‘Is niks doen ook een vorm van communicatie?’, vroeg ik me aan de rand van het zwembad op Cyprus af. Een paar boeken lezen, met de kleine oefenen voor haar A-diploma en op tijd weer aan de lunch – meer had de zomervakantie van de familie Boer dit jaar niet om het lijf.
De Olympische Spelen waren in volle gang. Yuri van Gelder was op verzoek van zijn trainer net naar huis gestuurd door Maurits Hendriks. Mijns inziens een terecht besluit, maar daar kun je over twisten. Vast staat dat het hier een glasheldere vorm van communicatie betrof van de chef de mission van Team NL; excommunicatie.
Veel mensen zagen er een sappige zomerrel in, enkelen (onder wie minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; let u even op de naam van de portefeuille) een ‘persoonlijk drama’. Voor een aantal bedrijven (Radler en Chocomel) was het aanleiding voor een grappige inhaker, die anderen weer niet zo grappig vonden. Ook daar kun je over twisten. Vast staat dat de Olympische Spelen het grootste marketingevenement ter wereld zijn. Ook bij marketing heb je de keuze om niks te doen.
Waarom doet de een het dan wel, en de ander dan niet?
Tijdens de zomervakantie in Viareggio in 2013 las ik Stand-up filosoof. Het boek is een laagdrempelig gesprek van Wilma de Rek met de inmiddels overleden filosoof René Gudde. Hij vertelt in het boek heel mooi over de diepste drijfveer die wij allemaal hebben: erkenning. (Dat woord doet mij altijd direct denken aan de titel van een ander zomervakantieboek: Erken mij van Esther Verhoef.)
Met erkenning is iets raars aan de hand. We willen allemaal graag bij een groep horen en we willen er een beetje boven uitsteken. Volgens Gudde is erkenning de geslaagde combinatie van die twee dingen; ergens onderdeel van zijn én gezien worden als bijzonder. Het geldt ook voor merken.
Gudde legt uit dat het volgens filosofen komt omdat we allemaal stiekem onsterfelijk willen worden. Dat is natuurlijk onmogelijk, maar we willen alles meemaken; niks laten schieten, zoveel mogelijk beleven en risico’s nemen. Al weten we dat pech en eindigheid op de loer liggen en dat het dus mis kan gaan – mis moet gaan.
De opgave is om de architect te worden van je eigen passies. Je kunt je er volgens Gudde op trainen door middel van wetenschap, religie, kunst en sport. Dat is lastig, vraagt uithoudingsvermogen en zelfs als je heel goed getraind bent, dan nog gaat het soms fout.
Zo bezien, begrijp je Radler, Chocomel en zelfs Yuri van Gelder een beetje beter.