Intellectueel eigendom: ruggengraat van een creatieve economie?

Wie de onvermijdelijke ‘hipsters’ die PICNIC bevolken toch wil ontlopen, moet op vrijdagochtend een sessie over intellectueel eigendomsrecht gaan bijwonen. Naast dat dit een interessanter onderwerp is dan de titel doet vermoeden (“Valorazation and Protection of IPR in ICT and Digital Media”), is het wel eens verfrissend om niet afgeleid te worden door de uiterlijke kant van wat op PICNIC voor ‘creatief’ doorgaat.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Door Wim Andrea, directeur strategy & creatie bij internetbureau Clockwork

In deze sessie ging het namelijk vooral om de inhoud. En die was inspirerend. Niet eens zozeer de nette bloemlezing door Kennedy Van der Laan-jurist Jens van den Brink (IPR-specialist) van recente jurisprudentie, maar zeker wel de paneldiscussie die aansluitend plaatsvond.

Hierin onder meer de Innovation Director van , Velli-Pekka Niitamo en Simon Bolton, directeur van het . En ook Paul Keller, namens de representant voor en Annelies Kaptein, directeur van . Bedoeling van discussieleider Auke Ferwerda (incubator manager bij was om aan de hand van een aantal stellingen het belang van de bescherming van het intellectueel eigendom voor (kleine) ondernemingen te behandelen. Dat lukte maar deels. De discussie en de naar voren gebrachte voorbeelden waren dermate levendig en boeiend (veel interactie met de aanwezigen in de yurt zaal) dat er maar twee stellingen ‘behandeld' konden worden.

Interessant om te vernemen was, dat Nokia vroeger een nogal protectionistisch beleid ten aanzien van het beschermen van innovaties aan de dag legde. Zo kon elke secretaresse die bijvoorbeeld een flessenopener in een mobiele telefoon bedacht zich verheugen in aandacht van Nokia's patentafdeling. "Er was een aanmoedigend beleid om elk idee te laten registreren", aldus Nokia's Velli-Pekka Niitamo. "Immers, zolang een medewerker van Nokia met een idee kwam, kon het bedrijf dat als intellectueel eigendom laten registreren. Het probleem hiermee is echter, zo leerden wij, dat je er een complete industrie mee verlamt. Het is voor concurrenten en het onderwijs nauwelijks meer interessant om aan innovatie te doen." De veelheid aan patenten - waar maar zelden iets mee werd gedaan - werd zo eerder een last dan een lust voor het Finse bedrijf. Niitamo: "Dat was dan ook de reden om op een zeker moment 1000 patenten gratis ter beschikking te stellen aan start-ups. Daarvan werden er 130 geselecteerd als zijnde ‘kansrijk'. In totaal ontstonden uit deze exercitie 19 nieuwe bedrijven. Vijf hiervan maken nu winst. Nokia had in ruil voor het gratis patent het recht om een belang te nemen in de start-up." Dit initiatief werkt overigens alleen in Finland. Volgens Niitamo vooral omdat "het dicht bij huis makkelijker is om zo'n vriendelijke omgeving te creëren dan op de wereldmarkt."

Merkbelang
Een ander interessant gezichtspunt werd door Simon Bolton naar voren gebracht. Hoewel hij uit de zaal het verwijt kreeg nogal zwaar op patentregistratie te hameren (kostbaar en maar een jaar geldig) wist hij die kritiek te pareren door te wijzen op het aspect ‘timing': "Tegenwoordig gaat alles sneller. Nieuwe vindingen dienen zich elke dag aan. Timing is een serieus issue geworden voor ondernemingen. Puur op basis van een idee en de potentiele marktwaarde ervan handelen is lastiger geworden. De time-to-market is vaak gewoon te kort. Het belang van een merk is mijn inziens daardoor toegenomen. Een merk biedt consumenten in een snelle wereld een stabiel fundament om innovaties te kunnen waarderen." Niitamo nuanceerde: "Maar niet alles leent zich voor een merkbuzz. Natuurlijk is de merknaam Apple voor Steve Jobs waardevol als hij een nieuw apparaat op de markt brengt. Maar hoe maak je een nieuwe firmware functie voor een mobiele telefoon ‘sexy'?"

Uit de zaal kwam nog een praktische noot: Het vastleggen van het intellectueel eigendomsrecht is meestal niet het probleem. Zorgen dat het wordt nageleefd wel. Een MKB-er heeft simpelweg niet de tijd en het geld om een inbreuk adequaat te bestrijden. Zowel Bolton als Van den Brink moest berustend knikken bij deze pragmatische opmerking. Maar wezen tegelijkertijd ook op het vaak volledig ontbreken van kennis over auteursrecht bij (startende) ondernemers. Terwijl het zeker in deze Internet Age voor creatieve start-ups belangrijk is om het fundament van hun onderneming (de vinding) te kunnen beschermen. Bolton verklaarde dat als volgt: "Nadenken over het verkopen van een onderneming, veronderstelt een entrepreneursbenadering, geen creatieve instelling. Als je op zoek bent naar een exit-strategie dan zou ik zeker het IPR regelen. Bovendien: als je het IPR onderdeel maakt van je businessplan, helpt dat ook bij het aantrekken van kapitaal." Tegelijkertijd wees Bolton op het belang van IPR voor creatieven: "Creatieve mensen verkopen hun tijd voor geld. Grote bedrijven kunnen dat betalen. SME's niet. Er wordt dan snel gesproken over het delen van de risico's en mogelijke opbrengsten. Alleen al vanuit dat kader wordt IPR relevant."

Voor wie het duizelde, had Jens van den Brink een praktische tip: "Ga gewoon eens koffie drinken met een advocaat. Die zijn niet eng en kosten ook niet meteen veel geld. Als je door zo'n gesprek weet waar je op moet letten, loont het al." Annelies Kaptein had dat anders aangepast: "Steeds een advocaat inhuren werd wel duur. Ik heb er nu een voor 50% in dienst. Ook handig voor andere zaken, zoals contracten opstellen."

Link:
(blog van o.a. Jens van den Brink)

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie