De Rijksvoorlichtingsdienst heeft in de aanloop naar het referendum van 1 juni een groot aantal onderzoeken laten verrichten. Deze zijn deze week aan de Tweede Kamer aangeboden, ter voorbereiding op de brede maatschappelijke discussie over de vraag waar Nederland met de Europese samenwerking naartoe wil.
In maart gaf onderzoek al aan dat premier Balkenende “wegens zijn omstreden populariteit”?, niet de juiste “boodschapper”? was voor het promoten van het grondwettelijk verdrag. Mensen als Hans Wiegel, Hans van Mierlo, Wim Kok en Rita Verdonk zouden daar beter toe in staat zijn, luidde het oordeel van veel ondervraagden.
Uit onderzoek in mei bleek dat zowel voor- als tegenstanders van de grondwet sterk waren gaan twijfelen aan de waarheid van de gebruikte argumenten om vóór te stemmen. Volgens het onderzoeksbureau was dat het gevolg van een “diep geworteld wantrouwen in de politiek en het gevoel nauwelijks serieus te worden genomen”?. Daar kwamen bovendien nog de slechte ervaringen bij van de “door de strot geduwde euro”?.
De informatieverstrekking heeft gedurende vrijwel de gehele campagne een zware onvoldoende gekregen. In mei constateerde het onderzoeksbureau dat de campagne en de informatievoorziening nog steeds “onvoldoende duidelijk en rommelig”? waren. Door de dure euro en het wollige taalgebruik van het kabinet lijkt de campagne uiteindelijk meer kwaad dan goed gedaan te hebben. (ANP)
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!