Vanmiddag diende in Amsterdam het kort geding dat SRM had aangespannen tegen het Nima.
Kort samengevat: op 15 april was er een Nima C-examen en SRM vond dat van onvoldoende niveau. Waar dit examen de strategische marketingkunde moet toetsen, vond SRM dat het alleen over operationele zaken ging.
Ik volgde de zitting en was bij de uitkomst.
Over de ruzie is links en rechts al geschreven. Adformatie deed het al enige weken terug en vandaag volgde de Telegraaf.
De inzet van SRM: er moet een onafhankelijke commissie komen die de examens beoordeelt, én een gratis herkansing voor de gedupeerde cursisten.
Om vier uur diende de zaak. Normaal staat er een uurtje tot vijf kwartier voor zoiets, maar vandaag waren de partijen er pas tegen kwart voor zeven uit. Dat ze tot een vergelijk kwamen had vooral te maken met de vrouwelijke rechter die de ruziënde partijen als kwajongens tot een vergelijk dwong.
Je vraagt je af hoe het zo ver heeft kunnen komen, want SRM heeft het Nima als examinator nodig en omgekeerd zijn er zonder partijen als de SRM geen exameninkomsten voor het Nima. Nima stelt de exameneisen op en toetst ze. De opleider zorgt dat zijn cursisten aan de eisen voldoen. Het is normaal gesproken een duet, een symbiose bijna. Maar niet vandaag.
Het begin van de zitting begon met het uitwisselen van tal van scherpe verwijten. Van het Nima waren Frank van Delft aanwezig en marketingprofessor Ruud Frambach van de VU. De laatste omdat hij voorzitter van het Nima examen college is.
Van de SRM waren directeur John van der Stam en Max Kohnstamm als programma manager marketing aanwezig.
SRM’s advocaat liet weten dat zijn cliënt met de rug tegen de muur stond. Er was onderling overleg geweest met het Nima, maar dat had niets opgeleverd. ‘Beide partijen werken al lang samen, maar sinds oktober 07 met het aantreden van een nieuw examencollege, dat geen ervaring heeft met examens, is het mis. Met het examen van 15 april 09 als dieptepunt. Het Nima C-examen was altijd strategisch van aard, maar wordt nu steeds operationeler’, betoogde hij. ‘Dit laatste examen was op B2 niveau. Het Nima moet zich gewoon aan zijn eigen exameneisen houden’.
Enzovoorts. Enzovoorts. Bam. Baf. Bam.
De rechter vatte de zaak even samen: ‘SRM is boos omdat het examen te laag van niveau was. Dat komt niet vaak voor, dat partijen daar over klagen’.
De advocaat van het Nima stookte het vuur nog verder op: ‘Vandaag stond in de Telegraaf dat het Nima-examen te makkelijk was. Dat levert het Nima schade op.’
En: ‘Het SRM is niet het enige instituut dat opleidt, maar geen van de anderen heeft geklaagd’ . Ook liet hij fijntjes weten dat de SRM-cursisten niet alle verplichte literatuur tot zich genomen hadden. En dat er van andere examenkandidaten helemaal geen klachten waren binnengekomen.
Enzovoorts. Enzovoorts. Bam. Baf. Bam.
Het Nima had Ruud Frambach als een soort joker ingeschakeld: helder formulerend legde hij uit dat de case wel degelijk over marketingstrategie ging. En dat er zeker een analyse van de kandidaten werd gevraagd. Max Kohnstamm van de SRM ging er tegenin: ‘Alle strategische beslissingen waren al genomen in deze case. Bovendien was er verwarring over wat er gevraagd werd. Niet alle vragen waren helder.’
De rechter probeerde de partijen te verzoenen na alle geharrewar en dat deed ze succesvol. Als een wijze moeder wees ze naar Frambach (foto beneden) en Kohnstamm: ‘Jullie moeten met elkaar praten’.
En: ‘Het belang van SRM is helder. Het is een goed opleidinginstituut, met de meeste geslaagden bij het Nima C-examen, begrijp ik. Voor hen is het niet prettig als ze op het verkeerde been worden gezet. Dat gevoel leeft kennelijk bij SRM. Dat kun je negeren, maar beter is om er over te praten. Er zijn hier twee experts en die moeten met elkaar praten. Waarom is dat nog niet echt gebeurd? Hoe is SRM op het verkeerde been gezet? Waar zit het probleem dan precies?’
Er volgde wat weigerachtig geharrewar. Nima vond dat het al zijn best had gedaan en SRM wilde niet meer met mensen om de tafel die het niet meer zag zitten.
De rechter had daar wederom geen oor voor: ‘Je moet met elkaar praten! Zo gaat dat gewoon. Je moet het accepteren! Je kunt niet bepalen met wie wel en met wie niet. Zo gaan de zaken. Jullie moeten er toch met elkaar uitkomen. En ik zou het zo helder maken dat cursisten niet meer op het verkeerde been gezet worden. Zorg dat je de eisen helder krijgt. En dan volgt de rest. ‘
Over de noodzaak om met elkaar te communiceren waren ze het uiteindelijk snel eens. Maar wat te doen met het examen van april 09? SRM vond dat niet goed en wilde genoegdoening. Het Nima vond het wel goed en wilde niet toegeven.
De rechter: ‘De geslaagden zijn geslaagd, daar kan geen misverstand over bestaan.’
Ze stuurde de partijen de zaal uit om te overleggen en met een oplossing te komen die voor iedereen acceptabel was.
Na een uur -inderdaad koortsachtig, maar wel vriendelijk- overleg, kwamen ze terug en legden dit resultaat op tafel:
1. De deelnemers aan het Nima-examen van 15 april 09, die tussen een 4,5 en een 5,0 hebben gescoord, worden in de gelegenheid gesteld om voor september 09 een mondeling examen te doen dat ze toetst op de Nima C1-stof. Indien de deelnemer een voldoende scoort (een 5,5 of hoger) krijgt hij/zij het cijfer 5,0 voor het Nima C1 examen. En krijgt daarmee, volgens een speciale overgangsregel, toegang tot het Nima C2 examen.
2. Beide partijen voeren zo snel mogelijk overleg over de interpretatie van de Nima C-exameneisen. Voor 1 september moet dit afgerond zijn. De overlegcommissie bestaat uit Kohnstam, Frambach en een vertegenwoordiger van de Nima C examen commissie.
3. Beide partijen treden eenduidig naar buiten over de uitkomst van dit geschil. Er volgt zo snel mogelijk een gezamenlijk persbericht over het akkoord.
Ok, het was weer een leerzame middag (‘Communicatie is lastig’.) en het persbericht van beide partijen zal in aanzienlijk gepolijste taal bovenstaande uitkomst nog eens samenvatten.
Na afloop vroeg ik Kohnstamm of hij tevreden was en hij zei: ‘Ja. Er is nog eens bevestigd dat SRM veel beter dan de anderen scoort op dit examen. En Ruud Frambach is een verstandig mens. We komen er wel uit.’
Zelfde vraag aan Frambach: ‘Ja, dit is voor iedereen het beste. En voor de cursisten helemaal…’
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!