Het intensief inzetten van social media heeft nauwelijks effect op het aantal voorkeursstemmen dat een kandidaat-Kamerlid krijgt. Dat blijkt uit nog niet gepubliceerd onderzoek van de Radboud University Nijmegen. Het rapport is al wel hier te downloaden.
De onderzoekers Niels Spierings en Kristof Jacobs bekeken of kandidaten die veel gebruik maakten van social media voor de Tweede-Kamerverkiezingen 2010 ook meer voorkeursstemmen kregen. Het effect is verwaarloosbaar, zo blijkt. Er is weliswaar een stijging van het aantal voorkeursstemmen, maar dat is zo laag dat dat geen zetels oplevert. Zo vonden de onderzoekers dat iedere 100 volgers op Twitter 32 extra stemmen opleverden. Uitgaande van het gemiddeld aantal volgers van Twitter van 4,924 zou dit een gemiddeld kandidaat-Kamerlid 1,576 extra stemmen opleveren, niet genoeg voor een zetel.
Tegenover de NOS zei onderzoeker Kristof Jacobs: ‘Die paar honderd stemmen die je met de social media zou kunnen verdienen zijn bijna nooit doorslaggevend voor een uiteindelijke zetel. Als je kijkt naar het verleden, dan zie je dat je of totaal kansloos bent in de strijd om voorkeursstemmen, of je voldoet ruimschoots aan de norm. Het gaat bijna nooit om een paar honderd stemmen."
De resultaten van het onderzoek zijn opmerkelijk, want de algemene opinie was altijd dat de inzet van social media wel degelijk effect hebben. Vooral de campagne in 2008 van Barack Obama zou daar een voorbeeld van zijn. De onderzoekers denken dat de Obama’s campagne vooral zo goed scoorde omdat hij de sociale media als een van de eersten uitgebreid inzette. Dat concurrentievoordeel is weg nu social media mainstream zijn geworden.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!