Mathieu Weggeman opende het bal, met een razendsnelle en even humoristische presentatie over hoe innovatie en kennis het leven van de communicatieprofessional raken. Hij hield het gehoor een prikkelende boodschap voor: ‘Hoe slimmer u nu bent, hoe eerder u dom zult zijn.’
Weggeman, hoogleraar Organisatiekunde en chef Innovatie bij de Baak Management Centrum van VNO-NCW, sprak van de wet van de remmende voorsprong. Communicatieprofessionals die nu op de hoogte zijn, weten wat er speelt en een professionele veiligheid hebben ontwikkeld, zullen automatisch geneigd zijn op die kennis en ervaring te gaan rusten. In een wereld waar de ontwikkeling van kennis zo snel gaat als nu is dat niet juiste houding om bij te blijven. Weggemans presentatie bood uiteindelijk troost, want hij schetste het gehoor ook de wijze waarop innovatie werkt en hoe een professional toch bij kan blijven. Belangrijk onderdeel daarbij is de verbintenis die de communicatieprofessional met zijn kennisnetwerken weet aan te gaan. Daarbij moet niet geschuwd worden om van jongere collega’s te leren, want de informatiesamenleving betekent dat senioriteit niet garant staat voor meer kennis.
Ook keynote-speaker, hoewel ze niet zo werd genoemd, Karen Stephenson van de Harvard University benadrukte het belang van het kennisnetwerk. Volgens Stephenson is vertrouwen een van de kritische succesfactoren voor organisaties in deze tijd. Volgens haar is zo’n 80 procent van onze kennis gebaseerd op vertrouwen in het netwerk. Interessant was het organisatiemodel dat ze de bezoekers voorhield, en dat er totaal anders uitziet dan het bekende hiërarchische organogram dat iedereen kent. Om de informatiestromen en het netwerk dat een organisatie vormt te duiden presenteerde ze een netwerkachtige variant waarin ze drie essentiële rollen onderscheidt: de hub, de pulsetaker en de gatekeeper.De hub vervult de centrale positie in een netwerk en heeft met allen in het netwerk rechtstreekse relaties. Hij beschikt over een schat aan informatie en ingangen naar de rest van de organisatie. De pulsetakers voelen de polsslag van (een deel van) de organisatie aan, terwijl de gatekeeper (poortwachter) het netwerk tegen indringers beschermt en contact onderhoudt met andere netwerken om gevoed te worden met de kennis daarvan. Wie een organisatie wil veranderen moet juist op deze personen inzetten. ‘U hoeft niet meer dan vijf procent van de mensen mee te krijgen voor succesvolle verandering.’ Opvallend was dat de positie van de topman in haar model niet centraal is, maar juist in de marge van de organisatie is geplaatst.
Over de toekomst van de communicatie werd vervolgens plenair gedebatteerd onder de titel: Waar-moet-dit-heen-met-dit-vak? Deelnemers waren journalist Joris Luyendijk, Marleen Stikker van De Waag, centrum voor nieuwe media, Jack de Vries, de voormalig spindoctor van Jan Peter Balkenende, en José Tijssen, directeur van Citigate First Financial, een communicatieadviesbureau. Uiteindelijk beperkte de discussie onder leiding van Frits Wester zich vooral tot de relatie tussen pers en woordvoerders, wat volgens sommigen erg verhelderend was, maar door anderen als te beperkt werd beoordeeld. ‘Dit gaat maar over tien procent van het communicatievak’, aldus een kritische toeschouwer. ‘En zeker niet over de toekomst die we tegemoet gaan.’
In de middag was het tijd voor de brede praktijk. De bezoekers konden terecht bij een groot aantal workshops over actuele en brandende issues in het vakgebied: ‘hoe word ik een betere online merkspecialist?’, ‘hoe word ik een betere nieuwe mediaspecialist?’ Maar ook de wat traditionele kwesties als coaching van het middenmanagement, verbetering van adviesvaardigheden en motivatietechnieken kwamen aan de orde. Opvallend bij enkele sessies was dat veel communicatieprofessionals maar matig op de hoogte zijn van nieuwe ontwikkelingen. Vooral de nieuwe media met z’n podcasts, weblogs, online communities bleken voor een aantal bezoekers nog een grote blackbox. Het deksel werd even voor ze gelicht om te zien wat er – vooral onder jongeren – allemaal gebeurt, en waar in het communicatiemanagement rekening mee moet worden gehouden. Codewoord: authenticiteit. De informatieconsument van nu laat zich niet in de luren leggen en moet met volledige openheid worden benaderd. Anders komt het als een boomerang terug.
De dag werd afgesloten met verhelderende presentaties over imago en reputatie, allereerst door Cees van Riel, reputatiegoeroe en verbonden aan de Faculteit Bedrijfskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij liet zien hoe reputaties positief kunnen worden beïnvloed en wat de mogelijkheden van de communicator daarop zijn. Misschien alleen geschikt voor grote ondernemingen, maar eveneens verhelderend voor de professional bij overheid en middelgrote organisaties. Ook hier bleek vertrouwen een van de belangrijke onderdelen van reputatiemanagement te zijn.
Dat vertrouwen van de bezoekers werd ernstig beschaamd door Prof. Wilco Fröger, bijzonder hoogleraar toegepaste marketingpsychologie. Als slotakkoord ging hij in op het bouwen van imago’s, zoals hij dat onder meer deed voor Madonna. ‘Zit ik geregeld mee om tafel.’ Zijn stelling: ik kan via mijn imago uw gedrag beïnvloeden, werkte. De toeschouwers penden in ieder geval stevig mee met zijn wijze lessen. Toen hij aan een liedje begon daagde het al wat in de zaal. Fröger was niet wie hij zich voordeed. Fröger was een imago, en zoals Van Riel aantoonde kun je dat bouwen. Veel bezoekers waren er ontvankelijk voor.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!