Stel je mocht kiezen, waarop zou je het meeste vertrouwen in een veranderende wereld? Het brein van de plannenmaker, de wil van de sporter, het gevoel van de hedonist of de zintuigen van de kunstenaar?
Dit waren volgens voormalig Denker des Vaderlands René Gude namelijk de belangrijkste levenssferen. Vertrouwen op het brein klinkt het meest verstandig. Het helpt je om vooruit te kijken en zaken in perspectief te plaatsen. De hersenpan brengt patronen aan. En die kunnen houvast bieden.
Maar wat is een plan waard als het voortdurend moet worden gewijzigd? Wat als de enige constante is dat de wereld voortdurend toch weer veranderd?
Sportmetaforen
Kun je dan niet beter vertrouwen op de tomeloze wil, het kloppend hart van elke sporter? Natuurlijk maken sporters ook plannen, maar wat hen bijzonder maakt is dat ze doorgaan waar anderen ophouden.
Ze breken door barrières met hun grenzeloze ambitie. Mocht er wat veranderen, dan is het de ijzeren wil die hen erdoorheen slaat.
De sporterswil lijkt een effectief wapen om je door de snel veranderende wereld te bewegen. Niet voor niets is het sportperspectief populair.
In het bedrijfsleven zijn de sportmetaforen niet van de lucht. Menig kantoorpand is opgesierd met foto’s van verspringers en verbeten gezichten van topsporters. Zelfs een ziekte moeten we tegenwoordig ‘overwinnen’.
Maar de wil heeft precies hetzelfde nadeel als het brein van de plannenmaker. Ze vernauwen beide het bewustzijn. En daardoor kunnen ze beide gemakkelijk kleine signalen over het hoofd zien.
Verbeeldingskracht
Dan toch maar de onderbuik volgen? Het gevoel lijkt een minder rigide richtsnoer dan het plan of de wil. Wie zijn hart volgt is flexibel: je weet nooit precies hoe je emotioneel op een gebeurtenis zult reageren.
En je weet: wat er ook gebeurt, je houdt er in ieder geval geen slecht gevoel aan over. De hedonist houdt het voor zichzelf leuk. Maar emoties kunnen even star zijn als een plan of een ambitie. En verraderlijk. Wat nu goed voelt kan morgen desastreus uitpakken.
Blijft over de zintuigen van de kunstenaar. Op het eerste gezicht de meest onbetrouwbare gids die je je kunt wensen. Want kunstenaars hebben geen plan.
Ze hebben wel een wil maar die is doorgaans vager dan het bereiken van een helder doel. Ze volgen hun gevoel, maar zijn niet uit op het bevredigen ervan. Net als de plannenmaker gebruiken ze hun verbeeldingskracht. Niet om grip te krijgen op de toekomst, maar om de wereld nu beter te begrijpen.
Maar bovenal hebben ze een eigenschap die misschien wel de belangrijkste is om te overleven in turbulente tijden: hun zintuigen staan altijd open. Daardoor zien ze meer. En blijven ze kijken. Zelfs als het instinct hen opdraagt de ogen te sluiten.
Ik stel voor dat we de posters van verspringers vervangen door die van kunstenaars.