Het onderzoek toont vooral aan dat er onduidelijkheid heerst onder consumenten over wat duurzaamheid betekent.
31 procent denkt bij duurzame producten en diensten in eerste instantie aan producten die langer meegaan;
16 procent verbindt duurzaamheid met producten die goed zijn voor het milieu.
Ook associëren consumenten duurzaamheid met specifieke producten of diensten in negatieve zin. Dit zijn vaak in potentie milieubelastende of energievretende producten, zoals auto's, elektrische apparaten of energie.
Een andere associatie is met energie(verbruik) in het algemeen.
De betekenis van duurzaam ondernemen is duidelijker voor consumenten; 28 procent geeft aan dat het gaat over bedrijven die milieubewust ondernemen, 8 procent heeft het over ondernemen met oog op de toekomst.
Het onderzoek laat verder zien dat voor consumenten het begrip duurzaamheid naar vier primaire dimensies in te delen is.
Voor elke productcategorie (en daarmee elk merk) is een andere dimensie of combinatie van dimensies relevant.
De eerste dimensie betreft de hygiëne factoren; duurzaamheid moet aansluiten op een fatsoenlijke klantbehandeling.
Consumenten zijn verder sterk gefocust op de milieuaspecten van duurzaamheid. Dit vormt de tweede dimensie, waarbij milieu zelf weer bestaat uit verschillende subdimensies zoals ontzien van het milieu, verantwoord omgaan met grondstoffen en CO2-neutraal werken.
De derde dimensie gaat over ethiek; ethisch handelen wordt hier als onderdeel aan duurzaamheid gekoppeld.
De laatste betreft actief maatschappelijk beleid zoals sponsoring en ondersteuning van goede doelen.
77 procent van de consumenten vindt het (zeer) belangrijk dat bedrijven duurzaam ondernemen. Voor een derde van de consumenten is het zelfs al een (zeer) belangrijk aankoopcriterium.
Vooral vrouwen, oudere mensen en hoger opgeleiden vinden duurzaam ondernemen erg belangrijk. Consumenten vinden duurzaamheid van belang voor de meeste bedrijfstakken maar zijn vooral kritisch richting sectoren met potentieel milieubelastende activiteiten zoals energiebedrijven of de auto industrie.
Bedrijfstakken zoals elektronica winkelketens, bouwmarkten en cosmetica verkeren in de 'gevarenzone' omdat consumenten het belang van duurzaam ondernemen groot achten voor deze branches, maar tegelijkertijd van mening zijn dat bedrijven in deze branches nog nauwelijks duurzaam werken.
Alhoewel consumenten aangeven belang te hechten aan duurzaam ondernemen, hebben zij nauwelijks zicht op de mate waarin bedrijven daadwerkelijk werken aan duurzaamheid.
Aanwezige kennis is voornamelijk gebaseerd op reclames die men eerder zag, slechts 6 procent zoekt op eigen kracht naar informatie over duurzaamheid. Hierdoor krijgen 'positieve vervuilers' alle aandacht: het zijn vooral de energie-, vervoer- en voedingsbedrijven die het meest zichtbaar zijn via hun duurzame reclame campagnes.
Energiebedrijven, IKEA en Philips worden door consumenten spontaan genoemd als meest duurzame organisaties.
Meer info op: Dossier Duurzaam
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!