Webonderzoek dat gedaan wordt via toevallige bezoekers van sites behoort steeds meer tot het verleden. Op die manier worden immers vooral veelsurfers ondervraagd en dat geeft een vertekening van de onderzoeksresultaten. Daarom vragen webonderzoeksbureaus bijvoorbeeld geïnteresseerde deelnemers aan een onderzoek eerst een vragenlijst in te vullen. Onderwerpen op zo'n lijst zijn naast consumentengedrag ook media-gebruik. Op die manier krijgt de onderzoeker een beeld van de respondent. Met dergelijke feiten in de hand wordt een representatieve consumentengroep samengesteld. Die krijgen vervolgens de vragen uit het marktonderzoek voor hun neus. Omdat met deze methode toch nog relatief veel zware webgebruikers worden ondervraagd, worden respondenten ook wel op an dere manieren gerecruteerd. Sommige bureaus benaderen bijvoorbeeld hun proefpersonen eerst per telefoon en pas in tweede instantie per e-mail.
Webonderzoek is sneller, betrouwbaarder en goedkoper. Binnen dertig uur tot vijf dagen kan er een rapport klaarliggen. Het percentage bruikbare antwoorden ligt bovendien hoger dan bij traditioneel marktonderzoek. Niet verwonderlijk is webonderzoek dan ook goedkoper.
Nog belangrijker is echter dat webonderzoek meer mogelijkheden heeft om resultaten te analyseren en interpreteren. Online marktonderzoekers kunnen de resultaten namelijk makkelijk koppelen aan de uitgebreidere profielen van respondenten, die ook in hun systeem zitten. Daarmee kan webonderzoek dus ook dieper gaan dan traditioneel onderzoek. (media & marketing, jan. 2000)
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!