I
In een vallei vlakbij de Zwitserse grens, op een uur rijden van Milaan, ligt het hoofdkwartier van Alessi. Werknemers in overall nemen een rookpauze in de scherpe middagzon. Op het dak staat een trotse manshoge koffiepot, een ontwerp van Aldo Rossi. Onder hun voeten stroomt een beekje het dal in.
Op de bergtoppen die boven de vallei uit rijzen ligt nog een randje sneeuw. Op het bankje voor de fabriekswinkel, in het gras en verspreid over lege parkeerplekken zitten ongewone bezoekers. Meisjes en jongens die duidelijk niet uit de buurt komen, met Eastpak-rugtassen en Allstars. Hun laptops zijn opengeklapt en om hen heen liggen tassen en dozen, soms ingepakt met bubbeltjesplastic.
Hun stemmen klinken gehaast. Het zijn studenten Industrieel Ontwerpen aan TU Delft. Vandaag is de laatste dag van een bijzondere studiereis, de kroon op weken werk voor het vak Design & Cultural Impact van docent Erik Jepma. Nog een kwartier voorbereidingstijd. Daarna mogen ze hun eigen ontwerp voor een Alessi product presenteren. Ieder krijgt niet meer dan drie minuten om het creatieve management van dit iconische Italiaanse designmerk van hun idee te overtuigen.
II
Twee dagen eerder, in de voormalige Lambretta-brommerfabriek. Sara Ferrari, een jonge Italiaanse ontwerpster die de Delfste studenten coacht, leidt hen langs alle hotspots van de Design Week. De officiële Salone del Mobile, de belangrijkste meubel- en designbeurs ter wereld en een weergaloos commercieel spektakel, vindt plaats in een beurscomplex in een andere uithoek van Milaan.
We zijn in de wijk Lambrate, waar aanstormende ontwerpers in oude industriële hallen hun werk aan de wereld tonen. Hier staat ook het imposante paviljoen van de Design Academy Eindhoven. Het werk van Eindhovense studenten zit tegen het kunstzinnige aan. In de aandacht voor vormgeving en het presenteren van concepten lijken ze een voorsprong te hebben op de Delftse ingenieurs in de dop, die in de eerste plaats getraind zijn in functioneel denken.
Een paar gebouwen verderop exposeren de KABK Den Haag en de HKU. In de wijk Tortona, waar het deze week net zo dringen is als in Amsterdam op Koninginnedag, zijn de showrooms van Moooi en Studio Job grote blikvangers, terwijl ontwerper Maarten Baas het publiek verbaast met een circusachtige manifestatie in het centrum. Nederlandse creativiteit is dominant aanwezig tijdens het Milanese design-bonanza, maar de Delftse ontwerpopleiding claimt er nog geen eigen plek.
III
Achille Castiglioni, Richard Sapper, Philippe Starck. Het zijn niet de minste namen die eerder voor Alessi ontwierpen. Het in 1921 opgerichte merk staat bekend om stijlvolle gebruiksvoorwerpen met persoonlijkheid. Zoals een fluitketel die een werkelijk mooie melodie fluit of een flessenopener met een gezicht, gebaseerd op de vriendin van ontwerper Mendini.
Net als veel Dutch Design hebben Alessi-producten een humoristisch element en daarmee iets intrinsiek menselijks. Alessi wist vanaf de jaren tachtig huishoudelijke benodigdheden op te tillen tot artistieke objecten, dankzij samenwerkingen met beroemde vormgevers en architecten.
Een Alessi-product heeft drie onmisbare kenmerken: het moet functioneel zijn, het moet een verhaal vertellen en het moet beschikken over een zeker poëtisch gehalte. Met deze formule beleefde het merk zijn hoogtijdagen aan het einde van de vorige eeuw.
Nu is Alessi een gevestigde naam. Om in de voorhoede van de designwereld te blijven zal het merk opnieuw moeten verrassen. Zouden frisse ideeën uit Delft kunnen zorgen voor een nieuwe impuls?
IV
De negentien jonge ontwerpers hebben hun presentatie gehouden, in een warme kamer met gedempt licht en de gespannen sfeer van een theaterauditie. Ze zijn voor technische studenten ongewoon persoonlijk geweest.
Studente Julia ontroerde met een verhaal over een hoekje dat zich van een vierkant losmaakt om avonturen te beleven. Haar product is een set minimalistische bakjes. Verder variëren de ontwerpen van een espressokopje in de vorm van een bloemkelk tot een leeslamp die je uitschakelt door je boek erop te rusten te leggen.
Medewerkers van Alessi, onder wie de marketingdirecteur, geven eerlijke en enthousiaste feedback. Kan het technisch gezien geproduceerd worden? ‘Dit wordt erg duur in dubbelwandig roestvrijstaal.’ Is er markt voor? ‘Dit ontwerp is absoluut poëtisch, maar kan de consument het nog wel in één oogopslag begrijpen?’ Is het voldoende onderscheidend? ‘We moeten misschien even wachten, want het Deense merk Hay heeft net iets vergelijkbaars uitgebracht.’
De deur gaat open. Onverwacht komt Alberto Alessi binnen, kleinzoon van de oprichter en nu de baas van het familiebedrijf. Gekleed in een ontspannen sweatshirt neemt hij plaats aan een tafel die volstaat met prototypes. Alle ogen zijn op hem gericht. Wat trekt zijn aandacht? Welk object pakt hij als eerste? Wat zorgt voor een glimlach?
Hij bekijkt de uitgestalde ontwerpen als een kind op pakjesavond en begint met sommige te spelen. ‘Wordt dit een tentoonstelling?’ vraagt hij tot ieders vreugde. Het Delftse zaadje is geplant in de Italiaanse designwereld. Wordt vervolgd.
Fotografie: Sara Ferrari en Nara Lee