Door Nick Beentjes
Steeds meer bedrijven zien het belang in van diversiteit en een inclusiviteit. Toch laten ze nog grote kansen liggen in hun online advertentiecampagnes, blijkt uit onderzoek naar inclusieve advertentiepraktijken op YouTube
In het onderzoek is gekeken in welke mate consumenten Engelstalige video’s en advertenties op YouTube bekijken en daarnaast hoeveel talen er in het Verenigd Koninkrijk worden gesproken.
De meest opvallende cijfers uit het onderzoek lees je in het kader hieronder, maar de belangrijkste conclusie is dat veel Britse inwoners YouTube-video’s bekijken in een andere taal dan de Engelse. Twee derde van hen zegt advertenties interessant te vinden als deze dezelfde taal worden aangeboden als de videocontent die ze bekijken.
Maar dat laatste gebeurt dus niet. Zo blijkt uit aanvullende cijfers dat van alle YouTube-campagnes in heel 2020 plus de eerste maanden van 2021 in de VK 72% in het Engels is getarget.
Adverteerders gaan er blijkbaar vanuit dat het merendeel van de consumenten Engelstalige videocontent bekijkt, maar dat is een misvatting. Door traditioneel en dus alleen in het Engels te targeten lopen ze het bereik van een groot en potentieel publiek mis.
Belangrijkste conclusies onderzoek YouTube
|
Hoewel het een Brits onderzoek betreft, zijn de cijfers ook relevant voor de Nederlandse markt. Net als in Engeland wonen ook hier heel veel meertalige mensen.
Op 1 april 2021 telde Nederland ruim 4,3 miljoen inwoners met een migratieachtergrond, ofwel 24,7% van de Nederlandse bevolking. Desondanks zijn ook in ons land adverteerders en mediabureaus geneigd om enkel in het Nederlands of Engels te targeten.
De Engelse taal is geen ‘standaardoplossing’
Ik vind dat het moment is aangebroken om de vicieuze cirkel te doorbreken en te erkennen dat de Engelse taal geen ‘standaardoplossing’ is. Het is tijd dat culturele diversiteit en taalinclusiviteit onderdeel zijn van iedere campagne. En dat kan gemakkelijker dan menigeen misschien denkt.
Google heeft adverteerders al een handje geholpen. Sinds oktober vorig jaar heeft het zijn targetingbeleid aangepast, waardoor het nu niet meer mogelijk om advertenties voor producten of services op het gebied van huisvesting, werkgelegenheid en leningen op basis van geslacht, leeftijd, ouderlijke status, burgerlijke staat of postcode te targeten.
Dat is natuurlijk niet voldoende voor inclusiviteit. Om de verschillen in de maatschappij te benutten moet je consumenten een omgeving bieden waarin zij zich gewaardeerd voelen, thuisvoelen en zich in herkennen. Adverteerders doen er daarvoor verstandig aan om naast het targeten op basis van populariteit en sentiment ook te kijken naar de interesses en taalvoorkeuren.
Inclusiviteit betaalt zich direct uit
Ik hoop dat alle cijfers extra hebben doen beseffen dat diversiteit en inclusie geen modegril zijn, het is niet iets voor de bühne, maar het zijn onmisbare elementen voor adverteerders om hun doelgroep in de volle breedte beter te begrijpen.
En doe je dat goed? Dan betaalt dit zich direct uit. Bijkomend voordeel is dat je op deze manier ook de talentvolle content creators op weg helpt om meer traffic naar hun eigen kanalen te trekken en zo te kunnen groeien. Welke adverteerder en welk mediabureau wil dat nu niet?
Nick Beentjes is managing director van Channel factory
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!