Premium

Robin Middel: 'Natuurlijk botst het soms stevig met journalisten, maar alles met open vizier'

Interviewserie 'Het werk van woordvoerders'. Aflevering 1, Robin Middel coördinerend woordvoerder Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie.

Robin Middel in Afghanistan tijdens een interview met Peter van Uhm (links) door het NOS Journaal
Havana Orange

De werkdag van een woordvoerder van een minister, politicus of top-ceo begint zo ongeveer in bed. Direct na het wakker worden grijpt Robin Middel als eerste naar zijn mobiele telefoon om de koppen van de belangrijke media te scannen, te kijken of ze ‘zijn’ onderwerpen hebben opgepakt en ‘welk nieuws je dag gaat bepalen’.

Middel: ‘Om 7 uur is er dan het eerste app-verkeer met de bewindspersoon en bespreek je wat er moet gebeuren. Dat gaat eigenlijk de hele dag door - als je met elkaar in de auto zit, bij interviews, via de telefoon. Het stopt niet eerder dan diep in de avond.’

Ze vervullen een van de meest zichtbare communicatieberoepen, vangen de eerste vragen en klappen op in de media op. Niet zonder risico: één misser en je bent trending. In een serie van vier portretten gaat Adformatie met woordvoerders in op hun werk.

Middel heeft jarenlang ervaring in de woordvoerdersrol, voor een belangrijk deel opgedaan bij het ministerie van Defensie. De laatste 7 jaar werkt hij op interimbasis als woordvoerder, naast het werk voor zijn eigen pr-bureau Havana Orange uit Rotterdam, hoewel hij dat nu vooral aan zijn partners daar overlaat.

Middel wordt het laatste jaar volledig in beslag genomen door zijn werk als coördinerend woordvoerder voor het Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie, het punt van de Rijksoverheid waarin de communicatie over de coronacrisis samenkomt.

Lees ook: Waarom er zo’n gierend tekort is aan woordvoerders

Een woordvoerdersbaan geeft veel druk, zegt Middel, hoewel hij er direct aan toevoegt dat hij dat ook het fascinerende aan de baan vindt.

Middel: ‘Je zit altijd met je neus boven op het nieuws, kijkt aan de voorkant wat er speelt en aankomt. Daar moet je zo goed mogelijk over adviseren en duidelijk maken hoe de sentimenten in de samenleving zijn. Ik durf te zeggen dat ik in de 26 jaar dat ik dit werk doe aardig kan inschatten hoe bepaald nieuws en de reactie daarop valt.’

JM: Je schetste dat de samenwerking met een bewindspersoon intensief is. Moet je elkaar goed liggen?
RM:

‘Dat maakt het makkelijker. Ik word meestal op interim-basis als woordvoerder ingevlogen en dan is het belangrijk dat je al snel een zakelijke klik hebt met elkaar. Zeker bij politici voor wie publiciteit zo belangrijk is, gaat dat al snel om intieme en close relaties. Je zit vaak bij ze in de auto, bent vaak de eerste die een signaal afgeeft na een optreden, en als je minister of staatssecretaris ’s avond in het Journaal ‘zat’ bel je altijd even over hoe is het is gegaan en hoe het zal vallen.’

Op de eerste dag dat ik voor Peter van Uhm werkte sneuvelde zijn zoon in Afghanistan
Robin Middel
Met wie had je een bijzondere band?

'Met Peter van Uhm bij Defensie, maar dat was ook vanuit een heel extreme situatie. Op de eerste dag waarop ik voor hem werkte sneuvelde zijn zoon in Afghanistan. Dat was vreselijk verdrietig natuurlijk en bijzonder intensief. Het heeft door de hele periode dat ik met hem samenwerkte heen gelopen.’

Daar bouw je een wel heel emotionele relatie met elkaar op.

‘Ja, die band is heel close, maar toch ook zakelijk, daar zorgde Van Uhm zelf wel voor. Hij sprak met de mensen om hem heen af: laten we opletten de persoonlijke emotie er niet te veel doorheen loopt. Dat is sowieso een juiste positie voor een woordvoerder; je moet ook distantie kunnen houden en tegengas kunnen geven.’

Heb je Van Uhm later nog gesproken over die tijd?

‘Ik kom hem nog wel eens tegen, en dat is het iets wat ter sprake kan komen, maar vaak ook niet. Het was sowieso een intensieve periode, waarbij meerdere missies tegelijk werden uitgevoerd door Defensie. Zo zijn we ook verschillende keren naar antipiraterijmissies geweest, dat is dan weer een hele andere setting.'

Het werk van woordvoerders is erg zichtbaar, het afbreukrisico is groot. Ooit gedacht: vandaag maar even niet op Twitter kijken?

‘Natuurlijk kan er wat fout gaan tijdens de woordvoering. Daar moet je mee kunnen omgaan en een dikke huid helpt ook. Ik zeg altijd: je moet altijd een bepaalde gezonde spanning hebben bij dit werk. Word je te nonchalant, dan gaat het niet goed. Twitter mijden is sowieso soms verstandig gezien het dossier Covid waar ik nu voor werk. Er is altijd wel een groep die bakken kritiek stort op sociale media. De les die ik in het verleden heb geleerd is dat je als woordvoerder niet persoonlijk mee moet doen in dit soort emotionele discussies.’

Je praat namens iemand met journalisten, niet omdat je zelf iets vindt, wil beschermen of framen
Er is vanuit de journalistiek en ook politiek kritiek op de woordvoerders. Jullie zouden vooral gericht zijn op reputaties beschermen, framing ….

‘Het is niet aan mij om kritiek vanuit de politiek te pareren. Ik constateer dat de woordvoerder een schaars goed is in Den Haag. Vaak wordt ten onrechte iedere collega van communicatie-afdelingen bij de Rijksoverheid als woordvoerder of voorlichter bestempeld. Dit terwijl het overgrote gedeelte van de mensen bezig is met publiekscommunicatie, overheidscampagnes of andere vormen van communicatie die horen bij een transparante overheid.'

Maar inhoudelijk...

'Ik werk vanuit het principe dat je als woordvoerder altijd een stap achter de bewindspersoon moet staan. Je praat namens iemand met journalisten, niet omdat je zelf iets vindt, wil beschermen of framen. Bij een ministerie heb je als woordvoerder een enorm netwerk aan journalisten, vooral de ‘Haagse’ spreek je veel. Dat zijn persoonlijke relaties. De eerlijkheid tegenover journalist is daarin het belangrijkste. Natuurlijk is er weleens een stevige botsing, maar daar kom ik dan snel op terug en ja, als ik fout zat geef ik het ook toe. Alles met open vizier.’

Je traint ook jonge woordvoerders. Welk loopbaanadvies geef je ze mee?

‘Dat ze een mix moeten zoeken in werkverdeling. Wie alleen woordvoering doet – en dat zijn eigenlijk alleen degenen die bewindspersonen ‘doen’ of burgemeesters bij de grote gemeenten - kan wellicht doorschuiven naar zwaardere ministeries of dossiers, maar de basis van het werk blijft hetzelfde. Als je eenmaal in die tunnel zit kom je daar moeilijk uit. Wissel woordvoering daarom af met andere communicatie- of beleidsfuncties. Dat vergroot je kansen, je blik op de organisatie en het loopbaanperspectief. Niet onbelangrijk, het geeft je ook tijd om wat op adem te komen. Ik wissel de stressvolle klussen altijd af met rustiger interimwerk. Dat heb je in dit vak echt nodig.’

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie