Tekst: Jaap Bartelds
Hoe doorbreek je toch eindelijk dat glazen plafond?
Nieuw onderzoek van McKinsey wijst uit wat we allang wisten: hoe hoger richting de top van een bedrijf, hoe minder vrouwen. Dat is in Amerika zo, dat is ook zo in Nederland. En dit geldt uiteraard ook voor de marketingwereld. McKinsey becijfert dat meer dan 75 procent van de ceo’s kijkt naar gendergelijkheid binnen het bedrijf. Maar het blijven vooral mannen die topfuncties bekleden. Hoe kan dat?
Meer moeite doen dan mannen
Dit komt deels doordat vrouwen werden én worden achtergesteld, zegt Vreneli Stadelmaier. Zij won in 2015 de Joke Smit-prijs voor haar inspanningen meer vrouwen aan de top te krijgen en haar streven naar meer gelijkheid. Ze haalt een onderzoek aan waaruit blijkt dat vrouwen met een wetenschappelijke functie meer moeite moeten doen dan mannen. ‘Iemand die professor wil worden, wordt afgerekend op het aantal wetenschappelijke publicaties.
Het blijkt dat vrouwen 2,5 keer meer moeten publiceren om een reputatie op te bouwen. Ook op andere vlakken moeten vrouwen meer presteren. In Zweden werd hetzelfde proefschrift beoordeeld. Bleek er de naam van een vrouw boven te staan, dan kreeg het een 6. Het proefschrift met een mannelijke naam werd beloond met een 8.’
Vreneli Stadelmaier: ‘Voor een topfunctie moet je vlieguren maken’
Het thuisfront
Een van de conclusies uit het onderzoek van McKinsey luidt dat vrouwen drie keer vaker denken dan mannen dat hun geslacht het moeilijker maakt om opslag of promotie te maken. Vrouwen krijgen voor hetzelfde werk vaak minder betaald. Waarom is dit nog steeds het geval? Gerard van Vliet is directeur van de NCD, platform voor Leiderschap en Toezicht. Zijn bijna 1.500 collega’s hebben een gemiddelde leeftijd van 52 jaar, 11 procent is vrouw.
Volgens Van Vliet heeft het zijn tijd nodig om het ‘normaal’ te vinden dat mannen en vrouwen recht hebben op dezelfde beloning. ‘Nederland is pas laat begonnen met betaalde banen voor vrouwen, in tegenstelling tot de oorlogslanden waarin vrouwen cruciale rollen vervulden. In die landen werd na de oorlog dit werken geaccepteerd. De rol van de vrouw in betaald werk of een eigen carrière is daardoor sterk beïnvloed.’ Daarbij komt dat vrouwen bescheidener zijn dan mannen, stelt Van Vliet. ‘Zelf heb ik weleens het gevoel dat vrouwen de materiële beloning ook daadwerkelijk minder belangrijk vinden en de immateriële omstandigheden belangrijker.’
Marieke van Os is commercieel manager van USG Marketing Communication & Sales. Zij vermoedt juist dat er genoeg vrouwen met ambitie zijn. ‘Die denken niet dat hun vrouw-zijn het moeilijker maakt om promotie te maken. Ik denk dat het eerder aan de omstandigheden ligt – het thuisfront – dan aan de bedrijven.’
Regels veranderen
Andere conclusie van McKinsey: slechts 45 procent van de werknemers denkt dat het bedrijf waarvoor ze werken genoeg doet om diversiteit te bevorderen. Hoe zou zo’n bedrijf hierop kunnen inspelen? ‘Door de regels te veranderen’, zegt Stadelmaier. ‘Bij Essent wordt een manager beloond om de hoeveelheid vrouwen die hij benoemt. De regel luidt: ieder jaar één vrouw meer. Zorg voor dergelijke beloningsstructuren.’
Een ander voorstel van haar: ‘Maak solliciteren anoniem. Vrouwen maken dan 50 procent meer kans om erdoor te komen.’ Van Os: ‘Er wordt in Nederland al hard aan de weg getimmerd om meer vrouwen op topposities te krijgen. Neem het wettelijk streven dat 30 procent van zowel bestuurders als commissarissen van het Nederlandse bedrijfsleven vrouw is.
Of bijvoorbeeld het onderzoek van Graydon begin dit jaar, dat uitwijst dat er steeds meer vrouwen aan de top komen.’ Uit dit onderzoek blijkt dat 20 procent van de mensen in de boardroom inmiddels vrouw is. In 2010 was dat nog 17,6 procent.
(Gedrags)kloon
Op Adformatie.nl schetste Alwine de Jong het probleem dat reclamebureaus sowieso geen afspiegeling zijn van de samenleving. ‘Het gaat niet alleen om de verhouding m/v, maar ook over diversiteit in afkomst, leeftijd en seksuele geaardheid. Hoe doorbreek je het old boys network nu echt?’, vroeg ze zich af. Volgens Van Vliet heeft het met relatiekringen te maken. ‘Iedereen voelt zich het gemakkelijkst bij zijn of haar eigen (gedrags)kloon, die vaak in de eigen directe kring zit.
Er wordt niet gekeken naar de fase waarin een bedrijf zich bevindt en wat er voor talent nodig is voor succes.’ Hij vervolgt: ‘Forceren heeft in mijn ogen beperkte zin. Gevaar is dat er zondebokken worden gecreëerd die bij het minste of geringste worden geofferd.’
Verspilling van talent
Stadelmaier besluit: ‘Vrouwen moeten het zelf ook willen. 75 procent van de vrouwen werkt drie dagen per week of minder. Een Epke Zonderland doet dat niet. Voor een topfunctie moet je vlieguren maken. Een werkgever moet vrouwen meer stimuleren en niet zomaar akkoord gaan met die drie dagen per week. Ze moeten aangeven dat ze zo’n stap een enorme verspilling van talent vinden.’