen bestuur, bestaande uit representanten van de oprichters en een directeur.

De Haas meldt formeel dat in de loop van 2003 zal worden onderzocht welke overige partijen bij het Centrum zouden kunnen en willen aansluiten, waarna het in de bedoeling ligt begin 2004 een gezamenlijke huisvesting te kiezen zodat de back office kan worden gedeeld. Een en ander zal leiden tot aanzienlijke besparingen, zegt De Haas.
Alfred Levi, bestuurder en beoogd voorzitter van het Nima, reageert laconiek op het nieuwe elan van de drie clubs. De directeuren van GVR, Vea en BVA kwamen afgelopen donderdagavond na afloop van hun gezamenlijke verklaring, naar de bijeenkomst van de Register Marketeers van het Nima, om de bestuurders en directie van het Nima persoonlijk op de hoogte te stellen van het nieuws. ‘Ze worden vooral door communicatie gedreven’, zegt Levi in een reactie. ‘Ik vind het alleen vreemd dat Vea en BVA in een club willen terwijl ze zulke tegengestelde belangen hebben.’
Het Nima zette in eerste instantie alle hoop op een samenwerking met de DMSA, maar dat liep op niets uit met een faillissement van de DMSA als dieptepunt. Een jaar geleden kwamen BVA, Vea en GVR ook nog langs, maar toen had het Nima grote financiële problemen en was men te druk met de eigen zaken. Als belangrijkste reden waarom het Nima niet meegepraat heeft, zegt Levi nu: ‘Het is met drie partijen al moeilijk genoeg om iets van de grond te krijgen. We zullen aanzien hoe het zich verder ontwikkelt. Het Nima is nu in ieder geval weer op orde, de financiën zijn gezond en we zijn voor iedereen een aantrekkelijke partner. Ik denk dat ze ons op termijn er toch graag bij hebben.’