Onder onze ogen voltrekt zich niets meer of minder dan een nieuwe communicatierevolutie. Wie dat wat opgeblazen vindt klinken, denkt maar even aan Internet en hypertext. Over de betekenis van Internet voor ons allemaal hoef ik niets uit te leggen. Maar Internet zou Internet niet zijn zonder hyperlinks, het simpele principe dat je middenin een tekst of een plaatje op een knop kunt drukken en ergens anders kunt belanden. Het geeft cyberspace iets magisch, het feit dat je moeiteloos van de ene plek naar de andere kunt springen, of een onderwerp je nu verveelt of je juist even wat dieper erop wilt ingaan.
En nu kan dat ook in de werkelijke wereld. Lees je iets in een tijdschrift, loop je langs een affiche of zie je iets op TV dat je aandacht trekt, klik erop en hup, je belandt op de relevante plek. Niet fysiek natuurlijk, die uitvinding komt pas rond 2200 schat ik. Maar wel qua beeld, geluid en informatie.
Het fenomeen heet responscodes, en de snelle opkomst is te danken aan de alomtegenwoordige telefooncamera. Zo'n camera kan met wat extra software ook fungeren als barcodelezer. En als die camera in een apparaat zit dat online verbonden is met de rest van de wereld, kan de informatie in zo'n code direct vertaald worden in een sprong naar elders. En als je even kijkt naar de razendsnelle stijging in penetratie van mobieltjes die dat allemaal aankunnen, is het verhaal compleet. Je hoeft geen helderziende te zijn om te voorspellen dat dit snel commercieel aantrekkelijk gaat worden.
Zo'n code moet wel wat meer informatie bevatten dan de alomtegenwoordige streepjescode aankan. Twee dimensies in plaats van een lost het probleem ruimschoots op. En uiteraard wordt daarbuiten gevochten om de standaard.
Voorzover ik kan zien, zijn er drie koplopers in de strijd, plus een veelbelovende nieuwkomer. Kloksgewijs van linksboven zijn dat Zapcode, Shotcode, QR (de koplopers) en HCCB (de nieuwkomer).
QR was de eerste. Eind jaren '90 ontwikkeld door Dentsu, een groot Japans reclamebureau, beheerst QR de Japanse markt. Iedere nieuwe telefoon komt standaard met een lezer aan boord, en er zijn er al tientallen miljoenen in omloop. Toepassingen te over, een paar worden genoemd in mijn vorige post. QR ziet er uit als een simpele tweedimensionale variant van de streepjescode. Maar waarom niet wat creatiever? Kleur, bijvoorbeeld?
U vraagt, wij draaien: kort na Dentsu kwam Yonsei University in Seoul met Zapcode. Zapcode wordt veel gebruikt in thuisland Korea, Japan, en sinds kort ook in Singapore. Zapcode claimt een grote mate van robuustheid. Zo kun je zapcodes op T-shirts drukken en ook hoeven de vierkantjes niet vierkant te zijn, wat grotere creatieve vrijheid geeft. Alleraardigste voorbeelden vind je hier.
Shotcode is op Molblog bekend van het Mexi-code project, een grootschalige aktie van Coca-Cola die 40 miljoen van die codes op Sprite-flesjes in Mexico verspreidde. Ook Heineken heeft een aktie met Shotcode gedaan.
HCCB staat voor High Capacity Color Barcode en is alleen nog maar aangekondigd. Waarom ik het desondanks noem? Omdat de aankondiger Microsoft is. Als er nog twijfelaars zijn aan de toekomst van de responscode, dan hoort Microsoft daar niet bij. Het heeft (gewoontegetrouw) zijn eigen standaard aangemeld bij ISAN en heeft in korte tijd 1-dimensionale en 2-dimensionale lezers en een Mobile Image Recoginition Engine gelanceerd. HCCBs zijn binnenkort op alle CDs van Microsoft en Xbox-spelletjes te zien.
En nu we het toch over Microsoft hebben: het is opmerkelijk dat Google op dit terrein nog niet van zich heeft doen spreken. Als er een veelbelovende instapper is in het leggen van verbindingen tussen verspreide plekken met informatie, dan is het Google wel. Ook zijn ze de enigen ter wereld met een oorlogskas vergelijkbaar met die van Microsoft. Zo beschouwd lijkt het geen slecht idee om een startup op dit gebied te beginnen, en een gooi te doen om de volgende YouTube te worden. Overigens zijn er al geruchten in de markt dat Google flirt met ScanBuy, die EZcode op de markt heeft, een QR-achtige.
Er is een groot verschil tussen de modus operandi van QR en die van de rest. QR is een geheel vrije standaard, en dat vertaalt zich als volgt. In de QR-code kun je alle informatie opslaan die je wilt, of het nu de calorieendeclaratie van een hamburger is of de contactgegevens op een visitekaartje. De meest interessant toepassing is natuurlijk een webadres, zodat je na klikken op de code meteen de gewenste info op je scherm krijgt. Bij QR klik je meteen door, de andere codes laten dat niet toe. Als je op een zap- of shotcode klikt, stuurt de lezer je naar de server van Mijnheer Zapcode of Shotcode, die je vervolgens doorstuurt naar het gewenste webadres of de gewenste informatie als die zich direct op de server bevindt. Dat houdt in dat de betrokken bedrijven (of franchisees) de controle over die codes behouden: ze kunnen ze aan- of uitzetten. In Singapore zijn ze te huur voor bedragen varierend van pakweg 100-400 Euro per week, of 1000-7500 Euro per jaar, afhankelijk van verspreidingsmedium. Je mag ze ook voor uitsluitend persoonlijk gebruik huren - kost een tientje per maand of 25 piek per jaar. Ik heb er nog geen gezien.
Dat idee van tolheffing staat me tegen, en ik denk dat het geen lang leven beschoren is. Het is te aantrekkelijk om die dingen gewoon gratis af te geven, en beloond te worden vanwege de klik, net als bij hyperlinks het geval is. SPH, de franchisee van Zapcode in Singapore, is een krantenuitgever. Het oppakken van Zapcodes getuigt van visie, maar een paar honderdjes per week aan die dingen willen vangen niet. Responscodes verschaffen een extra dimensie aan printadvertising en het grotere belang voor SPH zit hem juist in het laten wegvallen van alle barrieres om ze in advertenties op te nemen.
Tolheffing vertaalt zich ook in minder gebruiksgemak. De QR-lezer is razendsnel, biedt de ingebouwde mogelijkheid om de geklikte informatie onmiddellijk op te slaan en je telefoon hoeft dus ook niet online te zijn als je zapt. Bij de anderen moet dat wel. Dat is al een barriere, want voorlopig zijn we met telefoons nog niet continu online, en dat zal ook nog een tijdje zo blijven als de telecommers hun commerciele oogkleppen blijven ophouden. Bovendien moet de Zapcode-lezer direct na het klikken altijd eerst de zapcode-server opzoeken, waarmee tijd is gemoeid, en wat ook wel eens misgaat. Niet chique. Voor wie wil uitproberen: hier.
Internet werd geboren in 1969 maar de doorbraak kwam pas in 1990, toen Tim Berners-Lee de hyperlink uitvond die we nu kennen, en de eerste webpagina maakte. Nog eens 15 jaar later kwam Web 2.0 en groeiden hyperlinks uit tot echte sociale en commeciele netwerken. Tim B-L was overigens niet de uitvinder van het hyperlink-principe. Dat was Vannevar Bush, in een visionair artikel in Atlantic Monthly in 1945. In As We May Think beschrijft hij een machine, de Memex, waarin je boeken en tijdschriften opslaat en langs fotografische weg 'trails' maakt die door de gebruiker met een druk op de knop worden opgeslagen voor later gebruik. Het artikel is een aanrader, fascinerend om te zien hoe iemand in juli 1945, de eerste maand na WO II, beschrijft wat anno 2007 daadwerkelijk gebeurt.
Responscodes worden ook wel Real World Hyperlinks genoemd. Ben benieuwd hoe Real World 2.0 eruit komt te zien. En Vannevar Bush verdient een posthume Nobelprijs.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!