door Jan Sonneveld
Nog ooit kwam het voor: binnen een week een televisietoespraak van zowel de premier als de Koning. Bijna de halve Nederlandse bevolking zat bij beide speeches aan het beeldscherm gekluisterd. En zodra ze waren uitgesproken, begon het recenseren en duiden. Elke woord werd op een goudschaaltje gewogen, elke handbeweging en elk detail op de achtergrond becommentarieerd. Eerst online en op tv - en de volgende morgen nog eens in de krant. In crisistijd wegen de woorden van leiders zwaarder dan ooit. Maar waarom? Wat is de waarde van deze gesproken woorden? En wat verlangen we van leiders op het moment dat - zoals Simon & Garfunkel zingen - our nation turns its lonely eyes to you?
Onzekerheid
Natuurlijk ligt de bron van dat verlangen in de onzekerheid van het moment: alles gaat anders dan we gewend zijn. Alle vertrouwde processen (politiek, economisch, maatschappelijk), komen tot stilstand. We bevinden ons op onbekend terrein, de uitkomst van de reis is ongewis en de ontwikkelingen gaan razendsnel. Werk, school, boodschappen doen, al het vertrouwde gaat anders. We leven in onzekerheid en dat vraagt om (re)actie van onze leiders: duidelijkheid en daadkracht van de schooldirecteur en de supermarktmanager. Snel een online lesprogramma voor de kinderen en zeep en doekjes bij de winkelkarretjes. Naast dit soort maatregelen zoeken we naar kalmerend handelen op grotere schaal: en daar is de politiek aan zet. Ministers kondigen in toerbeurt maatregelen aan, van de sluiting van scholen tot een groot economisch steunpakket. Daden die iets meer rust brengen in een onzekere situatie. Daden die spreken: we zien de feiten, we voelen de onrust - en we trekken alles uit de kast.
Woorden zijn daden
Meerdere malen per week kondigen vakministers nieuwe maatregelen aan. De hoeveelheid, de snelheid en de uitleg van de details brengen echter zo weer nieuwe onrust. Communicatie in crisistijd vraagt om een ijzeren discipline. En juist daarom is er ook iets anders nodig: een groter verhaal. Een bedding van begrip en beleving, waarin al die maatregelen - als het ware - kunnen thuiskomen. En zelfs zo’n bedding is niet genoeg. De Britse Taalfilosoof John L. Austin zegt dat woorden niet alleen beschrijven. Nee, spreken is ook een daad op zich. En ons verlangen naar woorden in crisistijd gaat uit naar een combinatie van die twee: duiding én daden met woorden.
Dat is belangrijk, omdat het besturen van een samenleving nooit alleen om praktische keuzes gaat. Nee, besturen is de taaie combinatie van politiek handelen en het opvangen en kanaliseren van maatschappelijke dynamiek: onze emoties, gevoelens, vragen en onzekerheden. En daarbij zijn woorden onmisbaar. Zo zien we deze weken overal in de wereld regeringsleiders en staatshoofden toespraken houden. De Italiaanse premier Giuseppe Conte spreekt wekelijks het volk toe, soms zelfs op zaterdagavond, vlak voor middernacht. Iedere leider spreekt een andere taal, gebruikt andere beelden en metaforen. Ieder formuleert anders, kiest voor het uitstralen van verschillende combinaties van emoties. Maar al hun speeches maken gebruik van dezelfde 5 onmisbare ingrediënten: een spiegel, een groepsfoto, een baken, een landkaart en een kompas. Iedere spreker gebruikt ze in de samenstelling die past bij de spreker, het publiek en het moment. Maar ze zijn alle vijf nodig:
1) Spiegel
Nog voor de eerste woorden van de speech zijn uitgesproken, hebben we als kijkers contact gemaakt met het gezicht van de spreker. Dat is het eerste, soms bijna onmerkbare houvast: het feit dat een leider de tijd neemt om ons - zij het via een tv-camera - recht in de ogen te kijken en daarmee iets van zijn of haar eigen emoties prijs te geven. Denk aan de lichte spanning in het gezicht en de handgebaren van de premier. De sobere ernst in de ogen van de Koning. Ze weerspiegelen iets van onze eigen gemoedstoestand. We leren onszelf het beste kennen, zegt een andere filosoof - Emmanuel Levinas - in het gelaat van de ander. Dan is er contact op emotioneel niveau, zelfs al lijkt de afstand groot. Dit contact maakt de toespraak tot een gesprek: de leider spreekt, maar wij denken en voelen terug.
2) Groepsfoto
Met die stap geven we de leider toestemming om onze situatie te duiden. Hij of zij maakt - als het ware - een kraakheldere groepsfoto in een herkenbare omgeving. Met woorden die verbeelden waar we ons bevinden, wat er op ons afkomt en wat er met ons gebeurt. Dat kan geruststellend zijn, maar ook heel confronterend. In de woorden van de premier: ‘Ik heb vanavond geen gemakkelijke boodschap voor u.’ Deze woorden doen niets anders dan wat de essentie is van het Latijnse communicare: gemeenschappelijk maken. Die figuurlijke groepsfoto is dus bedoeld om ons te helpen de mentale sprong van ‘ik’ naar ‘wij’ te maken en van ‘mijn probleem’ naar ‘ons probleem’.
Het maken van de groepsfoto versterkt de relatie tussen mensen, en tussen bestuurders en hun omgeving. De foto schept zelfs de relatie, als die nog niet ervaren wordt. Vergelijk het met iemand die een ander voor het eerst de liefde verklaart. Zodra die woorden zijn uitgesproken, is er hoe dan ook een relatie - ook als die liefde (nog) niet beantwoord wordt. Er is dus iets gezamenlijks. En het scheppen en bevestigen van dat gezamenlijke is hard nodig in crisistijd: het beantwoordt aan ons verlangen naar houvast en geborgenheid, zeker als het om ons heen onzeker is.
3) Landkaart
De volgende stap is de blik naar voren. Nu er duidelijkheid is over waar we staan en wie we zijn, kunnen we vooruit kijken. En daarvoor hebben we een landkaart nodig. Wat staat ons nog te wachten? Welke richting moeten we op? En waar willen we samen uitkomen? Hier landt de praktische politiek in de speech. Zoals premier Joop den Uyl ons in 1973 voorhield: ‘De wereld van voor de oliecrisis keert niet terug. Daardoor zal ons bestaan veranderen. Bepaalde uitzichten vallen weg.’
Geen garanties, maar een eerlijke inschatting van de toekomst. Woorden die ons helpen om te gaan met een zeker verlies. Dat zien we ook nu. Beleid in tijden van Corona is abstract en taai en we hebben er de wetenschappelijke experts van RIVM hard bij nodig. Maar het is hard werken om ons als leken te overtuigen van de wetenschappelijke ratio. Denk maar aan de soms hevige debatten over klimaat en stikstof - helemaal op sociale media. En als de ratio niet overtuigt – wat niet gek is, als het om miljoenen mensen gaat – heb je de retorica nodig om toch een zo groot mogelijke groep mensen tot een collectief te kneden. Met beelden en metaforen die onze emoties en gevoelens raken. En die ons soms moeten overtuigen om te kiezen voor een loodzware route. In de wetenschap dat er mensen zullen sterven - en dat dit ook onze (groot)ouders, familieleden, vrienden en bekenden kunnen zijn.
4) Baken
Nu we weten en voelen welke kant het op moet, is het tijd voor houvast en leiding onderweg. We hebben de bevestiging nodig dat er een vangnet is - en er ‘een beetje op ons gelet wordt’. Dat baken kan God zijn, of onze geliefden. Het kan ook een beroep zijn op onze menselijke veerkracht, zoals president Franklin D. Roosevelt deed bij zijn inauguratie in 1933: ‘the only thing we have to fear is fear itself.
En in het dagelijkse, maatschappelijke leven in crisistijd zijn onze bestuurders ook een baken. En dus bevestigen premier en Koning hun institutionele rollen en verzekert de regering dat kosten noch moeiten worden gespaard om iedereen door de pandemie heen te helpen. In de woorden van de premier: ‘we laten u niet in de steek.’
5) Kompas
Landkaart en baken bieden houvast om de moeilijkste stap in het proces te zetten: vooruit, het onbekende landschap in. Daarom hebben we een kompas nodig, dat ons helpt om koers te houden en ons eraan herinnert dat we zelf moeten lopen om vooruit te komen. In communicatietaal: het kompas uit zich in een concreet handelingsperspectief. Positief en concreet geformuleerd, in taal die zoveel mogelijk mensen begrijpen. ‘Blijf binnen’, ‘houd 1,5 meter afstand’ en ‘zorg goed voor elkaar. Ik reken op u.’
Cement
Samen vormen deze vijf ingrediënten iets bijzonders: een daad van taal, die als cement door het land vloeit - ons hoofd en hart in. En is de samenstelling en timing goed en geloofwaardig? Dan hardt dit ‘cement van woorden’ langzaam uit, in de voegen van de samenleving. Het bindt ons samen en maakt ons een groter en sterker geheel. We zagen het de premier en de Koning doen, maar ook heel veel burgemeesters, in hun brieven en filmpjes met boodschappen aan volwassenen en kinderen (zie bijvoorbeeld Koen Schuiling in Groningen en Mark Röell in Baarn. Al deze boodschappen hadden een vergelijkbaar refrein: ‘samen komen we deze moeilijke periode te boven.’
Jan Sonneveld werkt als speechschrijver, strategisch adviseur en coach voor leiders in politiek, bestuur en bedrijfsleven.
Reacties:
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!