Door Paul Stamsnijder
Communicatie is er vaak om beleid begrijpelijk te maken, terwijl het meer impact heeft om begrijpelijk beleid te maken. Pieter Omtzigt zet in zijn opinie in Trouw het klassieke frame neer van “een leger aan overheidsvoorlichters in Den Haag”. Alsof je door te bezuinigen op overheidsvoorlichting beter beleid krijgt.
Een terecht punt van Omtzigt: als de inhoud niet klopt, werkt het verhaal ook niet. Tegen die achtergrond is het logisch om te pleiten voor beter beleid, meer inhoud en dus voor meer aandacht voor denktanks. Wat zou het schitterend zijn als beleid zo duidelijk was, dat communicatie erover overbodig zou zijn.
De aanklacht van Omtzigt is gebaseerd op een oud vooroordeel over overheidscommunicatie: woordvoerders houden zich bezig met 'recht praten wat krom is' en bewindspersonen uit de wind houden, de focus ligt teveel bij de waan van de dag, het gaat vooral om de toon en niet om de inhoud van het debat. Communicatie zou vooral bezig zijn met het verpakken van beleid, spinning en framing, het verkrijgen van regie op de beeldvorming en het buitenhouden van journalisten.
Tegenwicht tegen kortetermijndenken
Maar Omtzigt gaat eraan voorbij dat de meeste communicatieprofessionals al decennia zijn opgeleid om communicatie in het hart van het beleid te plaatsen. Niet voor niets gaat zoveel aandacht uit naar dilemmalogica, het organiseren van tegenspraak en meer aandacht voor de uitvoering. Dat gaat veel verder dan voorlichting alleen.
In de gepolariseerde samenleving is het belang van het communicatievak misschien wel groter dan ooit - als tegenwicht tegen het kortetermijndenken in de politiek, om meer aandacht te vragen voor de uitvoering en te knokken tegen de waan van de dag. Veel organisaties, ook overheden, zoeken permanent naar mogelijkheden om hun communicatiekracht te versterken.
Dat vereist professionalisering en een debat over kwaliteit, niet over de hoeveelheid overheidsvoorlichters. En dat gaat veel verder dan voorlichting alleen - goede communicatie is tweerichtingsverkeer en dat draagt direct bij aan beter beleid.
Geen communicerende vaten
Al met al maakt Omtzigt een karikatuur van een hele beroepsgroep. De kwaliteit van communicatie is niet af te meten aan het aantal voorlichters in Den Haag. De vraag is of het omlaag brengen van het aantal formatieplaatsen voor departementale persvoorlichters ten bate van beleidsontwikkeling, de situatie verbetert. Minder voorlichters en beter beleid zijn geen communicerende vaten.
Laat het debat over de professionalisering van het communicatievak vooral gaan over kwaliteit en niet zozeer over kwantiteit. Minder communicatie leidt immers niet automatisch tot beter beleid - voor een communicatieve, responsieve overheid zijn goede denktanks en topprofessionals in communicatie beiden randvoorwaarden. Dat vraagt om een heldere en liefst uitvoerbare visie. Daaraan zou Omtzigt een bijdrage kunnen leveren.
Paul Stamsnijder is partner Reputatiegroep
Reacties:
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!