Ik heb wel even tijd, maar niet heel veel. En eigenlijk zou ik liever weten waar mijn gegevens vandaan komen. Volgens artikel 35 uit de Wet Bescherming Persoonsgegevens heb ik daar ook gewoon recht op.
“Mag ik u eerst even vragen hoe u aan mijn gegevens komt?” Ja hoor, zegt Meneer Willem Blom, die komen van het internet. En hij voegt daar op vertrouwelijke toon aan toe “Das één van de nadelen van het wereld wijde web hè…”
Ik weet precies waar mijn gegevens vandaan komen, maar ik wil juist graag dat Meneer Blom het zèlf zegt. Als ik aangeef dat ik me niets kan herinneren van het internet en toch graag wil weten hoe het komt dat Meneer Blom juist mij belt, verandert er wat. Hij kan het niet zien op zijn scherm, wil er niets over zeggen en zegt dat hij mijn gegevens gewoon krijgt, zo gaat dat. Verder kan hij er niets over zeggen. Vanwege de privacy zegt meneer Blom (…)
“Mag ik uw leidinggevende spreken” levert niets op. Die is niet aanwezig. Gek overigens op maandag morgen om half tien. Lijkt mij bij uitstek, zeker binnen de callcenter branche, een moment dat je aanwezig bent als leidinggevende. Of misschien jokt Meneer Blom wel een beetje tegen mij. Dat gevoel heb ik namelijk. Steeds sterker.
“Dan zou ik graag de naam van het callcenter waar u voor werkt krijgen?” helpt ook niet. “Mijn naam is Willem Blom en ik bel u namens Dong” Willem herhaalt deze zin, als een beoogd rustgevend mantra een keer of vijf. Maar ik word niet rustig, ik word juist boos.
Meneer, werkt u voor Dong, of werkt u voor een callcenter?
“Mijn naam is Willem Blom en ik bel u namens Dong”. Dat heeft u al aangegeven, maar ik kan mij niet voorstellen dat u bij Dong werkt. “Mijn naam is Willem Blom en ik bel u namens Dong”. “Mijn naam is Willem Blom en ik bel u namens Dong”. “Mijn naam is Willem Blom en ik bel u namens Dong”.
Als ik u even in de rede mag vallen; Als consument heb ik het volste recht om te weten waar mijn gegevens vandaan komen, dat is wettelijk zo geregeld. U werkt niet voor Dong, maar voor een callcenter. Ik zou graag de naam van dat callcenter krijgen en ook weten waar mijn gegevens vandaan komen. “Mijn naam is Willem Blom en ik bel u namens Dong”. Ik verbind u nu door met het Bel-me-niet, dat is een bandje en daar kunt u zeggen dat u niet meer gebeld wilt worden.
Gek. Ik heb helemaal niet gezegd dat ik nooit meer gebeld wil worden.
Meneer Blom! Ik wil juist wèl gebeld worden, dat bandje hoeft dus niet. Ik wil graag weten waar u mijn gegevens heeft gevonden. “Mijn naam is Willem Blom en ik bel u namens Dong”. “Mijn naam is Willem Blom en ik bel u namens Dong” Het mantra blijft gonzen. Tot ik ophang.
Wanneer verandert de callcenter branche nou eens positief? Als gemiddelde consument zou ik inderdaad allang in de verleiding zijn gekomen om mijzelf uit te schrijven. En dan zou ik, voorgoed, van alle bellijsten verdwenen zijn. Zou het management van veel van de callcenters nog steeds denken dat de wereld simpel is en de voorraad consumenten onuitputtelijk? Zoals een wild dier dat zijn eigen poten opknaagt als de honger teveel wordt, en dan in betere tijden geen prooi meer kan vangen omdat hij geen poot meer heeft? En…zouden adverteerders, in dit geval Dong -maar dat zou net zo goed (bijna) elk ander bedrijf kunnen zijn- eigenlijk wel ècht op de hoogte zijn van het feit dat er, namens hen, zo met potentiële klanten om wordt gegaan?
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!