Premium

‘Rot op met je vertrouwen’: Debat journalisten en woordvoerders maakt de kloof niet kleiner

Hoe is het wantrouwen tussen de pers en voorlichters te verminderen? In Nieuwspoort vlogen de vonken er geregeld vanaf in een debat.

V.l.n.r. Patrick Lodiers, Bas Haan, Julia Wouters, Ingo Heijen, Ton van der Ham
Foto: Leene Communicatie

Het debat is nog geen tien minuten onderweg als de toon hoger en feller wordt. Bas Haan, onderzoeksjournalist bij NRC en in het verleden bij Nieuwsuur, maakt zich boos over het frame waarin de relatie van woordvoerders en journalistiek wordt geperst.

Haan: ‘Het begint al met woorden als wedstrijd, andere planeten, tegenpolen en wantrouwen. Maar daar gaat het niet om. Het gaat niet om vertrouwen of wantrouwen. Rot op met je vertrouwen. Woordvoerders hebben de plicht om informatie te geven, bij de overheid is dat een wettelijke taak. Het is aan ons journalisten om daar fatsoenlijk mee om te gaan. Ik kan ook best zeggen: ‘Jullie woordvoerders dienen alleen de bewindspersonen’, maar als we in de soort platitudes blijven hangen kunnen we hier nog drie uur praten en verandert er niets.’

Toch is dat wel zo ongeveer de uitkomst van het debat over woordvoerders en journalisten van afgelopen woensdag in Nieuwspoort. De aanleiding ervoor is een onderzoek van Zembla-journalist Ton van der Ham bij het Reuters Institute (University of Oxford) naar de moeizame verhouding tussen beide beroepsgroepen.

Zijn bevindingen en ervaringen legde hij vast in het boek ‘Voorbij het wantrouwen, indringende gesprekken tussen journalist en woordvoerder’ dat na het debat werd gepresenteerd. (Voor lezers van Adformatie gratis te downloaden, zie onder).

We moeten als journalisten niet denken dat iedere woordvoerder maar door onze hoepel springt als we dat willen
Ton van der Ham

In een inleidend vraaggesprekje met discussieleider Patrick Lodiers noemt Van der Ham zelf het contact tussen journalisten en woordvoerders ‘een situatie van stress’. Hij pleit voor wat meer begrip van beide zijden.

Van der Ham: ‘Voor journalisten is het belangrijk te beseffen dat iedere beschrijving van de werkelijkheid een verminking van die werkelijkheid is. Bovendien moeten we als journalisten niet denken dat iedere woordvoerder maar door onze hoepel springt als we dat willen.’

Schielijk wegduiken

Tegelijkertijd ziet de Zembla-journalist ook nog altijd dat bedrijven hem en zijn team het werk onmogelijk proberen te maken. Onlangs nog, toen hij met een camerateam in de Tweede Kamer was voor een rondetafelbijeenkomst over genetische modificatie.

Van der Ham: ‘Niemand wilde met ons praten, mensen die ik ken zag ik schielijk wegduiken. Wat bleek, toen wij aan het filmen waren is er door de koepelorganisatie aan zaadveredelingsbedrijven snel een mail verstuurd naar alle leden. Ze mochten geen vragen beantwoorden, maar moesten doorverwijzen naar een position paper. De boodschap was: Zembla is niet te vertrouwen. Dan speel je het op de man. Ik wil onderzoeken hoe dit soort zaken werkt en hoe we hier wat aan kunnen doen.'

Drie ervaringsdeskundigen gaan daarover met elkaar in gesprek. Naast Bas Haan is dat Julia Wouters, oud-parlementair verslaggever bij RTL Nieuws en elf jaar lang politiek adviseur en woordvoerder van Lodewijk Asscher. Naast haar zit Ingo Heijnen, senior vice-president Hill & Knowlton.

Het eerste gespreksonderwerp is journalistieke vooringenomenheid die woordvoerders op achterstand zou zetten. Volgens Ingo Heijnen is die er zeker.

Heijnen: ‘Wat mij opvalt is dat er steeds meer gewerkt vanuit een bepaalde veronderstelling en daar wordt bewijs bij gezocht. Dat draagt niet bij aan betrouwbare berichtgeving en ook niet aan goede verhoudingen. Als het verhaal al af is en er nog even wederhoor moet komen, zet dat een woordvoerder op achterstand’

Bas Haan: ‘Als wederhoor wordt gezien als een plicht voor je uitzendt, dan heb je het over slechte journalistiek. Ik betrek andere partijen juist het liefst zo snel mogelijk bij een verhaal, daar wordt het beter van.’

Verhaal kalltstellen

Daar zit wel een risico aan, is de ervaring van Haan, want het kan gebeuren dat een partij het onderzoek vooraf al in diskrediet probeert te brengen of het nieuws zelf naar buiten brengt met een eigen frame.

Haan wijst naar Ingo Heijnen: ‘Jij zegt zelf in het boek dat je bij zeer slecht nieuws kijkt hoe je het zelf voortijdig naar buiten kan brengen en zo één of twee keer een verhaal hebt kalltgesteld. Dan ga je ver over de grens heen en zorg je ervoor dat journalisten als ik, die wel van tevoren om een weerwoord vragen, jou de volgende keer niet betrekken.’

Julia Wouters begint met de disclaimer dat ‘er natuurlijk journalisten zijn die ruim van tevoren bellen’. Die behandelt ze ook ruimhartig. ‘Maar wat ik vooral zie is dat we kritische journalistiek zijn gaan verwarren met cynische journalistiek. Dat journalisten ervan uitgaan dat je de boel wil belazeren. Als je zo geframed wordt – want ze gaan voor de kill – dan begrijp ik wel dat je zegt: we brengen het zelf eerder naar buiten.’

Voorlichters op de ministeries bel ik niet meer. Het zijn marketeers geworden
Bas Haan

Bas Haan ziet dat er de nodige baggerjournalistiek is, maar door dat steeds als voorbeeld te nemen slaat het de discussie plat. ‘Noem dat geen journalistiek. Maak een onderscheid voor kwaliteitsmedia als Zembla, Nieuwsuur en NRC die wel zorgvuldig zijn.’

Ingo Heijnen en Julia Wouters roepen in koor dat het gebrek aan zorgvuldigheid vaak ook bij die kwaliteitsmedia is te zien. Heijnen: ‘Internet en daaroverheen de sociale media hebben alles veranderd. De snelheid waarmee nieuws gebracht moet worden is enorm omhooggegaan, tijd om te checken is er nauwelijks.’

Wouters: ‘Vaak wordt er op de man gespeeld. Waarom zou je als politicus je imago aan stukken laten hakken door een journalist? Dan wil je terug kunnen duwen, uitleggen dat er met goede intenties is gewerkt, laten zien dat je lessen trekt. Maar daar is geen oog voor, er wordt vaak karaktermoord gepleegd.’ 

Oekaze van Kok

Het debat spitst zich toe op de Haagse politiek en het ‘imagodenken’ in de woordvoering. Bas Haan zegt dat hij geen voorlichters op de ministeries meer belt, omdat hij ze niet meer vertrouwt. ‘Het zijn marketeers geworden.’

De kiem is volgens hem geplant door Kok en zijn Oekaze. Die leidde ertoe dat woordvoerders slechts met instemming van de minister parlementariërs en journalisten informeren. De minister is verantwoordelijk, niet zijn ambtenaren. ‘Dat is nu op desastreuze wijze geperfectioneerd’, vindt Haan. ‘De angst is gaan overheersen, het gaat om de baas beschermen. Buiten Den Haag heb ik trouwens zelden problemen met woordvoerders. Ik kan prima met ze samenwerken.’

Julia Wouters erkent dat in de persvoorlichting de bescherming van de minister is doorgeslagen, hoewel ze zelf ook ‘bezig was het imago van minister te kneden, ook inhoudelijk’.

Wouters: ‘Daar kan je een vieze smaak van in je mond krijgen, maar de belangen zijn heel groot. Als je een politiek gezicht bent en er verkiezingen worden verloren, dan heeft dat veel consequenties. Een minister kan zijn politieke idealen minder goed realiseren en veel mensen raken er hun baan door kwijt. Het hoort er dus ook bij dat je wat mooi is in de etalage zet en nadenkt hoe je slechter nieuws brengt.’

Ingo Heijnen is het daar niet mee eens. ‘Ik vind dat er voor politiek en ministeries een verschil is met het bedrijfsleven. De situatie in den Haag is volkomen doorgeslagen. Wat we nu hebben gezien en naar buiten is gekomen, dan schrik ik hoe strategisch en bijna doortrapt er met communicatie wordt omgegaan.’ 

Je kop eraf

Volgens Heijnen heeft het vooral met angst te maken, Bas Haan is het met hem eens. ‘Die angst is ook bijna begrijpelijk als je kop er na een verkeerde tweet afgaat op Twitter. Er is een meningencircus waarin mensen hard worden aangepakt. De fout is wel als je die angst ook laat bepalen hoe je met serieuze journalisten omgaat.’

Als je angst hebt voor honden, moet je niet in een kennel gaan werken
Ton van der Ham

Hoe kan de relatie tussen woordvoerders en journalisten verbeteren? Volgens Julia Wouters begint dat bij wezenlijke interesse. ‘We moeten het antwoord willen weten waarom het niet goed gaat. Journalisten moeten veel meer doen met minder mensen. Wat betekent dat?  Waarom zijn woordvoerders zo defensief en waarom zijn ministers zo bang? Het is goed om die vragen met elkaar te bespreken.’

Bas Haan en Ingo Heijnen zien geen enkele heil in een soort van relatietherapie tussen beide beroepsgroepen. Een journalist heeft een vraag en een woordvoerder of voorlichter geeft antwoord.

Heijnen: ‘Laten we een beetje professioneel zijn. En het is goed als we begrip hebben voor de positie waarin de ander zit. Een woordvoerder kan best informatie willen geven, maar heeft wellicht een bestuurder achter zich die een slechte ervaring heeft en argwanend is.’

Gevoede argwaan

Heijnen gelooft daarom dat inzicht in elkaars werkwijze en doelen al enorm helpt. Als een journalist belt heeft een bedrijf, de woordvoerder vaak geen idee waarom dat is en wat er met de informatie gebeurt. Dat voedt de argwaan.

Het eerste wat hij doet is de ‘zaak opengooien’, boven tafel krijgen wat een journalist al aan informatie heeft, wat die nog nodig heeft en tot wat voor een soort product dat moet leiden. ‘Dat geeft rust.’

Van der Ham vindt het vermogen om te kunnen reflecteren op eigen handelen essentieel evenals de ethiek van de journalist. Maar dan nog is er geen invloed op hoe een ander dat ondergaat:

‘In het verhaal wat we nu maken over zaad is ook de Universiteit Wageningen betrokken. Ik sprak daar een directeur en die zei: ‘Jij hebt passie voor je werk, maar ik ook. Ik moet je maar vertrouwen dat je me recht doet in de montage. Ik vind het doodeng allemaal.’ Ik begrijp zijn angst wel, maar tegelijkertijd denk ik: je wordt met publieke middelen betaald. Doe je werk.’

Even later zegt hij het iets anders: ‘Als je angst hebt voor honden, moet je niet in een kennel gaan werken.’ Dat geldt voor zowel journalisten als woordvoerders.

Af en toe worden ze gebeten.

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie