Overslaan en naar de inhoud gaan

Nicholas Carr: ‘Internet maakt ons oppervlakkiger’

Nicholas Carr heeft een boek geschreven: ‘The Shallows: What the Internet Is Doing to Our Brains’ (‘Het Ondiepe: Hoe Onze Hersenen…
Miniatuurvoorbeeld
Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
© adformatie
Miniatuurvoorbeeld
Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
© adformatie

(Opmerking: dit is een linkloze tekst om uw aandacht bij de tekst te houden. De tekst bedraagt 1.050 woorden. Deze lengte is niet erg des internets, u moet dus iets meer uw best doen.)

related partner content for mobile comes here

Gisteravond was de Amerikaanse auteur op uitnodiging van het John Adams Institute in Amsterdam om te praten over zijn boek en zijn sombere kijk op de mens en het gebruik van internet en andere nieuwe-mediatechnologie.

Nicholas Carr is zeker niet onverdeeld pessimistisch over internet, laat dat duidelijk zijn. ‘De kracht van internet is dat het ons nieuwe dingen laat ontdekken. Nieuwe informatie, nieuwe mensen.’

Carr gaf aan dat ons leven de laatste paar jaren radicaal is veranderd. Er zijn zoveel nieuwe vormen van technologie in ons dagelijks bestaan gekomen. Vroeger maakte nieuwe apparaten ons leven makkelijker. De apparaten stonden in dienst van de mens. Nu is dat andersom, zei hij. ‘De apparaten overmeesteren ons, wij zijn de onderdanigen.’ Kijk maar eens rond in een treincoupé, kijk eens naar de slingerende fietsers, wandelende mensen in het straatbeeld. Het getuur op schermpjes is overal.
En het heeft effect op onze hersenen. Carr spreekt uit eigen ervaring. In 2007 merkte hij dat zijn hersenen anders gingen functioneren. ‘Ik kreeg steeds meer moeite om me langdurig op een ding te focussen.’ Zoals het lezen van een boek.

Zijn hoofd bleek niet meer lineair te willen lezen, maar meerdere dingen tegelijk willen doen.

Carr vermoedde eerst dat het kwam omdat hij gewoon te druk was, maar nee: zijn gedachten wilden in een voortdurende flow blijven.

Het blijkt in de neurologie niet iets onbekends te zijn: je hersenen passen zich aan. Wat niet wordt gebruikt, wordt zwakker. Dat geldt zeker voor hersenen in combinatie met media en technologie, weet Carr.

Hij is bezorgd over de langetermijneffecten van het gebruik van internet.

Bij internet draait het om:
- Connectie
- Hoeveelheid
- Snelheid
- Interactiviteit

Internet is een interruptierijke omgeving. Alles kan er – het is het eerste medium dat we kennen waar alle media een plaats in hebben. En we verwachten de informatie snel te krijgen. En in grote hoeveelheiden.
Wat het internet ook doet, is het ontmoedigen van het lang vasthouden van de aandacht - sustained attention, zoals Carr het aanduidde.

In deze tijd met deze technologieën word je niet langer aangemoedigd om met je gedachten lang bij een onderwerp te blijven.

De aandacht wordt, zoals bij het lezen van een boek, niet meer per pagina vastgehouden, internet is één lange informatiestroom. In het begin van het internet waren de webpagina’s vrij statisch, maar met de opkomst van social netwerksites hebben we een voortdurende stroom van informatie. Twitter, Facebook, één lange informatiestroom.

Waarom is dat zo schadelijk? Nou, zei Carr, het zorgt ervoor dat het werkgeheugen in de hersenen wordt beperkt. Het kortetermijnwerkgeheugen wordt overladen met korte snippets van informatie. We blijken maar 2-4 dingen tegelijk tot ons te kunnen nemen. Met internet en de moderne technologie proberen we veel meer dingen tegelijk te verwerken, waardoor er een overload plaatsvindt en informatie niet het langetermijngeheugen bereikt.

Wat blijft over: een blur van informatie waarmee we in de hersenen niets opbouwen. Er wordt niet langer kennis en ervaring opgebouwd. Een cognitieve overload.

Stel: je leest online een stuk tekst vol links. Maak niet uit of je wel of niet op die links klikt (en daarmee weer andere informatie tot je neemt), je hersenen registeren die links en maken de afweging om wel of niet op die links te klikken.
Psychologe Patricia Greenfield schreef naar aanleiding van onderzoek aan Stanford in 2009 in Science magazine dat: 'Screen media build strengths in visual-spatial intelligence but weaken mindful knowledge acquisition'.

En psychologieprofessor Clifford Nass zegt in diezelfde studie naar de gevolgen van het multitasken bij media: ‘Adding digital insult to cyber-injury, multitaskers even seem to get worse at multitasking. Heavy-duty multitaskers are suckers for irrelevancy. Everything distracts them.’

Irrelevante informatie wordt voor internetters belangrijk. Het gaat om de hoeveelheid informatie, niet om de waarde ervan.

‘Het echte denken lijdt er onder. Het dieper nadenken, het langdurig nadenken. De denker, zoals we die van Rodin kennen is niet welkom op internet’, aldus Carr.

‘Neem het printboek’, zei Carr. ‘Daar staan slechts woorden in. Maar dat is de kracht van het boek. Het zorgt ervoor dat je je gedachten bij de tekst houdt, je traint je hersenen in dieper nadenken.’

De verandering in de balans tussen korte en lange aandachtspanne is al voor de opkomst van internet aan de gang. Maar met internet gaat het nu wel een stuk sneller. En volgens Carr zijn er hoge kosten verbonden aan het gebruik van deze technologie.
Het zorgt voor een verlaging van de productiviteit van werknemers, creativiteit wordt minder gestimuleerd (men komt minder snel op nieuwe en afwijkende ideeën) en kennis wordt niet langer in de hersenen opgeslagen. En, het wordt steeds lastiger om in ‘eenzaamheid’ na te denken en te zijn. Er wordt steeds meer verwacht dat je te allen tijde bereikbaar bent.

Er treedt een verlies van culturele rijkdom op.

Carr citeerde dichter T.S. Eliot uit diens Choruses from the Rock: ‘Where is the wisdom we have lost in knowledge? Where is the knowledge we have lost in information?’

Maar niet alles is verloren, het is geen onomkeerbaar proces. De hersenen zijn elastisch. Als je stopt met twitteren, niet langer 40 keer per uur je inbox checkt voor nieuwe mail, niet langer internetteksten met hyperlinks leest, sms’en laat voor wat het is, veren je hersenen terug in hun eerdere staat en ben je in staat om weer dieper na te denken. En een boek te lezen.

(Moderator van de avond, Joris Luyendijk had een tip voor het lezen van het boek: ‘Niet na het lezen van het boek een joint roken, dan gaat het echt helemaal mis met je. Dat weet ik, want dat deed ik.’)

Advertentie

Reacties:

Om een reactie achter te laten is een account vereist.

Inloggen Word lid

Melden als ongepast

Door u gemelde berichten worden door ons verwijderd indien ze niet voldoen aan onze gebruiksvoorwaarden.

Schrijvers van gemelde berichten zien niet wie de melding heeft gedaan.

Advertentie

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Word lid van Adformatie

Om dit topic te kunnen volgen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Al lid? Log hier in

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen liken, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Al lid? Log hier in