Natuurlijk, er zijn collectieve campagnes en collectieve campagnes. De SIRE-campagnes dienen tenminste nog een maatschappelijk doel. De postbus 51-campagnes ook, maar toch al veel meer met een overheid die graag een bepaalde gedragsverandering of houdingswijziging wil zien. En dan zijn er nog de lobbyverenigingen en brancheorganisaties. ‘Vlees mevrouw, u weet wel waarom” en “Roken, we komen er samen wel uit.” Niet dus! “Gun schoenen een tweede ronde. Weggooien is zonde” En dan zo’n campagne voor het eten van kip. Nota bene betaald uit fondsen van de Europese unie. Zoals ik zei: kansloze campagnes. Ik ken ook heel weinig mensen die echt enthousiast zijn geworden van zulke campagnes en opeens meer kip zijn gaan eten. Dat de campagnes zelden werken bleek al uit een rapport uit het jaar 2000: “…Gemiddeld genomen over de 15 campagnes in de database is het niveau van interesse, noch het niveau van de eigen ingeschatte kennis veranderd tijdens de campagneperiode. Ook op de houdingsaspecten zijn de veranderingen zeer beperkt…” Goh. Verrassend.
Dan zijn er nog de campagnes die het imago van een branche of een beroep moeten opkalefateren. “De Politie is je beste kameraad!” is wat mij betreft de mooiste ooit. Wat een oer-Hollandse gezelligheid daar vanuit ging! Een campagne om heimwee naar te krijgen. Ik moest daar vandaag opeens aan terugdenken toen ik las van het herenakkoord dat Bos met de banken heeft gesloten om het vertrouwen in de banksector weer terug te brengen. Bankiers zijn namelijk inmiddels een verguisde beroepsgroep. Banksters in plaats van Gangsters. Het vertrouwen is volledig zoek. Paul Stamsnijder legt in Communicatie Online wat mij betreft de vinger op de zere plek. Natuurlijk is de bonusdiscussie een heksenjacht, maar in plaats van tegensputteren en ontkennen, had het wellicht veel verstandiger geweest om snel toe te geven, de naamgeving van het fenomeen bonus aan te passen, en publiekelijk te laten zien dat het anders kan. Het publiek wil ‘bloed’ zien, en het publiek is de klant, het bestaansrecht van de bankier. Tegenstribbelen is het laatste wat je moet doen. En ja, natuurlijk lijden de goede onder de kwaden, maar hoe langer het duurt, hoe breder de groep bankmedewerkers wordt die wordt aangepakt. Dat was vroeger op school al zo: “Iedereen moet nablijven, net zo lang tot jullie zeggen wie van jullie het heeft gedaan…”
De bankier zit in de beklaagdenbank. De bankier moet hangen. Terecht? Doet niet ter zake. Bos weet dat, en handelt ernaar. Ferme taal. Publicitair sterk.
Ik vrees nu alleen dat er binnen niet al te lange tijd een collectieve campagne gaat starten om het beroep van bankier weer in alle glorie te herstellen. “Bankiers, daar kun je op bouwen!” of “Veilig als de bank, u weet wel waarom”.
Maar als we geluk hebben laten ze het misschien wel wel bij de huidige campagne: Bankier: onbewust asociaal.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!