Vorige maand stuurde minister Kamp een brief naar de Tweede Kamer. Op 1 januari 2015 start de grootschalige uitrol van de slimme energiemeter. Deze slimme meter – in NRC Handelsblad ook wel spionagekastje genoemd - heeft vanwege de bezwaren omtrent privacy lang op zich laten wachten. Inmiddels is er groen licht van de kamer. Aan het onderwerp privacy besteedt de minister in de brief nauwelijks aandacht. Wel meldt de minister in zijn brief dat de Autoriteit Consument en Markt vindt dat burgers optimaal geïnformeerd moeten worden over de privacy-kant van de slimme meter. Om dat te regelen komt er ‘een checklist’ op internet. Als ik dat lees, komen bij mij een paar vragen naar boven.
1. Zijn burgers eigenlijk wel goed op de hoogte van privacy in het algemeen?
Laten we eerlijk zijn. Een groot deel van de burgers heeft nauwelijks een idee hoe het met hun privacy is gesteld. Dit blijkt uit diverse onderzoeken, onder meer van het CPB, het Rathenau Intstituut en de UvA. Ernstiger: ze kunnen het belang ervan ook niet goed op waarde schatten. Een veelgehoorde reactie: ‘Ik heb toch niets te verbergen, dus waarom moet ik me daar druk over maken?’ En als we een app installeren of ons aanmelden voor een online dienst, stemmen we onnadenkend in met de voorwaarden en vragen we ons niet af of dat bedrijf wel voorzichtig omgaat met onze gegevens.
2. Is het belangrijk dat mensen goed geïnformeerd zijn over privacy-issues wanneer ze een dienst of product afnemen?
Wie we wanneer bellen, ons internetgebruik, de aankopen in de supermarkt, onze bankgegevens en waar we ons bevinden. Alles wordt opgeslagen in databases en waar mogelijk verkocht aan derden. ‘Om onze klanten beter van dienst te zijn.’ Met onze privacy dreigt het in onze big data-samenleving dezelfde kant op te gaan als destijds met financiële producten. Lukraak werden de handtekeningen gezet onder indextrackers, woekerpolissen, beleggingshypotheken en derivaten. Klanten hadden geen oog voor de risico’s of snapten de producten niet. Met alle gevolgen van dien, zoals we inmiddels weten. Niet goed weten waartegen je als consument of burger ‘ja’ zegt, kan desastreuze gevolgen hebben. Dus ja, het is zeker van groot belang dat mensen goed geïnformeerd zijn.
3. Is een checklist op internet voldoende om burgers goed voor te lichten over privacy-issues?
De slimme energiemeter registreert een heleboel – overigens zeer nuttige – informatie. Maar hoeveel mensen zullen de online privacy-checklist doornemen voordat ze hun handtekening zetten onder het contract van hun energieleverancier? Om een indicatie te krijgen: wie neemt de privacy-richtlijnen van Google en Facebook door? Er wordt lacherig over gedaan als je ze moet accepteren. Laat staan dat je er actief naar op zoek gaat. Het antwoord op de vraag of een online checklist voldoende is om burgers goed voor te lichten over privacy-issues, is volgens mij eenvoudigweg ‘nee’.
4. Wiens verantwoordelijkheid is het om de burger goed te informeren over privacy-issues?
Het lijkt aannemelijk om te stellen dat burgers zichzelf moeten informeren. Iedereen behoort immers de wet te kennen. Maar de realiteit is anders. Deze vraag laat zich daarom goed beantwoorden door niet alleen te kijken naar het belang van een enkel bedrijf of een enkele overheidsorganisatie, maar door te kijken naar het belang van de samenleving als geheel. Volgens mij kunnen we dat prima vergelijken met de talloze gezondheidscampagnes die ons bewust maken van het belang van bewegen, minder roken et cetera. Op korte termijn is het misschien niet in het belang van een individuele snack-, snoep- of frisdrankfabrikant dat er actieve voorlichting plaatsvindt over gezonde voeding. Maar op termijn is wél van groot belang dat het gebeurt – voor iedereen. Ik denk dat dat voor privacy ook geldt.
The Why, the What and the How
Grote ontwikkelingen of ingewikkelde projecten lopen vast als mensen ‘het waarom’ niet goed tussen de oren hebben. Er is een soort fundamentele onderschatting over privacy-issues omdat de burger eigenlijk niet goed weet waarom privacy belangrijk is. Als dat goed bij mensen tussen de oren zit, is het zaak om te vertellen wat er geregeld is om die privacy te waarborgen. Ten slotte vertel je hoe dat gebeurt. In dat verband spreekt een privacy-meter en –buisluiter naar analogie van de financiële sector mij bijvoorbeeld erg aan. Zes op een schaal van zeven? Dan ben je wat privacy betreft aan de goden overgeleverd. Een twee? Dat zit wel goed.
Draagvlak
Kortom: een campagne over veilig internet en identiteitsfraude is een prima eerste stap. Maar omdat privacy inmiddels alle hoeken en gaten van ons leven raakt, is het goed om The Why veel nadrukkelijker aan de orde te stellen. Waarom is artikel 10 van onze grondwet belangrijk? Bij grote, abstracte onderwerpen is een dialoog over The Why geen overbodige luxe maar noodzakelijk voor begrip en draagvlak.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!