Toch zien sprekers van het Nederlands de toekomst van hun taal zonnig tegemoet. Ongeveer acht op de tien Nederlanders en Vlamingen verwachten dat het Nederlands stand zal houden tegen het Engels.
Doemscenario's over de oprukkende Engelse taal zijn niet erg realistisch, concludeert ook de Nederlandse Taalunie op grond van een vorige week gepresenteerd onderzoek Taal Peil, dat het bureau Trendbox uitvoerde onder 550 Nederlanders, driehonderd Vlamingen en 250 Surinamers.
De unie hield het onderzoek, omdat het samenwerkingsverband op gebied van de Nederlandse taal zijn 25e verjaardag vierde. Bijna alle ondervraagden zeiden trots te zijn op hun taal. Ze
vinden het Nederlands mooi, al zijn Nederlanders meer te spreken over het Vlaams dan over hun eigen variant van het Nederlands.
Bijna driekwart van de Surinamers vindt het eigen Nederlands mooi. Over het 'Nederlands-Nederlands' zijn ze minder te spreken. Slechts een op de vijf kan het waarderen. CDA en ChristenUnie kondigden al voor de zomer een initiatiefwetsvoorstel aan om het Nederlands steviger te verankeren in de grondwet.
De partijen maken zich zorgen over het oprukkende Engels, vooral in het onderwijs. In het basisonderwijs zijn er nu 54 scholen met tweetalig onderwijs, in het voortgezet onderwijs
zijn dat er 65, meldt de Nederlandse Taalunie.
Maar Nederlanders maken zich daar echter geen zorgen over. De beheersing van hun taal is niet in het geding vinden ze. Mensen tussen de 25 en 49, de leeftijdsgroep met schoolgaande kinderen, juichen tweetalig onderwijs zelfs toe: ze vinden dat het leren van een vreemde taal niet jong genoeg kan beginnen.
CDA-Kamerlid De Vries maakt zich ook zorgen over taalverloedering in sms-berichten. Bijna de helft van de ondervraagde Nederlanders in Taalpeil denkt dat sms'en slecht is voor de taalvaardigheid.
Het blijken echter vooral de 35-plussers te zijn die deze vorm van communicatie als een bedreiging zien.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!