Internetopleider LECTRIC organiseerde een inspiratiesessie waarin Paulus Veltman (spreker en trendwatcher) de technologische ontwikkelingen overzichtelijk uiteen zette en waarin Ronald van der Lingen (developer bij Layar en bezitter van één van de drie Google Glass in Nederland) zijn Google Glass ervaringen deelde. En… we mochten Glass ook zelf proberen!
Prepare for impact
“Het gaat harder dan we denken” zegt Paulus Veltman over technologische ontwikkelingen. En hij begint zijn presentatie "Prepare for impact - Hoe technologie ons leven verandert" met technologische ontwikkelingen voor huisdieren: huisdieren die op afstand bestuurde porties voer krijgen of honden met activity truckers. Quantified cats en brave new dogs zeg maar.
Wat de overeenkomst tussen al deze voorbeelden is? Je kunt ze pre-orderen en ze worden nu gecrowdsourced, maar ze bestaan nog niet. Aha, Veltman zet zijn toehoorders op het verkeerde been, maar raakt daarmee wel meteen een belangrijk punt: door de ontwikkelingen is het nauwelijk meer bij te houden wat echt kan en wat niet.
Veltman toont vervolgens een aantal al wel bestaande ontwikkelingen. Een paar highlights:
-Het eerste 3D-geprinte pistool is inmiddels al zo’n klassieker dat het het een museumstuk is geworden.
-Je kunt je lichaam laten 3D-scannen (een laser meet je contouren, camera’s registreen de kleuren), maar als je wordt uitgeprint heb je nog steeds een buikje.
-Door het web zijn we uitgever geworden, door technologie worden we nu ook allemaal fabrikant (aldus auteur Chris Anderson)
-Internet of things: slimme internetthermostaten (NEST) en app-bestuurde lampen (Philips Hue)
-Quantified self: begonnen bij het ‘simpel’ meten van sport en beweging (Runkeeper, Fitbit, etc), maar nu steeds meer als medische hulp voor het meten van hartslag, slaap, stress en zelfs stofwisseling en eetgedrag.
Wat betekent het voor marketing?
Allemaal mooi, raar, grappig, eng en spannend. Maar wat kunnen marketeers met dergelijke ontwikkelingen? Volgens Veltman zit het antwoord met name op twee vlakken:
1: Neuromarketing
Via de hersenen meten hoe mensen reageren is beter dan marktonderzoek. Een aantal jaar geleden maakte Martin Lindstrom het onderwerp neuromarketing voor het eerst bespreekbaar met zijn boek Buy.ology. Sindsdien is wordt het onderwerp omarmt. Een toegepast voorbeeld is het onderzoek naar de spotjes van de Nederlandse Energie Maatschappij: de spot met Johan Derksen werkte op een ander deel van de hersenen dan …. Het spotje met Frans Bauer wekte meer activiteit op in het deel van de hersenen waar de koopinpuls zit.
2: beinvloedingsprofielen
Het is onvermijdelijk dat dé hypeterm van dit moment valt: ‘big data’. Over grote verzamelingen data zonder stuctuur toch doorzoekbaar en interpreteerbaar maken.
Door big data technologie kan er per persoon een ander aanbod op websites worden geboden, bijvoorbeeld content, functionaliteit en advertenties.
Dit kennen we al een tijdje: de productsuggesties van Amazon en andere online winkels, de volgersuggesties van Twitter en LinkedIn, de muziektips van Spotify. Allemaal op basis van grote hoeveelheden gegevens en allemaal in een poging om iedereen persoonlijk te adviseren (met wisselend succes vooralsnog).
En denk ook aan ontwikkelingen in de reisbranche: de prijs van tickets varieert per per persoon. Reis je zakelijk of prive? Wat is je aankoopverleden? Boek je vanaf Mac of PC? Heb je cookies aan? Het kan je allemaal duurdere of goedkopere tickets opleveren.
Early adopters zijn optimisten
Veltman begon er zijn verhaal al mee: realiteit en toekomst, het is moeilijk onderscheid te maken. Dat punt werd overigens deze week weer eens duidelijk toen de Britse supermarktketen Tesco aankondigde om in honderden tankstations gezichten van klanten te gaan scannen, om vervolgens persoonsgerichte reclames te tonen. Minority Report, maar dan in het echt.
Voor wie allemaal negativiteit op zich af ziet komen (met name op gebied van privacy) is het goed om te weten dat er ook een positieve blik mogelijk is. Dat is de blik die de early adopter doorgaans hebben. Het komt hier op neer: voor elk probleem komt altijd wel een oplossing.
Toekomstige ontwikkelingen kunnen goed worden verklaard met behulp van twee factoren.
1: exponentiele groei.
Zoals bijvoorbeeld verwoord in Moores law: elke twee jaar verdubbelt capaciteit van microprocessors (rekenkracht van computers). De Amerikanen Diamandis en Kurzweil introduceerden het concept singularity: computer worden intelligenter dan een mens, daarna worden computers intelligenter dan alle mensen bij elkaar en daarna volgt een explosie van kunstmatige intelligentie met een enorme impact op ons dagelijkse leven. Dat moment heet Singularity.
2: convergentie
Drie technologische technologieën gaan steeds meer convergeren. Het samenvloeien van biotechnologie, informatietechnologie en nanotechnologie gaat zorgen voor biosensors en biochips waarvan we de precieze werking en voor- en nadelen nog moeten gaan zien.
Maar houd alvast maar rekening met zaken als gedachten lezen, het live aanpassen van filmscripts door hersenactiviteit, het met je hersenen fysieke dingen aansturen (bijvoorbeeld kunstledematen), bioprinting (het printen van bijvoorbeeld vingerkootjes en harten, al schijnt het printen van nieren nog erg moeilijk te zijn).
Bekijk de slides:
Prepare for Impact - Disruptive Technologies from Paulus Veltman
*Wat al wel echt bestaat: Google Glass. De gebruikerservaringen lees je in deze blog: http://www.molblog.nl/bericht/google-glass-en-andere-game-changers-2/
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!