ACNielsen: consumentenvertrouwen in Europa blijft somber
Deze opgewekte stemming in Azië wordt vooral gevoed door de opkomende consumentenmarkten van China en India, de twee grootste en snelst groeiende ter wereld op dit moment. In Europa daarentegen hebben bijvoorbeeld de Franse, Duitse en Italiaanse economie te maken met negatieve (of minimale) groei, groeiende werkloosheid en politieke onzekerheid.
In het onderzoek, dat tweemaal per jaar online wordt gehouden en het grootste is in zijn soort, vraagt AC-Nielsen consumenten naar hun vertrouwen op het gebied van de economie, wat hun (voorgenomen) uitga-venpatroon is en wat hun belangrijkste zorgen zijn. Het onderzoek vond plaats in mei 2005 en werd uitgevoerd onder 21.100 respondenten in 38 landen in Europa, Azië Pacific, Noord Amerika, Latijns Amerika en de emerging markets.
Vacatures
Accountmanager
SpottaAccountmanager New Business
SpottaExterne communicatie- en mediaspecialist
Vereniging Eigen HuisOp sociaal en economisch vlak ontwikkelen China en India zich nog steeds in een enorm tempo. De economische groei ligt op acht procent per jaar of meer, en de consumenten in die landen hebben nu dus een grotere koopkracht dan ooit. Beide landen zitten flink in de lift, met mogelijkheden op het gebied van werkgelegenheid, groeiende investeringen in infrastructuur en stabiele valuta. Frank Martell, CEO ACNielsen Eu-ropa: ‘Het leven is goed voor de Chinezen en de Indiërs, en het wordt alleen maar beter.’
De Europese consumenten vormen daarmee een schril contrast. Zij vragen zich af of het mogelijk nog slechter kan gaan met de economie van hun land, en velen van hen zien nog geen tekenen van herstel. In de top 10 van de meest pessimistische landen staan zeven Europese landen genoemd.
‘Met uitzondering van Ierland, Rusland en Noorwegen is Europa nog erg somber, en de meeste consumenten zien nog geen licht aan het eind van de tunnel’, volgens Martell. In Frankrijk, Italië, Spanje en Duitsland zag de consument de afgelopen zes maanden zelfs een verslechtering van de situatie – zonder uitzicht op herstel. De Noorse, Deense en Poolse consumenten zagen als enigen in Europa een duidelijke economi-sche verbetering. Voor de komende 12 maanden verwacht ongeveer de helft van de consumenten in Rusland, Ierland en Polen een verdere verbetering. Daarentegen bereiden Griekse (54 procent), Franse (53 procent) en Italiaanse (46 procent) consumenten zich voor op een verwachte nog moeilijker periode en een verdere economische verslechtering.
Martell: ‘Griekenland kampt al jaren met een slechte economie. De korte Olympische opleving heeft uiteindelijk alleen de diepgewortelde economische problemen van het land benadrukt, zoals een hoge werkloosheid die per kwartaal groeit, en stijgende inflatieniveaus.’
Van de Nederlandse respondenten zegt 21 procent dat men een verbetering heeft gezien in de economie, tegenover 14 procent vorig jaar. Het aantal mensen dat de economie zag verslechteren is met 15 procent gedaald tot 43 procent.
Tegelijkertijd zijn de verwachtingen iets positiever dan in 2004. Meer mensen (38 procent) denken dat de economie het komende jaar zal aantrekken, en veel minder mensen verwachten een verslechtering van de economie (30 procent, versus 48 procent vorig jaar).
Wereldwijd zijn de Indiërs, de Chinezen en de bevolking van Hong Kong het meest optimistisch. 80 Procent gaf aan dat zij de economie hadden zien verbeteren in de afgelopen zes maanden en dat volgens hen een nog stralender toekomst wacht.
In Europa vinden we de gelukkigste consument met het meeste vertrouwen in Ierland. Dit land staat boven-aan de Europese ACNielsen Consumer Confidence Index. ‘Vergeleken met de rest van Europa groeit Ierland in een stabiel en goed tempo. Het land heeft de afgelopen jaren een gezonde en duurzame economische groei laten zien’, zegt Martell. ‘Ierland kent een uitzonderlijk sterke werkgelegenheidsgroei, de inflatie is onder controle, een groeiend persoonlijk inkomen, een stabiele financiële situatie en een gezonde groei van de export. De huidige tevredenheid van de Ieren en hun optimisme voor de toekomst komen in ons onderzoek duidelijk naar voren.’
Met uitzondering van de Ieren, de Russen en de Noren, zien de Europese consumenten de situatie op de arbeidsmarkt voor de komende 12 maanden niet rooskleurig in. In Duitsland gaf 20 procent van de respon-denten aan dat vooruitzichten voor een baan het komende jaar ‘slecht’ zijn, in Frankrijk was dat 16 procent. In Nederland is de stemming ook niet positief: ruim tweederde denkt dat het ‘niet zo’n goed’ of een ‘slecht’ jaar zal zijn om een baan te vinden. Zo niet in Ierland en Rusland: daar geeft tweederde aan dat zij hun vooruitzichten juist ‘goed’ vinden.
In Noord Amerika, waar de economie sterker dan verwacht met 3,6 procent groeide in het eerste kwartaal, gaf de helft van de respondenten aan dat hun vooruitzichten op de banenmarkt ‘goed’ zijn voor de komen-de 12 maanden.
Opvallend is dat wereldwijd consumenten het ver twee dingen eens zijn. De helft van de consumenten omschrijft hun huidige en toekomstige financiële situatie als ‘goed’, maar geven ook aan dat het nu niet het moment is om grote aankopen te doen.
Zelfs in de sterk opkomende economieën van China en India zet de gemiddelde consument zijn zuurverdiende centen op een spaarrekening. Uitzondering op deze wereldwijde trend zijn de Denen en de Noren: respectievelijk zes en acht procent vindt dat dit het uitgelezen moment is om te kopen.
In Nederland is de situatie niet veel anders: bijna de helft van de Nederlandse respondenten heeft aangegeven dat zijn persoonlijke financiële situatie ‘goed’ is, maar bijna driekwart meent dat het nu geen goede tijd is om geld uit te geven.
Er komen duidelijk regionale uitgavenpatronen naar voren wanneer ACNielsen vraagt naar hoe men zijn geld uitgeeft dat overblijft na aftrek van basisbehoeften.
Wereldwijd gezien zet meer dan eenderde van de consumenten, namelijk 36 procent, zijn geld op een spaarrekening. Daarna volgen entertainment buitenshuis, vakantie en nieuwe kleding.
Wereldwijd besteden Zuid-Afrikanen het meest aan entertainment buitenshuis, namelijk 41 procent. Van een kwart van de Latijns- en Noord-Amerikanen gaat het geld op aan het afbetalen van schulden op bank- of credit cards.
De meest spaarzame consumenten zitten in Azië : 51 procent van de consumenten spaart het extra geld. Geen enkel Europees land staat in de wereldwijde top 10 van super spaarders. Dit ondanks het feit dat wel 40 procent van de Nederlanders zijn geld spaart. Overigens is dat minder dan in 2004, toen nog bijna de helft spaarde.
Binnen Europa zien we dat Spanjaarden het meest uitgeven aan vermaak buitenshuis. In de Scandinavische landen gaat veel van het extra geld zitten in verbeteringen in en om het huis. Dat geldt overigens voor alle Europese landen: maar liefst acht van de tien landen waar men veel geld aan het huis uitgeeft is Europees.
Het is opvallend dat in Noord Amerika maar liefst een kwart van de consumenten aangaf gewoon geen geld over te houden als aan alle eerste levensbehoeften is voldaan. In Nederland is het percentage respondenten die dit antwoord gaven overigens gestegen naar 19 procent.
In Europa is de afgelopen zes maanden ‘gezondheid’ een sterk groeiende bron van zorg voor de consument geweest. De Finnen, Russen, Noren, Denen en Belgen noemen het zelfs als hun belangrijkste zorg. ‘De bevolking vergrijst en de overheid snijdt steeds meer in kosten voor de gezondheidszorg. Daardoor gaat het publiek zich steeds meer zorgen maken over zijn gezondheid. In bijna alle landen groeit de druk om de publieke gezondheidszorg en –faciliteiten te vergroten en te verbeteren, zelfs in het positief gestem-de Ierland en in de overheden van de Scandinavische landen, die over het algemeen als sociaal verant-woordelijk worden gezien. Gezondheidszorg zal in de toekomst een steeds belangrijker plaats innemen voor de consument’, aldus Martell.
Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word lid