Apetrots (2)

Een eerder blogje onder deze titel werd door diverse vakgenoten genadeloos neergesabeld. Ik mocht niet bloggen dat ik apetrots was op een prestatie van een deel van mijn eigen team. Hoe komt dit nou toch? Een analyse: de drie meest kritische reacties kwamen van journalisten, een volk dat erom bekend staat goed nieuws als geen nieuws te bestempelen. Maar dan waren er toch nog die andere reacties van 'echte' vakgenoten?

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Vorig jaar bleek uit een onderzoek dat de gemiddelde communicatie-professional zichzelf een rapportcijfer 6 geeft. Dat is in ieder geval geen reden voor trots, zeker geen apetrots. Ik kan mij dus voorstellen dat de gemiddelde communicatie-professional niet publiekelijk trots zal zijn op zijn werk. En dan de toppers; als we het jaarlijkse aantal inzendingen voor de communicatie-manager van het jaar als indicatie mogen nemen, dan zijn dat er bitter weinig. Het is de voltallige branche afgelopen jaar gelukt om tot circa tien inzendingen te komen. En uiteindelijk kwam er geen opvolger voor Rabobank's top cat Jan Schinkelshoek ...

Of gaat het erom dat ik mijn trots zelf niet mocht optekenen? Waarom niet: lijkt me typisch mijn eigen keuze. Reageer erop, of niet. We leven in een vrij land. Persoonlijk heb ik altijd minder de neiging te reageren als het onderwerp van een blog ver buiten de invloedsfeer van de schrijver ligt. Dat vind ik gemakkelijk en weinig kwetsbaar. Ik lees en reageer liever over en op zaken die de schrijver echt raken. Dat doet mij wat. Dat streef ik dus ook vaak na in mijn eigen blogjes. Hebben de meeste communicatie-professionals soms geleerd hun hele repertoire te verzakelijken? Waar is het engagement? Waar is de emotie?

En de lezer; wat wil 'you' eigenlijk? Shoot!

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie