Judy op het Veld is sinds januari dit jaar manager communicatie bij de KNVB. CommunicatieOnline vroeg haar naar de eerste ervaringen?
Gevraagd of gescout?
‘Ik heb op een vacature gereageerd. Nadat ik ruim acht jaar bij HEMA als hoofd corporate communicatie wilde ik mijn blikveld verruimen. Binnen deze functie binnen de KNVB is dat absoluut het geval. Uiteraard is dit een andere branche met andere materie en vraagstukken. Ook de organisatiestructuur is anders, en de afdeling communicatie omvat alle communicatie vanuit de KNVB. Dat is stuk breder dan binnen HEMA, voor mij persoonlijk minder hands on en meer sturing en leidinggeven’.
Vanwaar voetbal?
‘Ik ben zelf redelijk sportief en heb ook wat met sport en voetbal. Jarenlang ben ik coach geweest van het voetbalteam van mijn zoon. Daarnaast is de KNVB een echt Nederlandse bond. Dat spreekt me erg aan. Na HEMA en daarvoor de Postbank heb ik wel enig gevoel en affiniteit gekregen met Hollandse merken en hun maatschappelijke positie. Mensen vinden iets van voetbal en van de KNVB, volgen het nauwlettend en iedereen heeft een mening. Dat is vanuit communicatie-oogpunt boeiend en uitdagend.’
Mooi moment om binnen te komen. U valt midden in een grote reorganisatie van communicatie.
‘Dat klopt. Er worden grote stappen gezet om de KNVB-organisatie meer een geheel te laten zijn. Vlak voor mij komst is de communicatieafdeling in haar huidige vorm opgezet. Er zijn wisselingen geweest in de bezetting en waar voorheen veel freelancers werden ingezet, werken we nu meer met eigen medewerkers. Inmiddels zijn we nagenoeg op volle sterkte. De afdeling bestaat nu uit vier bureaus; persvoorlichting, public affairs-corporate communicatie, redactie en publieksvoorlichting. In totaal heeft de afdeling een kleine 30 medewerkers.’
Hoe luidt de opdracht die u heeft meegekregen?
‘Centraal staat onze missie: “Voetbal om van te houden”. In alle communicatie-uitingen, zowel online als offline, moet die doorklinken. Dat is een grote opdracht. We willen naar de uitstraling van één KNVB. Er moet er meer samenhang komen tussen bureaus, afdelingen, en in de communicatie met voetballers en supporters. ’
Wat moeten die te weten komen?
‘Nou, iedereen kent de KNVB van Oranje en de eindtoernooien. Maar dat er hier een groot kenniscentrum is bijvoorbeeld, of de vele soorten voetbal die onder de paraplu van de KNVB vallen - zaalvoetbal, damesvoetbal, schoolvoetbal noem maar op - daarover is veel minder bekend. Of dat de vanuit de KNVB ieder weekend zo'n 32.000 wedstrijden worden georganiseerd. Ook de maatschappelijke initiatieven van de KNVB zijn lang niet bij iedereen bekend. Kortom; er zijn genoeg mooie initiatieven die nog onderbelicht zijn.'
U gaat eindelijk ook iets doen aan de bloedgroepenstrijd tussen de betaald voetbal-tak en de amateurs?
‘Vanuit de missie "Voetbal om van te houden" maken we geen onderscheid tussen betaald voetbal en amateurvoetbal. Uiteraard kent ieder type voetbal - betaald en amateur - zijn eigen dynamiek. Er zullen altijd verschillen zijn. Tegelijkertijd zijn er ook enorm veel overeenkomsten en gemeenschappelijke belangen. Binnen de KNVB zijn in de afgelopen periode al vele stappen gezet op weg naar meer eenheid binnen de organisatie. Vanuit communicatie hopen we zeker daar een positieve bijdrage aan te kunnen leveren.’
Gaat u Oranje en Guus Hiddink overigens nog adviseren?
‘Niet direct, daar hebben we prima mensen voor. Sinds afgelopen zomer is Bas Ticheler als perschef van Oranje in dienst. Zijn team maakt deel uit van bureau persvoorlichting en doet alle communicatie met de media rondom het Nederlands Elftal. Daarnaast werken er een aantal persvoorlichters die naast de reguliere KNVB-persvoorlichting ook woordvoering doen voor Jong Oranje en het damesvoetbal. Dit alles met als nieuwe perscoördinator Chris van Nijnatten die per 1 maart van het AD overkwam.’
Vlak na u komst, waren de hoofdredacteuren boos op de KNVB omdat die een interview met Michael van Praag zelf had geproduceerd. Was u verbaasd over de commotie?
‘Een beetje wel. We stuurden bij het bekendmaken van de FIFA-kandidaatstelling van Michael van Praag een korte video mee met het persbericht. Naar ons idee extra dienstverlening die past bij de modernisering van het medialandschap. Vroeger stuurden we alleen tekst met eventueel een foto. Bovendien was er voor de journalisten geen gelegenheid vragen te stellen omdat Michael van Praag in het buitenland was. Tijdens de persbijeenkomst twee dagen later, toen hij terug was, kon dat wel. De commotie heeft ons in die zin verbaasd. Als we weer besluiten een video te versturen, dan zullen we dit goed en duidelijk communiceren.’
